keyboard_arrow_right
Deontologie

Geneesheren-inspecteurs bij het Intern Verzelfstandigd Agentschap Inspectie Welzijn, Volksgezondheid en Gezin

Sinds 1 april 2006 zijn de administratieve diensten van de Vlaamse overheid gereorganiseerd. Ze werden ingedeeld in 13 beleidsdomeinen, die elk een departement en een aantal verzelfstandigde agentschappen bevatten. Het Agentschap Inspectie Welzijn, Volksgezondheid en Gezin maakt deel uit van het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (WVG).
Een geneesheer-inspecteur, werkzaam voor dit Agentschap, legt aan de Nationale Raad enkele vragen voor m.b.t. het inzagerecht in medische dossiers in het kader van zijn inspectieopdrachten in ziekenhuizen en andere instellingen zoals RVT’s en ROB’s. Hij stelt de vraag of art. 58 van de Code van geneeskundige plichtenleer niet dient te worden aangepast.

Advies van de Nationale Raad :

In zijn vergadering van 22 november 2008 onderzocht de Nationale Raad van de Orde der geneesheren dit schrijven van 26 mei 2008, waarin een aantal deontologische vragen werden gesteld door een geneesheer-inspecteur bij het Intern Verzelfstandigd Agentschap Inspectie Welzijn, Volksgezondheid en Gezin.

Wat de vraag betreft omtrent het recht op inzage in medische dossiers van een ziekenhuis door de bevoegde geneesheer-inspecteur bij het Intern Verzelfstandigd Agentschap, meent de Nationale Raad dat inspecterende geneesheren alle nuttige inlichtingen moeten kunnen verkrijgen om hun wettelijke opdracht te kunnen uitvoeren, en dus ook inzagerecht hebben in de medische dossiers, mits aan een aantal voorwaarden is voldaan. Zo kan dit inzagerecht alleen door een inspecteur-geneesheer, aangezien ook hij gebonden is door het beroepsgeheim, worden uitgeoefend, voor zover de persoonlijke en medische gegevens niet nominatief worden verwerkt in het rapport en de toestemming van de behandelende geneesheer en van de patiënt werd verkregen.

Deze toestand betreft een uitzondering zoals bedoeld in artikel 58 van de Code van geneeskundige plichtenleer.

De Nationale Raad meent tevens dat stricto sensu artikel 58, § a, van de Code van geneeskundige plichtenleer niet dient te worden aangepast, vermits, naar analogie met de geneesheren-controleurs van de dienst voor geneeskundige controle van het Riziv, de geneesheren-inspecteurs met deze functie hun wettelijke opdracht in het kader van het verzekeren van de kwaliteit van zorg dienen te vervullen en hiertoe alle nuttige en nodige inlichtingen dienen in te winnen, voor zover die inlichtingen strikt noodzakelijk zijn voor hun inspectieopdracht.

3. Betreffende de vraag of inzage in medische dossiers ook buiten ziekenhuisverband kan in het kader van toezicht door geneesheren-inspecteurs van het Verzelfstandigd Agentschap Inspectie meent de Nationale Raad dat ook inspectie buiten het ziekenhuis inzage in medische dossiers kan verantwoorden voor zover dit noodzakelijk is voor het vervullen van de wettelijke opdracht in het kader van de kwaliteit van zorg en de regels van het beroepsgeheim alsmede de voorwaarden van toestemming zoals bij uw vorige vraag worden gerespecteerd.