Vaststelling door een arts van alcoholisme op het werk
Een provinciale raad werd om advies verzocht over de vaststelling, door een arts, van de staat van dronkenschap van een werknemer.
De provinciale raad heeft terzake een ontwerpadvies voorbereid en legt dit ter goedkeuring voor aan de Nationale Raad.
Antwoord van de Nationale Raad:
De Nationale Raad heeft in zijn vergadering van 20 september 1997 de in rubriek vermelde aangelegenheid onderzocht.
Naar zijn mening kan alleen een arbeidsgeneesheer of iemand die als dusdanig optreedt (kleinere bedrijven zijn verbonden aan een arbeidsgeneeskundige dienst) de bedoelde vaststellingen doen.
Hij stelt voor dat het antwoord aan dr. X vanaf de vierde alinea van het briefontwerp als volgt zou luiden :
De werkgever kan op basis van artikel 104, §2, van het ARAB enkel een beroep doen op zijn arbeidsgeneesheer of een arts die als dusdanig optreedt om een werknemer te onderzoeken die mogelijks een ernstig gevaar voor besmetting of onveiligheid zou betekenen voor zijn gezellen in werkplaats of kantoor. Hij mag echter aan de werkgever uitsluitend en alleen verklaren dat de werknemer op het ogenblik van het onderzoek al dan niet geschikt is voor het hem toegewezen werk.
Een controlearts, op wie wegens de specificiteit van zijn functie alleen een beroep kan worden gedaan als een werknemer zich wegens ziekte of ongeval in de onmogelijkheid verklaart om zijn werk te verrichten, kan terzake niet tussenkomen noch vaststellingen doen.
Hierbij is te vermelden dat de werkgever zich in verband met de dronkenschap van een werknemer kan beroepen op getuigenbewijs dat in het arbeidsovereenkomstenrecht een volwaardig bewijsmiddel is.