keyboard_arrow_right
Deontologie

AIDS en gevangenis

De Nationale Raad wordt om advies verzocht betreffende verschillende aspecten van AlDS‑preventie in de gevangenissen en meer bepaald over de vragen of:

  1. een gevangene kan worden verplicht een bloedmonster te laten afnemen ter bepaling of hij/zij al dan niet drager is van het AlDS‑virus ?
  2. het resultaat van dit (al dan niet verplicht) onderzoek, in een of andere vorm aan de directie van de instelling mag worden medegedeeld zodat maatregelen kunnen worden genomen ter bescherming van de gevangenisbewakers en de andere gedetineerden ?

In zijn vergadering van 19 oktober 1985, bracht de Nationale Raad het volgende advies uit:

Als antwoord op Uw eerste vraag, zal deze opsporing zoals vermeld onder punt 3 van bijlage 1, niet worden opgelegd aan de gedetineerden die haar weigeren.

Wat Uw tweede vraag betreft, is de Nationale Raad de mening toeg edaan dat de algemene regel van het beroepsgeheim de mededeling van resultaten van analyses aan derden verbiedt.

***

De bijlage waaraan gerefereerd wordt in bovenstaand advies, betreft een advies uitgebracht door de Provinciale raad van de Orde der geneesheren van Brabant/F en waarvan de tekst luidt als volgt:

1. Het is aangewezen om in de gevangenissen bij de risicogroepen het voorkomen van het LAV/HTLV 3 op te sporen.
2. De namen van de gedetineerden bij wie deze opsporing wordt uitgevoerd en de individuele resultaten behoren tot het medisch geheim.
3. Deze opsporing zal niet worden opgelegd aan de gedetineerden die haar weigeren.
4. Deze opsporing wordt toegestaan aan elke gedetineerde die haar aanvraagt.
5. Het resultaat wordt aan de betrokkene medegedeeld door de geneesheer. In geval van een positief resultaat, wordt het medegedeeld met de nodige uitleg en voorzichtigheid.
6. De seropositieve gedetineerden hebben het recht het advies in te winnen van een bevoegd geneesheer van hun keuze.
7. De seropositieve gedetineerden mogen niet gepenaliseerd worden omwille van hun toestand. Zij hebben het recht op dezelfde behandeling en op dezelfde voordelen als de andere gedetineerden. Zij hebben dezelfde verplichtingen.
8. De seropositieve gedetineerden moeten op de hoogte worden gebracht van de individuele maatregel die de verspreiding van het virus belet.
9. Het is thans medisch noch ethisch verantwoord de seropositieve gedetineerden samen te brengen in een of meer eenheden die voor hen zouden zijn gereserveerd.
10. In zijn contacten met de administratie of de gerechtelijke overheid, zal de geneesheer er bijzonder over waken dat in deze gevallen de algemene regel van het medisch geheim bewaard blijft.
11. De gevangenisartsen hebben de plicht op de hoogte te blijven van de wetenschappelijke evolutie betreffende deze ziekte.
Hun werkgever, met name de administratie, heeft de plicht hierbij te helpen.