Beroepsgeheim – Meedelen van de COVID-19-diagnose door de arts
De nationale raad beantwoordde meerdere vragen wat betreft het meedelen van de COVID-19-diagnose door de arts (cf. Vragen en Antwoorden (maart, april, mei 2020) gepubliceerd op www.ordomedic.be, rubriek COVID-19).
Wat betreft de vraag of een arts de diagnose van een overleden patiënt mag meedelen aan het mortuarium en de begrafenisondernemer ingeval het gaat om een COVID-19-patiënt, verwijst de nationale raad o.a. naar de aanbevelingen van Sciensano, "Procedure voor het beheer van een overlijden van een patiënt met Covid-19", versie van 30 april 2020, https://epidemio.wiv-isp.be/ID/Documents/Covid19/COVID-19_procedure_deaths_NL.pdf.
Uit punt 3 "Informatieoverdracht" blijkt uitdrukkelijk dat personeel van het mortuarium en de begrafenisondernemers op de hoogte moeten worden gebracht van een (mogelijk) overlijden door COVID-19, via strook A van het overlijdensattest (Model IIIC en IIID).
Punt 10 "Administratieve bepalingen", preciseert het volgende:
"Op het overlijdensattest (Model IIIC of IIID) moet de arts bij het overlijden van een patiënt die COVID-19 positief testte of bij een klinisch vermoeden dat deze COVID-19 positief is, maar geen test werd uitgevoerd (mogelijk geval) op strook A bij rubrieken ‘bezwaar tegen schenking lichaam(2)': ja aankruisen en bij ‘bezwaar tegen eventueel vervoer zonder kist(6)': neen.
(...)
Op de strook A moet gespecifieerd worden dat het gaat om een (mogelijk) overlijden aan COVID-19.
COVID-19 is geen tegenindicatie voor crematie."
Wat betreft de vermelding van de diagnose van COVID-19 op het geneesmiddelenvoorschrift ter bescherming van de apotheker die het geneesmiddel aflevert, is de nationale raad van mening dat het beroepsgeheim van toepassing blijft.
De diagnose van de patiënt moet niet worden vermeld op het geneesmiddelenvoorschrift.