Retrovir
De toepassing van § 64, hoofdstuk IV, van bijlage I van het koninklijk besluit van 2 september 1980 zoals gewijzigd bij koninklijk besluit van 8 april 1988, doet problemen rijzen m.b.t. de terugbetaling van het geneesmiddel Retrovir. Bedoeld geneesmiddel geeft enkel aanleiding tot een tegemoetkoming indien het werd voorgeschreven voor de behandeling van de gevolgen van een HlV‑infectie bij patiënten met het "Acquired Immune Deficiency Syndrome" (AIDS) of AIDS-related complex (ARC), gestaafd met een door een arts, verbonden aan een erkend AlDS‑centrum, opgesteld volledig en gemotiveerd verslag.
Een provinciale raad maakt melding van het protest dat met name door een aantal universitaire ziekenhuizen werd geformuleerd in verband met deze regeling, die h.i. neerkomt op een beperking van de vrije artsenkeuze van de patiënten en de stigmatisering van de zieken die zich verplicht tot een erkend centrum moeten richten.
De Nationale Raad beslist deze kwestie voor te leggen aan het Beheerscomité van het RIZIV en een brief te richten aan Minister Delizée.