keyboard_arrow_right
Deontologie

Wetsontwerp betreffende de verwerking en de automatisering van de gezondheidsgegevens alsook de toepassingen voor telegeneeskunde

De Nationale Raad besprak in zijn vergadering van 10 september 2005 het wetsontwerp betreffende de verwerking en de automatisering van de gezondheidsgegevens alsook de toepassingen voor telegeneeskunde. Dit document lokte reeds heel wat kritische en negatieve reacties uit in de pers. Hierop zou minister Demotte volgens persberichten verklaard hebben dat het slechts om een werktekst gaat en dat het advies van onder meer de Orde van geneesheren zou worden ingewonnen. De Nationale Raad stelt echter vast dat deze “werktekst” op de website van de minister vermeld staat als wetsontwerp en dat tot op heden het advies van de Orde van geneesheren niet werd gevraagd. Gezien dit document tal van vragen doet rijzen in verband met de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van de patiënten, de naleving van het beroepsgeheim en de uitoefening zelf van de geneeskunde voelt de Nationale Raad zich verplicht zonder verwijl te reageren.

De definitie van persoonlijk gezondheidsgegeven wordt grondig gewijzigd door voormeld document. Het persoonlijk karakter ervan valt weg binnen een administratieve of boekhoudkundige context waardoor het in bepaalde gevallen gebruikt kan worden buiten het zorgkader. De nieuwe definitie van gezondheidsgegeven houdt een aanzienlijke beperking in van de draagwijdte van het beroepsgeheim in die zin dat de gegevens die gebruikt worden in een administratieve of boekhoudkundige context beschouwd worden als vrij overdraagbare gegevens.

Voorts wordt een uniek persoonlijk gezondheidsidentificatienummer voor iedere burger/patiënt ingevoerd. Dankzij dit nummer kan men toegang krijgen tot alle gezondheidsepisodes “van bij de geboorte tot aan de dood”, op voorwaarde natuurlijk dat elke episode gerapporteerd werd door de zorgeenheid of door de verzorgende arts en dat alle instellingen met elkaar verbonden zijn.

Dit brengt met zich dat een gedeeld gezondheidsdossier opgesteld wordt, dat toegankelijk is voor alle zorgverleners op voorwaarde dat ze geautomatiseerd zijn volgens de voorschriften van de wet. Deze verplichting tot automatisering van het medisch dossier als voorwaarde tot de toegang tot het gedeeld gezondheidsdossier wordt aldus een voorwaarde voor de voortzetting van de medische praktijk.

De toegang van de arts tot het gedeeld gezondheidsdossier vereist zijn identificatie aan de hand van de electronische identiteitskaart en de controle van zijn hoedanigheid van arts via het door het ministeriële gezag ingevoerde kadaster van de gezondheidsberoepen. De wet gelast de Orde van geneesheren de machtiging tot de uitoefening van de geneeskunde te erkennen.

De bescherming van de aldus verzamelde persoonlijke gezondheidsgegevens wordt niet gewaarborgd. In tegenstelling tot de herhaaldelijke aanbevelingen van de Nationale Raad, welke in overeenstemming zijn met de internationale voorschriften, is de codering van de gegevens niet automatisch voorzien bij hun overdracht op het netwerk.

De Nationale Raad maakt zich in het bijzonder zorgen over het gebruik dat gemaakt zou kunnen worden van het persoonlijk gezondheidsidentificatienummer voor andere doeleinden dan geneeskundige zorg of wetenschappelijk onderzoek. Er dient gewaarborgd te worden dat er geen lekken kunnen ontstaan in het informatiecircuit tussen de gezondheidsgegevens en die van de sociale zekerheidsgegevens. In de huidige stand van het regeringsontwerp lijkt dit waterdicht karakter echter geenszins gewaarborgd.

Deze opmerkingen en vaststellingen rechtvaardigen in de huidige stand van zaken het verzet van de Nationale Raad tegen de inhoud van dit ontwerp.