keyboard_arrow_right
Deontologie

Medische Raad

Een provinciale raad heeft ten gerieve van het artsencorps een tekst opgesteld inzake deontologische richtlijnen voor de Medische Raad.
De Nationale Raad neemt kennis van het rapport van de Commissie die belast was met de bestudering van dit probleem en hecht zijn goedkeuring aan de hieronder gepubliceerde tekst.

Brief van de Nationale Raad aan de provinciale raden:

De Nationale Raad heeft in zijn vergadering van 29 januari 1994 de tekst aangenomen van de deontologische richtlijnen voor de leden van de medische raden.

U vindt als bijlage deze tekst, die stoelt op het adviesvoorstel dat U op 29 maart 1993 aan de Nationale Raad hebt medegedeeld.

DEONTOLOGISCHE RICHTLIJNEN VOOR DE LEDEN VAN DE MEDISCHE RADEN

  1. Het is de ethische en deontologische opdracht van de medische raad het medisch handelen in het ziekenhuis af te stemmen op het belang van de patiënt.

  2. Opdat zij hun mandaat met de nodige deskundigheid en correctheid zouden waarnemen, moeten de leden van de medische raad de beschikkingen, die de opdracht en de werking van de raad reguleren en aanbelangen, kennen en toepassen.

  3. De adviezen van de medische raad beogen in het bijzonder de werking en samenwerking van de medische diensten alsook de optimale bestaffing.

  4. Om zijn diverse taken te volbrengen, pleegt de medische raad geregeld overleg met de verantwoordelijken betrokken bij de kwaliteit van de verzorging.

  5. De medische raad behartigt de kwaliteit van de geïntegreerde zorgverlening door een goede samenwerking van de ziekenhuisgeneesheren met alle medewerkers van het ziekenhuis, inzonderheid de verpleegkundigen en de paramedici, te bevorderen.

  6. Een permanent kwalitatief hoogstaande verzorging vereist vanwege de ziekenhuisgeneesheren overleg en samenwerking met de huisartsen. De medische raad moedigt alle maatregelen daartoe aan. Te dien einde is bovendien een gestructureerd overleg met de huisartsen in de schoot van de medische raad aangewezen.

  7. In samenwerking met de hoofdgeneesheer ondersteunt de medische raad alle initiatieven ter collegiale evaluatie van de kwaliteit van de verzorging en spoort de ziekenhuisgeneesheren aan hun medewerking daaraan te verlenen.
    Door passend overleg draagt de medische raad bij tot de toepassing van de conclusies van zulke evaluatie.

  8. Onverminderd zijn prerogatief van adviesverstrekking, dient de medische raad de vergadering van ziekenhuisgeneesheren, die hij vertegenwoordigt, geregeld te consulteren en zeker wanneer zeer belangrijke beleidsopties aan de orde zijn.

    Indien er, ondanks pogingen om tot een akkoord te komen, een grondig meningsverschil blijft tussen de vergadering van de ziekenhuisgeneesheren en de medische raad, neemt deze laatste ontslag ernstig in overweging, en dit met het oog op de vrijwaring van de belangen van de patiënt.

  9. De medische raad, rekening houdend met de principes van de ethiek alsook met de mogelijkheden van het ziekenhuis, steunt de initiatieven van wetenschappelijk onderzoek, erover wakend dat zulk onderzoek de primaire taak van zorgverlening niet in het gedrang brengt.

  10. Elke ziekenhuisgeneesheer dient op zijn verzoek gehoord te worden door de medische raad. Bij eventuele geschillen, ook op deontologisch vlak, waarin ziekenhuisgeneesheren betrokken zijn, gaat de medische raad na op welke wijze best bemiddeld wordt. Bij falen van een bemiddelingspoging dienen de deontologische aspecten van een geschil ter beslechting voorgelegd te worden aan de provinciale raad van de Orde der geneesheren.

  11. Wanneer de medische raad vaststelt dat een ziekenhuisgeneesheer niet meer in staat is om zijn geneeskundige activiteit op een verantwoorde wijze uit te oefenen, stelt hij na overleg te hebben gepleegd met de betrokkene en eventueel ook met de vergadering van ziekenhuisgeneesheren, de passende maatregelen voor aan wie bevoegd is om ze te nemen. Indien die toestand blijkt te wijten te zijn aan een probleem van fysieke of psychische geschiktheid, dient de medische raad zich tot de hoofdgeneesheer te wenden met het oog op het inlichten van de provinciale geneeskundige commissie. Zo nodig dient de medische raad zich te wenden tot de hoofdgeneesheer, die bevoegd is om dringende maatregelen ter bescherming van de patiënten te nemen.

  12. Wanneer de medische raad om advies over personen wordt verzocht, zal hij bij de formulering ervan de nodige omzichtigheid aan de dag leggen .

a064005n