Verklaring van overlijden - Verzekeringsmaatschappijen
Verklaring van overlijden ‑ Verzekeringsmaatschappijen
Een geneesheer brengt zijn provinciale raad op de hoogte van de bedenkingen die hij zich maakt bij de "opmerkingen van de Orde der geneesheren aangaande het medisch geheim op het vlak van verklaringen van overlijden die bestemd zijn voor de verzekeringsmaatschappijen" (Tijdschrift nr. 51, blz. 40‑42).
Hij meent dat de Orde der geneesheren rekening moet houden met het gevoel van teleurstelling en frustatie, dat de overlevenden gewaarworden wanneer de geneesheer weigert een verklaring van overlijden in te vullen.
Naar zijn gevoelen dient de Orde der geneesheren deze kwestie te herzien. Indien de Orde de geneesheren toch blijft aanraden de rubriek met betrekking tot de doodsoorzaak van een verzekerde niet in te vullen, zou zij op administratief en gerechtelijk vlak stappen moeten ondernemen opdat de rubriek "doodsoorzaak" niet langer opgenomen zou mogen worden in de verzekeringscontracten. Bovendien zou hij door de Nationale Raad bevestigd willen zien dat van de geneesheer verlangd wordt dat hij, indien het om geneeskundige getuigschriften voor ambtenaren, onderwijzend personeel, enz. gaat, de oorzaak van de arbeidsongeschiktheid aangeeft.
Advies van de Nationale Raad (16 november 1991):
De twee vragen die in de brief gesteld worden hebben betrekking op situaties die niet met elkaar vergeleken kunnen worden.
1) Gezien de huidige stand van zaken bevestigt de Nationale Raad de richtlijnen die vroeger reeds verstrekt werden inzake het medisch geheim ten aanzien van de geneeskundige verklaringen van overlijden bestemd voor de verzekeringsmaatschappijen.
2) In verband met de tweede vraag die gesteld wordt in het kader van de geneeskundige getuigschriften voor de ambtenaren, het onderwijzend personeel, enz. (AGD), dient opgemerkt te worden dat het Reglement van de Administratieve Gezondheidsdienst bepaalt dat de geneesheer de oorzaak van de arbeidsongeschiktheid moet vermelden.