keyboard_arrow_right
Deontologie

HIV-Test op het bloed van overleden verkeersslachtoffers

Een verpleegster van een spoedgevallendienst verzorgt een verkeersslachtoffer, dat later overlijdt. De verpleegster, die in aanraking gekomen is met het bloed van het slachtoffer, maakt zich ongerust en vraagt aan de arts van het laboratorium die een bloedstaal voor alcoholdosering gekregen heeft hierop een HIV-test te verrichten en haar het resultaat mede te delen.
De betrokken arts verzoekt de Raad om advies aangaande de deontologische problemen die hieruit voortvloeien.

Advies van de Nationale Raad :

De Nationale Raad heeft in zijn vergadering van 18 februari 1995 kennis genomen van uw schrijven betreffende een H.I.V.-test op het bloed van een overleden verkeersslachtoffer.

De Raad is de mening toegedaan dat in de door U aangehaalde casus een bloedstaal niet kan ontleed worden voor enig ander doeleinde dan hetgeen het voorwerp was van de opdracht van de gerechtelijke overheid.

In alle geval zou de mededeling van de uitslag van dergelijke analyse aan de betrokken verpleegster een schending van het beroepsgeheim zijn.