keyboard_arrow_right
Deontologie

Oprichting van een vennootschap tussen artsen en niet-artsen

Oprichting van een vennootschap tussen artsen en niet-artsen

Een arts die een software-pakket ontwikkeld heeft voor huisartsen legt zijn provinciale raad een ontwerp voor tot oprichting van een B.V.B.A. met niet-artsen.
De provinciale raad vraagt aan de Nationale Raad hoe hij dit contract dient te beoordelen rekening houdend met artikel 173 van de Code van geneeskundige Plichtenleer. Volgens hem is er geen deontologisch bezwaar tegen de oprichting van deze vennootschap.

Advies van de Nationale Raad :

De Nationale Raad besprak in zijn vergadering van 18 maart 1995 uw vraag van 23 november 1994 om advies over het ontwerp van statuten van de B.V.B.A. X , u overgemaakt door Dr. Y.

De Nationale Raad is van oordeel dat deze ontwerpstatuten geen betrekking hebben op de uitoefening door Dr. Y van zijn beroep van arts. Artikel 173 van de Code van geneeskundige Plichtenleer is dus ten dezen niet toepasselijk. Strikt genomen dienden de ontwerpstatuten van de B.V.B.A. X dan ook niet ter goedkeuring aan de provinciale raad te worden voorgelegd.

U dient er in het antwoord aan Dr. Y wel zijn aandacht op te vestigen dat voor de verdere uitwerking en de verwezenlijking van het maatschappelijk doel van de vennootschap zoals omschreven in artikel 3 van de statuten en voor zover het gaat om toepassingen met betrekking tot het medisch beroep, de medische deontologie dient nageleefd te worden zowel door hemzelf als door de artsen die gebruik maken van de diensten aangeboden door zijn firma.

Dit houdt onder meer in dat de artsen die voor het gebruik van die diensten in het kader van hun beroepsuitoefening een overeenkomst sluiten met de B.V.B.A. X, het ontwerp van deze overeenkomst voorafgaandelijk ter goedkeuring moeten voorleggen aan hun provinciale raad.
Daarnaast herinneren wij u aan recente adviezen van de Nationale Raad met betrekking tot elektronische gegevensuitwisseling. (zie Tijdschrift Nationale Raad nr. 63, maart 1994, p. 20-22 en Tijdschrift Nationale Raad nr. 65, september 1994, p. 22-24; kopie van deze adviezen als bijlage.)

De Nationale Raad werkt thans aan het opstellen van aanbevelingen in verband met de uitwisseling, onder artsen, via elektronische communicatie, van geneeskundige gegevens die onder het medisch geheim vallen.