keyboard_arrow_right
Deontologie

Medische raad in militair ziekenhuis

Een provinciale raad stuurt een adviesaanvraag door van de voorzitter van de medische raad van een militair ziekenhuis, die vraagt naar de wenselijkheid van een medische raad binnen een militair ziekenhuis.

Advies van de Nationale Raad :

Medische raden zijn een wettelijke vereiste voor de erkenning van ziekenhuizen maar ziekenhuizen beheerd door het ministerie van Landsverdediging vallen niet onder de toepassing van de gecoördineerde wet op de ziekenhuizen van 7 augustus 1987 (artikel 1). Niettegenstaande bepaalde diensten van militaire ziekenhuizen overwegend om niet te zeggen uitsluitend aan burgers zorgen verstrekken neemt dit niet weg dat militaire ziekenhuizen wettelijk niet verplicht zijn een medische raad op te richten.

De medische deontologie staat de oprichting van medische raden voor en dit niet alleen voor ziekenhuizen maar voor alle verzorgingsinstellingen. Artikel 170 van de Code van geneeskundige plichtenleer zegt: “De geneesheren die werkzaam zijn in een verzorgingsinstelling moeten er voor waken dat een medische raad wordt opgericht, die wordt gekozen uit en door de beoefenaars van de geneeskunde, die bij de werking van de instelling zijn betrokken”. Deze bepaling werd reeds in 1975 in de Code opgenomen daar de wettelijke verplichting tot oprichting van medische raden door het KB nr. 407 van 18 april 1986 in de wet op de ziekenhuizen van 23 december 1963 werd ingevoegd. -Er dient een onderscheid te worden gemaakt tussen de medische raden bedoeld in artikel 170 van de Code, zijnde een vertegenwoordigende instantie van de geneesheren als instrument ter bevordering van de naleving van de medische deontologie in de verzorgingsinstellingen, en de medische raden van de ziekenhuizen die dienen te voldoen aan alle bepalingen van de wet op de ziekenhuizen.

Uit de lezing van de artikelen 2 en 5 van het KB nr. 79 betreffende de Orde der geneesheren van 10 november 1967 blijkt dat de Orde slechts gezag en rechtsmacht heeft ten opzichte van de legerdokters indien zij de geneeskunde uitoefenen buiten hun militair ambt. Wanneer militaire artsen bijna uitsluitend burgers verzorgen in bepaalde diensten van de militaire ziekenhuizen, kan men zich afvragen of ze nog altijd handelen “in het kader van hun militaire activiteiten”.

Op te merken valt dat omzeggens alle legerdokters op de Lijst van de Orde ingeschreven zijn daar zij ook buiten hun militaire ambt de geneeskunde uitoefenen. Dit brengt mee dat zij vertrouwd zijn met de regels van de medische deontologie en overtuigd zijn van het belang van de naleving ervan in hun contacten met burgerpatiënten, verwijzers en verzorgingsinstellingen. De Nationale Raad stelt met voldoening vast dat de legerartsen in hun contacten met burgerpatiënten zowel binnen als buiten hun militaire ambt dezelfde deontologische regels naleven wat ook kan worden gezegd over hun contacten met verwijzers. Zo ondervinden patiënten en verwijzers in hun contacten met bv. brandwondencentra nauwelijks enig verschil tussen militaire en burgerlijke ziekenhuizen. Het ligt dan ook voor de hand dat legerartsen, ter bevordering van de naleving van de medische deontologie, een medische raad binnen de militaire ziekenhuizen wensen.

Het is duidelijk dat een medische raad binnen een militair ziekenhuis niet dient te beantwoorden aan de wettelijke bepalingen die gelden voor de medische raden van de andere ziekenhuizen maar tot stand komt in overleg onder geneesheren en tussen geneesheren en de inrichtende macht van het militair ziekenhuis.

Belangrijk is dat de overeenkomst die uit dit overleg resulteert, bijdraagt tot de bevordering van de continuïteit en de kwaliteit van de zorg, van de samenwerking onder artsen en met andere zorgverstrekkers en van de naleving van de rechten van de patiënt. Het is aangewezen dat burgerpatiënten die door legerartsen binnen hun militair ambt onderzocht en behandeld worden dezelfde rechten hebben als patiënten die zij buiten hun militair ambt onderzoeken en behandelen.

Mits naleving van deze doelstellingen kan de Nationale Raad de wenselijkheid van medische raden in militaire ziekenhuizen onderschrijven.