Ziekenhuisgeneesheer - voltijdse functie
Tijdens de vergadering van 21 oktober 1989 heeft de Raad kennis genomen van een adviesaanvraag van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap met betrekking tot de omschrijving van de voltijdsefunctie van een ziekenhuisgeneesheer (zie hierboven, p. 18).
De Raad neemt kennis van het rapport dat in dit verband opgesteld werd. Behoudens enkele wijzigingen keurt hij de tekst goed. Advies van de Nationale Raad:
De Nationale Raad heeft nog geen advies uitgebracht waarin een omschrijving wordt gegeven van de voltijdse functie van een ziekenhuisgeneesheer.
De artikelen 130 en 131 van de Wet op de ziekenhuizen hebben betrekking op de rechtsverhoudingen tussen het ziekenhuis en de ziekenhuisgeneesheer. Bedoelde verhoudingen dienen vastgelegd in een individuele overeenkomst of in een benoemingsakte.
In de Wet op de ziekenhuizen wordt bepaald dat in de schriftelijke regeling de organisatie‑ en de werkvoorwaarden moeten worden vastgelegd waaronder de ziekenhuisartsen hun activiteit in het ziekenhuis verrichten, met inbegrip van standaardbepalingen over de volgende vier punten:
de functie, de prestaties, de dienst, de voorwaarden van vervanging van de ziekenhuisgeneesheer in geval van afwezigheid en, in voorkomend geval, de regeling met betrekking tot de medische activiteit buiten het ziekenhuis;
de duur van de eventuele proefperiode;
de eerbiediging van het reglement van inwendige orde van het ziekenhuis en van de diensten en, in voorkomend geval, van het staffreglement;
de wijze waarop ziekenhuis en ziekenhuisgeneesheer hun verplichtingen naleven in verband met de regeling van de permanentie van de verzorging.
Bijgevolg is de Nationale Raad van de Orde der geneesheren van oordeel:
dat het minimum aantal uren vereist voor een voltijdse functie moet worden bepaald in een contract tussen de ziekenhuisbeheerder en de ziekenhuisgeneesheer: het aantal uren kan, in voorkomend geval, verschillen naar gelang van de specifieke functie van de ziekenhuisgeneesheer.
dat voor zover de contractuele bepalingen tussen de ziekenhuisbeheerder en de ziekenhuisgeneesheer worden nageleefd, de ziekenhuisgeneesheer, behalve wanneer hij diensthoofd of hoofdgeneesheer is, een functie kan uitoefenen in een andere ziekenhuisinstelling die niet tot dezelfde ziekenhuisgroepering behoort.
dat met betrekking tot de gebeurlijke privé‑praktijk en de desbetreffende modaliteiten, moet worden verwezen naar punt 1 van de contractuele bepalingen die moeten worden vastgelegd in het kader van de algemene regeling, die meer bepaald betrekking heeft op de werkvoorwaarden die de medische activiteit buiten het ziekenhuis moeten regelen.