Wet van 25 januari 1999 houdende sociale bepalingen : Elektronisch medisch en verpleegkundig dossier (art. 176)
WET VAN 25 JANUARI 1999 HOUDENDE SOCIALE BEPALINGEN
(Belgisch Staatsblad 6 februari 1999).*
Hieronder volgt een overzicht van een aantal artikelen uit de wet houdende sociale bepalingen van 25 januari 1999 die de Orde van geneesheren zouden kunnen interesseren.
[...]
Elektronisch medisch en verpleegkundig dossier (art. 176)
In het K.B. nr. 78 van 10 november 1967 wordt een art. 45bis ingevoegd met betrekking tot de criteria en de modaliteiten voor de homologatie van de programmatuur voor het beheer van het elektronisch medisch en verpleegkundig dossier.
De minimumcriteria voor deze programmatuur worden vastgelegd bij een in Ministerraad overlegd K.B., na advies van een multidisciplinaire werkgroep. Zij hebben o.a. betrekking op: de te vervullen functies, de interne medische en verpleegkundige gegevensbanken in de programmatuur en hun onderlinge uitwisselbaarheid, de opbouw van het patiëntendossier, de codificatie van de aandoeningen, de toepassingen van de statistieken, de hulp bij de diagnose, de hulp bij de therapie en het voorschrift, de lijst van anonieme en niet-anonieme medische en verpleegkundige gegevens met betrekking tot patiënten die uitwisselbaar moeten zijn, alsook het gebruik van de sociale zekerheidskaart en de facturatie aan de verzekeringsinstellingen".
Genoemde multidisciplinaire werkgroep bestaat uit leden aangewezen door de Koning, waaronder minstens een vertegenwoordiger van de minister van Volksgezondheid, van de minister van Sociale Zaken, van de minister van Justitie en van de minister van Economische Zaken, naast vertegenwoordigers van de desbetreffende beroepsgroepen.
Deze werkgroep geeft de minister van Volksgezondheid ook advies over het al dan niet homologeren van bepaalde programmatuur voor het beheer van het elektronisch medisch en verpleegkundig dossier.
Bedoeling van dit alles is "een wettelijke basis te creëren om de compatibiliteit te garanderen van computerprogramma's die het medisch en verpleegkundig dossier zullen beheren. De koper van dergelijke programma's kan immers niet uit zichzelf weten in welke mate het programma dat hij aankoopt kan gekoppeld worden aan een ander programma of aan een andere toepassing. Doorgaans weet men pas na vier jaar wat men met een bepaald programma wel en niet kan. Op termijn kan deze compatibiliteit een belangrijk element zijn wanneer men gegevens uit deze dossiers, waarin ook secretariaats- en mutualiteitsgegevens vervat zitten, wil uitwisselen of exploiteren" (Gedrukte Stukken, Kamer, GZ 1997-1998, nr. 1722/16, 11).
[...]
*Deze nota werd opgesteld ter attentie van de leden van de Nationale Raad met het oog op het eventueel uitbrengen van een advies over bepaalde erin besproken onderwerpen.
M. Van Lil
Studiedienst Nationale Raad
17 februari 1999