keyboard_arrow_right
Deontologie

Aids - Opsporing van HIV

Een geneesheer-directeur van een ziekenhuis verzoekt de Nationale Raad om advies aangaande een vragenlijst die naar de ziekenhuizen gezonden wordt in het kader van een enquête die uitgevoerd wordt in opdracht van de Europese Gemeenschap en betrekking heeft op de situatie van de HIV-patiënten in de landen van de Europese Unie.
In de vragenlijst wordt onder meer gevraagd of het ziekenhuis voorstander is van een veralgeming van de HIV-test bij opname van een patiënt en voor zijn personeel.
Daarnaast heeft het betrokken ziekenhuis een exemplaar ontvangen van een collectieve arbeidsovereenkomst van een ziekenhuiscentrum, waarin de werkgever zich ertoe verbindt geen onderzoek uit voeren naar seropositiviteit, noch bij de aanwerving van een werknemer, noch tijdens diens loopbaan.

Advies van de Nationale Raad :

In verband met de vragenlijst herinnert de Nationale Raad aan de richtlijn die hij op 16 oktober 1993 uitgevaardigd heeft met betrekking tot de opsporing van HIV-seropositiviteit en de deontologische regels. Bijgaand vindt u hiervan een kopie. Hij beklemtoont dat een HIV-test slechts uitgevoerd mag worden met de vrijwillige en voorgelichte toestemming van de patiënt en dat het resultaat ervan aan de patiënt medegedeeld moet worden door de arts. Dit resultaat valt onder het beroepsgeheim van de arts. De opsporing van HIV-seropositiviteit mag geen discriminatie met zich brengen en de arts moet arbeids- of aanwervingsregels en -onderzoeken die niet in overeenstemming zijn met de deontologische voorschriften, weigeren.

Een overeenkomst mag geen afbreuk doen aan de diagnostische en therapeutische vrijheid, noch van de behandelend arts noch van de arbeidsgeneesheer.

De Nationale Raad vestigt de aandacht erop dat de arbeidsgeneesheer zowel door de regels van geneeskundige plichtenleer als door de wettelijke bepalingen inzake de arbeidsbescherming gebonden is door het medisch beroepsgeheim. Het is bijgevolg uitgesloten dat om het even wie, zelfs de directie of de werkgever, door de arbeidsgeneesheer op de hoogte wordt gebracht van de seropositiviteit van een werknemer.