Medische raad
De Nationale Raad wordt door een provinciale raad om advies verzocht in verband met de aanwezigheid in de medische raad van apothekers‑biologen en licentiaten in de chemie die in het ziekenhuis werkzaam zijn.
Op 10 augustus 1985 heeft de Nationale Raad in dat verband al een advies geformuleerd aan de Nationale Raad van de Orde van apothekers. Zolang bij het KB nr 407 tot wijziging en aanvulling van de wet op de ziekenhuizen van 23 december 1963, geen uitvoeringsbesluiten worden uitgevaardigd, moeten de medische raden blijven werken als voorheen.
De Nationale Raad beslist bijgevolg, in afwachting van de uitvoeringsbesluiten, te refereren aan zijn advies van 10 augustus 1985.
Advies van de Nationale Raad:
Bij gebrek aan uitvoeringsbesluiten bij het KB nr 407, heeft dit laatste voorlopig geen weerslag op de samenstelling van de medische raden.
De Nationale Raad vond het nuttig U het advies van 10 augustus 1985 in herinnering te brengen dat gepubliceerd werd in het Officieel Tijdschrift nr 34.
Bijlage: Apothekers‑Biologen
Advies 10 augustus 1985
O.T. nr 34 (1985‑1986) ‑ p. 27
In een advies van 12 februari 1983 in verband met dezelfde aangelegenheid, had de Nationale Raad al gemeend dat geen enkele reden bestond om de tekst van artikel 170 van de Code van geneeskundige Plichtenleer te wijzigen.
In bedoeld artikel wordt gesteld dat de geneesheren die werkzaam zijn in een verzorgingsinstelling, er moeten voor waken dat een medische raad wordt opgericht die wordt gekozen uit en door de beoefenaars van de geneeskunde, die bij de werking van de instelling zijn betrokken.
Het staat de medische raden vrij personen op te roepen om aan hun beraadslagingen deel te nemen wanneer specifieke onderwerpen worden behandeld. Niets belet bijgevolg de biologen‑apothekers bij de beraadslagingen van de medische raad te betrekken voor onderwerpen die hen aanbelangen.