keyboard_arrow_right
Deontologie

HIV-positieve patiënt die één of meerdere personen van een verzorgingsteam besmet kan hebben

Een provinciale raad legt de Nationale Raad volgend probleem voor: een bezoldigd personeelslid van een ziekenhuis werd door zijn handschoenen door geprikt bij het opruimen van een naald die gebruikt werd bij een ingreep op een persoon met gekende seropositiviteit.
De vraag rijst dan: kan men, rekening houdend met de voorschriften van de Orde van geneesheren inzake de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer en van het medisch geheim, de potentiële donor verplichten zich te onderwerpen aan een serologisch onderzoek? Welke houding dient aangenomen te worden wanneer de donor weigert? Kan de Nationale Raad een gedragsregel opstellen die toelaat correct te handelen in een dergelijke situatie?

De Nationale Raad stelt voor dat de provinciale raad onderstaande brief zou sturen aan de adviesvragende arts:

"Betreft : houding die aangenomen dient te worden ten aanzien van een gekende HIV-positieve patiënt die door onoplettendheid derden besmet kan hebben.

Wat betreft de derden die per ongeluk in contact kwamen met biologische producten van een gekende HIV-patiënt of met technisch materiaal dat gebruikt werd voor de verzorging van deze patiënt, moet hun serologie herhaaldelijk onderzocht worden, volgens de meest recente aanbevolen schema's, om het bestaan van een besmetting te bevestigen of te ontkrachten.

Wat betreft de gekende HIV-patiënt, is het belangrijk te weten in welk stadium zijn aandoening zich bevindt en in het bijzonder zijn viremie. Hiertoe kan men hem dringend verzoeken in te stemmen met een serologisch onderzoek, zonder hem ertoe te kunnen verplichten. De regels van het beroepsgeheim moeten strict geëerbiedigd worden door de interveniënten in de verzorging, zowel ten aanzien van de donor als van de potentiële ontvanger(s).

Wanneer men de toestemming verkreeg van de potentiële donor, moet hem het resultaat van het onderzoek meegedeeld worden en moet zijn akkoord gevraagd worden om de potentieel besmette persoon (personen) op anonieme manier in te lichten teneinde aan deze laatste(n) enerzijds elementen te bezorgen in verband met een mogelijke infestatie en, anderzijds, indien nodig een prognose te formuleren.
Overredingskracht is dus geboden, gezien de gewaarborgde vertrouwelijkheid!

De weigering van de potentiële donor kan niet bestempeld worden als niet-hulpverlening aan een persoon in gevaar. De diagnostische stappen ten aanzien van potentieel besmette derden, de eventuele therapeutische beslissingen die hen betreffen en de preventieve maatregelen om de verspreiding te vermijden, zijn inderdaad niet afhankelijk van de toestemming door de potentiële donor om zijn serologie te laten onderzoeken."