RIZIV ‑ Medische activiteiten
De Nationale Raad nam op 19 mei 1984 kennis van de "Onderrichtingen om te komen tot een systeem voor het inzamelen en verwerken van informatie omtrent de medische activiteiten" zoals door de Minister van Sociale Zaken voorgelegd aan het Beheerscomité van het RIZIV.
Na beraadslaging belastte de Nationale Raad een commissie met het onderzoek van deze aangelegenheid en werd volgend schrijven gericht aan Minister Dehaene:
Mijnheer de Minister,
De door U aan het Beheerscomité van het RIZIV voorgelegde onderrichtingen om te komen tot een systeem voor het inzamelen en verwerken van informatie omtrent de medische activiteiten, werden aan de Nationale Raad van de Orde der geneesheren voorgelegd.
Deze kwestie zal door de Nationale Raad in zijn vergadering van 16 juni a.s. nader worden onderzocht.
Wij zullen niet nalaten U van het uitgebrachte advies in kennis te stellen.
De Nationale Raad geeft nu reeds zijn ongerustheid te kennen in verband met de problemen die bij toepassing van bedoeld systeem zullen rijzen inzake de bescherming van het privé leven en de vrijwaring van het medisch beroepsgeheim.
***
Wij hebben het nuttig geoordeeld bedoeld advies dat uitgebracht werd op de vergadering van de Nationale Raad van 16 juni 1984 in dit nummer te publiceren:
De Nationale Raad meent vier opmerkingen te moeten formuleren in verband met het project tot registratie van het profiel van de gehospitaliseerde patiënten in een centrale databank.
1. Verstrekken van gegevens over de patiënt door een arts die gebonden is door het beroepsgeheim.
Het project veronderstelt het verstrekken van gegevens door de ziekenhuisgeneesheren aangaande in het ziekenhuis opgenomen patiënten en dat in overtreding van de bepalingen van artikel 458 van het Strafwetboek.
Het beroepsgeheim van de arts is van openbare orde.
Zowel volgens de wet, de constante jurisprudentie van onze Hoven en Rechtbanken als volgens de principes van de Code van geneeskundige Plichtenleer van 1975, worden gegevens betreffende zieken slechts verstrekt met de goedkeuring van deze laatsten en voor zover de gegevens bestemd zijn voor een andere arts belast met de voortzetting van de diagnosestelling of de behandeling, of in het kader van een medisch‑sociaal consult.
Zelfs in genoemde omstandigheden blijft de mededeling strikt beperkt tot de onmisbare gegevens.
Het mededelen van het profiel van de patiënt zoals voorgesteld onder 1.4. van Uw brief, is in strijd met artikel 458 van het Strafwetboek.
2. Opmaken van medische statistieken
De Nationale Raad die reeds herhaaldelijk door organismen werd geraadpleegd in verband met medische statistieken, heeft altijd gunstig gereageerd op het principe van een verder doorgedreven medisch-wetenschappelijke kennis en de bevordering van een betere zorgenverlening door middel van adequate statistieken. De Nationale Raad heeft evenwel steeds opnieuw geëist dat de gegevens worden verzameld zonder de anonimiteit van de patiënten in het gedrang te brengen.
Het goede beheer van de ziekteverzekering kan zonder twijfel op uitstekende wijze worden georganiseerd met inachtneming van de anonimiteit van de verzamelde statistische gegevens.
De Nationale Raad is uitermate verontrust over het voorstel vervat in punt 1.2. van Uw brief inzake de registratie van het profiel van de patiënt uitgaande van het nationaal identificatienummer van het Rijksregister.
De anonimiteit van de medische gegevens kan in die omstandigheden niet worden gewaarborgd.
3. Scheiding van de medische en de administratieve gegevens
Om de geest van de wet op het beroepsgeheim te vrijwaren, is het volgens de Nationale Raad nodig dat de medische gegevens die onder het beroepsgeheim vallen zorgvuldig van de administratieve gegevens gescheiden blijven. De controle op de conformiteit tussen deze anonieme gegevens en de realiteit kan, zoals dat overigens nu reeds het geval is, zonder problemen worden toevertrouwd aan artsen die met deze specifieke opdracht zijn belast en op hun beurt door het beroepsgeheim zijn gebonden.
4. Bescherming van de privacy
De Nationale Raad meent dat de bescherming van de privacy een essentieel kenmerk is van onze samenleving en voorrang heeft op elke andere overweging. De koppeling van de persoonlijke gegevens van de patiënt die onder het medisch geheim vallen en de louter administratieve gegevens kan een gevaarlijke verwarring teweegbrengen die de bescherming van de privacy in het gedrang brengt.
Wij zijn ervan overtuigd dat ongeacht alle denkbare garanties, onze medeburgers niet zullen aanvaarden dat de meest intieme gegevens over hun leven in een centrale gecomputeriseerde register worden opgeslagen.
De Nationale Raad is ervan overtuigd dat andere oplossingen kunnen worden gevonden die, naast een beter beheer van de ziekteverzekering, tevens de nodige garanties bieden voor de bescherming van het privé leven van de patiënt die zich aan zijn arts toevertrouwt.