keyboard_arrow_right
Deontologie

Software - Toegang tot de medische dossiers

De nationale raad van de Orde der artsen kreeg een vraag over de kosten die een huisarts na de stopzetting van zijn beroepsactiviteit moet betalen om toegang te hebben tot zijn elektronische medische dossiers.

De wettelijke bewaartermijn van het patiëntendossier is minimaal dertig jaar vanaf het laatste patiëntencontact (artikel 35 van de wet van 22 april 2019 inzake de kwaliteitsvolle praktijkvoering in de gezondheidszorg(1); art. 24 Code van medische deontologie 2018). De bewaartermijn kan dus voortduren na de stopzetting van de beroepsactiviteit.

Het Beheerscomité van het eHealth-platform en Medicomut hebben een nieuwe lijst van minimale criteria gevalideerd voor de softwarepakketten voor huisartsen, van toepassing sinds 2019 (wcag.label.file wcag.label.externalLink)(2).

Criterium 177 bepaalt: Bij een cloud pakket kan de arts via leesrechten alles blijven bekijken indien hij betaalt voor de opslagruimte. Indien er geen enkel gebruik gemaakt wordt van een cloud pakket (zelfs niet betaald wil worden voor de opslagruimte), zal de arts 2 exports ontvangen:

1/ PMF die gebruikt kan worden om het patiëntendossier aan een andere arts door te geven;

2/ Patient readable format: een leesbaar formaat, zodat de arts ten allen tijde ook zelf een opzoeking kan doen.

De arts die zijn beroepsactiviteit heeft stopgezet of het softwarepakket niet langer gebruikt, kan dus op aanvraag een exporteerbare versie van de dossiers verkrijgen die hij heeft opgesteld.

De nationale raad spoort de artsen aan bij het kiezen van een softwarepakket te controleren of het voldoet aan het bovenstaande criterium en wat de kosten zijn om toegang te krijgen tot hun elektronische medische dossiers na het einde van hun beroepsactiviteit.



(1) Deze wet treedt in werking op 1 juli 2021.

(2) https://www.ehealth.fgov.be/ehealthplatform/nl/service-registratie-van-de-softwarepakketten