keyboard_arrow_right
Deontologie

Resultaten

Resultaten

Transseksualiteit09/12/2023 Documentcode: a170021
De medische ondersteuning voor minderjarigen met genderdysforie.

De nationale raad van de Orde der artsen wordt om advies verzocht over de medische begeleiding van een minderjarige patiënt met genderdysforie.

De onderstaande aanbevelingen zijn bedoeld om collega's te wijzen op enkele deontologische aspecten waarmee rekening gehouden moet worden.

1. De behandeling van genderdysforie bij een minderjarige patiënt is een uitdaging, niet in het minst vanwege de onzekerheid over de langetermijneffecten van de gemaakte therapeutische keuzes. Zowel het instellen van een onaangepaste behandeling als het uitstellen van een geschikte behandeling kunnen schadelijk zijn voor de lichamelijke en psychische gezondheid van de patiënt.

Gezien het veranderende patiëntenprofiel en het toenemend aantal aanvragen is er binnen de medische wereld eensgezindheid om meer wetenschappelijk onderzoek uit te voeren dat zich toespitst op de psycho-sociale en de medische zorg voor jonge transgenders en dit om de beste zorgstandaarden te kunnen bepalen.

Dit wetenschappelijk onderzoek moet klaarheid scheppen in de actueel sterk uiteenlopende meningen over de oorzaken en de behandeling van genderdysforie.[1] Ook patiëntervaringen moeten hierin meegenomen worden.

2. Intussen is het de verantwoordelijkheid van de zorgteams om zo goed mogelijk en op een professionele wijze te reageren op hulpvragen van patiënten en hun familie, met respect voor de medische ethiek en deontologie.

Dit kan alleen bereikt worden door een ervaren multidisciplinair team dat overleg pleegt. De allesomvattende, langdurige behandeling van een minderjarige patiënt, zowel op mentaal als fysiek gebied, vergt immers een breed scala aan specifieke vaardigheden, met name op het gebied van kindergeneeskunde, psychologie, endocrinologie, kinderpsychiatrie, enz. Overleg bevordert een genuanceerde en zorgvuldige klinische benadering, wat essentieel is gezien de complexiteit van genderdysforie bij minderjarigen. Kritische reflectie moet aangemoedigd worden, waarbij in het bijzonder rekening gehouden wordt met de evoluerende aard van de aanbevelingen voor goede praktijkvoering uitgaande de wetenschappelijke verenigingen.

3. De sociale context en de invloed daarvan op het welzijn van de jongere en de uiting van zijn dysforie moeten terdege ingeschat worden.

De familiale omgeving van de jonge patiënt heeft een grote invloed op zijn ontwikkeling en welzijn. De specifieke behoeften van ouders of naaste familieleden, die geconfronteerd worden met een emotioneel moeilijke en beangstigende situatie, mogen niet over het hoofd gezien worden. Hun welzijn draagt rechtstreeks bij aan dat van de minderjarige.

4. De informatie dient aan de patiënt en aan zijn ouders geleidelijk tactvol worden gegeven, herhaald, volledig en transparant. De bijwerkingen en risico's die medicamenteuze behandelingen kunnen hebben op de actuele en toekomstige gezondheid van de patiënt en de onomkeerbare gevolgen ervan moeten aan bod komen. Schriftelijke informatie als aanvulling op mondelinge informatie is wenselijk.

De nationale raad is van mening dat het verkrijgen van de vrije en geïnformeerde toestemming van de minderjarige patiënt een cruciale stap is bij elke medische behandeling ingegeven door een discrepantie tussen het lichaam en de genderidentiteit.

Het beoordelen van het begripsvermogen van de minderjarige patiënt en “het in staat zijn tot een redelijke beoordeling van zijn belangen” bij dit soort behandeling vereist een zorgvuldige aanpak. Het veronderstelt dat de minderjarige in staat is om een afweging te maken tussen de verwachte voordelen en de mogelijke risico’s maar ook om onderscheid te maken tussen gender en seksuele geaardheid. Er dient rekening gehouden te worden met de fysieke, psychologische en cognitieve ontwikkeling (het begripsvermogen) van de jongere in volle groei, inclusief de ingrijpende veranderingen die dit kan veroorzaken in zijn psyche.

5. De behandeling moet geleidelijk aan plaatsvinden, met voldoende tijd voor reflectie, zodat nagegaan kan worden of de minderjarige volhardt in zijn zorgverzoek. Dit vergt luisterbereidheid en tijd, om zowel de patiënt en zijn ouders als het zorgteam toe te laten om de beste keuze te kunnen maken.

De psychologische begeleiding is continu en omhelst ook nazorg.

Indien de jongere andere gezondheidsproblemen heeft, wordt onderzocht wat de impact ervan is op de door hem geuite genderdysforie. Zo nodig worden ze behandeld of gestabiliseerd vóór elke fysieke ingreep met het oog op transitie.

Elke fase van de zorg wordt besproken met de patiënt en beide ouders als ze samen het ouderlijk gezag uitoefenen, of de wettelijke vertegenwoordigers van de patiënt, en met het hele zorgteam.

Indien de minderjarige, oordeelsbekwame patiënt zijn bezorgdheid uit over de reactie van zijn ouders, dient het zorgteam hem zijn expertise, hulp bij de dialoog en ondersteuning te bieden om hem te helpen zijn angsten of vooroordelen over zijn ouders te overwinnen.

Betreffende niet-spoedeisende zorg met onomkeerbare gevolgen, beveelt de nationale raad aan de uitdrukkelijke toestemming van beide ouders van de minderjarige te vragen. Indien dit niet mogelijk blijkt en de zorgvraag blijft bestaan, moet het zorgteam de mening van externe deskundigen vragen over de geschiktheid van de voorgestelde behandeling voor de persoonlijke situatie van de patiënt. Deze deskundigen moeten hun advies verstrekken na rechtstreeks contact met de patiënt en niet op basis van dossiers en dienen in het bijzonder rekening te houden met het ontbreken van steun van de ouders.

6. Het gebruik van puberteitsremmers en geslachtsbevestigende hormonen vereist dat de identiteitsperceptie van de patiënt en zijn specifieke behoeften voldoende onderzocht zijn en dat rekening gehouden is met de mogelijke evolutie ervan. Het stadium van puberale ontwikkeling bepaalt wanneer een dergelijke behandeling overwogen kan worden.

7. Alle informatie met betrekking tot de beslissing moet opgenomen worden in het medisch dossier.


[1] Gender dysphoria describes a state of distress or discomfort that may be experienced because a person’s gender identity differs from that which is physically and/or socially attributed to their sex assigned at birth, Standards of Care for the Health of Transgender and Gender Diverse People, version 8, World Professional Association for Transgender Health (WPATH) (https://www.wpath.org/ - geraadpleegd op 17 oktober 2023).

Transseksualiteit16/10/2021 Documentcode: a168019
Gender en gezondheidszorg

In zijn vergadering van 16 oktober 2021 heeft de nationale raad van de Orde der artsen de ontvangst en de behandeling van LGBT+-patiënten door artsen besproken.

Stereotypen en vooroordelen die worden geuit door de arts over genderrollen, genderidentiteit en seksualiteit zetten een rem op de toegang tot en de kwaliteit van de zorg.

Deze brengen bij de patiënt het gevoel teweeg uitgesloten of niet gerespecteerd te worden, hetgeen in strijd is met de Hippocratische waarden.

Deze stereotypen en vooroordelen leiden ertoe dat de patiënt zich in zichzelf keert, het gevoel heeft onzichtbaar te zijn, zorg vermijdt die nochtans noodzakelijk is en aan zelfcensuur doet door vrijwillig informatie te verzwijgen uit vrees voor vooroordelen. Daardoor wordt niet alleen het welzijn van het individu negatief beïnvloed maar krijgt hij ook niet de zorg die zijn toestand vergt.

Door gebruik te maken van een neutrale taal, niet-geslachtsgebonden formuleringen en open vragen met meer antwoordmogelijkheden, geeft de arts de patiënt de kans zich vrijer uit te drukken en toegang te krijgen tot zorg die aangepast is aan zijn persoonlijke situatie.

Tekenen van openheid zoals een brochure of een logo in de wachtkamer kunnen de patiënt vertrouwen geven dat de arts met hem begaan is.

De nationale raad spoort de universiteiten en artsen ertoe aan hun kennis te ontwikkelen en te onderhouden met oog voor de diversiteit van genderidentiteiten en seksuele geaardheden.

Twijfels over genderidentiteit of seksualiteit, in het bijzonder bij adolescenten, het worstelen met de identiteit en de stress en het psychisch lijden in verband met het verzwijgen zijn gezondheidskwesties die meer aandacht moeten krijgen van artsen, vooral in de eerstelijnszorg.

Minderjarigen28/06/2014 Documentcode: a146001
Medische begeleiding van een transseksuele minderjarige

Aan de Nationale Raad wordt een vraag gesteld betreffende het probleem van de medische begeleiding van een transseksuele minderjarige.

Advies van de Nationale Raad :

In zijn vergadering van 28 juni 2014 heeft de Nationale Raad van de Orde van geneesheren het probleem onderzocht van de medische begeleiding van een transseksuele minderjarige.

1° De wet van 10 mei 2007 betreffende de transseksualiteit heeft tot doel een wijziging van de burgerlijke staat en van de voornaam van de transseksueel te vergemakkelijken en niet de medische aspecten van de behandeling van deze personen te regelen, ofschoon de wet de medische voorwaarden voor het verkrijgen van deze wijzigingen vastlegt 1.

De voornoemde wet van 10 mei 2007 bepaalt dat de vastgelegde procedures met het oog op een geslachtswijziging respectievelijk tot stand komen nadat de betrokkene een geslachtsaanpassing of een hormonale substitutietherapie heeft ondergaan.

De kwestie van de medische begeleiding van de transseksuele patiënt rijst dus lang voordat er sprake is van deze procedures. Ze dient dan ook op een autonome wijze te worden benaderd en niet alsof ze tot doel zou hebben te beantwoorden aan de wettelijke criteria om de wijziging van de burgerlijke staat of van de voornaam te verkrijgen.

De therapeutische aanpak moet erop gericht zijn de bijzondere behoeften van de patiënt te vervullen.

2° De risico's en voordelen van elke behandelingsoptie, de vooringelichte toestemming van de patiënt, de toegankelijkheid van de behandeling, de continuïteit van de zorg moeten correct worden begrepen. De behandeling moet allesomvattend zijn en uitgewerkt in fasen zoals rolomkering, hormonentherapie, chirurgie gericht op de seksuele eigenschappen, gelaatstrekken, lichamelijke omvorming, psychotherapie (individueel, binnen een koppel, familie, groep).

In het geval van een minderjarige draait de kwestie van de wenselijkheid van de behandeling vooral rond de vraag of de overtuiging van de minderjarige tot het andere geslacht te behoren onomkeerbaar is en of hij hiervan nog steeds overtuigd zal zijn op volwassen leeftijd. Dit vereist dat het medisch team voldoende inzicht heeft in de psychologie van de ontwikkeling van het kind en van de adolescent.

Men dient aandacht te hebben voor de familiale omgeving (werking, psychologische en sociale aspecten) van de minderjarige patiënt om zich onder meer te vergewissen van zijn innerlijke overtuiging.

De medische behandeling dient in stappen te verlopen met een progressieve invasieve gradatie zodat de patiënt kan wennen aan de gevolgen ervan : eerst de volkomen omkeerbare ingrepen (het stilleggen van de productie van oestrogenen en of testosteron, het toedienen van progestativa om de effecten van de androgenen te reduceren, het toedienen van orale contraceptie om de regels stop te zetten), daarna de gedeeltelijk omkeerbare ingrepen (vervrouwelijkende of vermannelijkende hormonale therapie) en uiteindelijk de onomkeerbare ingrepen.

Rekening houdend met al deze criteria is het aangeraden een multidisciplinair team in te schakelen dat de nodige vaardigheden inzake psychiatrie, endocrinologie en reconstructieve heelkunde bijeenbrengt en dat bijzonder onderlegd en vertrouwd is met de behandeling van transseksualiteit, met inbegrip van de psychologische en sociale aspecten ervan.

3° De behandelende arts, kinderarts of huisarts, dient te worden betrokken bij de werkzaamheden van dit multidisciplinair team.De keuzes en beslissingen moeten in overleg met alle professionele hulpverleners worden genomen en door hen worden goedgekeurd en geformaliseerd in het medische dossier.

Zelfs al laat het oordeelsvermogen van de minderjarige hem toe zelfstandig te beslissen, is het onontbeerlijk dat zijn ouders betrokken worden bij het reflectieproces betreffende de behandeling van hun kind.

Het schriftelijk akkoord van de ouders en van de minderjarige beschermt de arts juridisch.

4° Inspanningen van wetenschappelijke verenigingen 2 om aanbevelingen van goede praktijken te verstrekken met betrekking tot de gezondheid van transseksuelen, transgenders en alle andere gendervariante personen, botsen soms op een gebrek aan consensus over de te verkiezen behandelingsstrategieën.

Daardoor bestaan er tussen de landen verschillen in de behandeling van patiënten die tijdens hun kindertijd of hun jeugd identiteitsproblemen hebben op grond van hun geslacht, met name onder invloed van de meningen van de gezondheidsberoepsbeoefenaars maar ook van culturele opvattingen.

1. Vroeger kon een transseksueel slechts een geslachtswijziging in zijn burgerlijke staat verkrijgen via een gerechtelijke procedure en een wijziging van zijn voornaam slechts op voorstand van de minister van Justitie.

2. The World Professional Association for Transgender Health (WPARH), Standards of Care for the Health of Transsexual, Transgender, and Gender Nonconforming People, Version 7, september 2013

Minderjarigen20/09/1997 Documentcode: a079026
Transseksualiteit - Toestemming van een minderjarige

De algemene afgevaardigde voor de rechten van het kind en bij de hulpverlening aan de jeugd (Franse Gemeenschap) stelt de Nationale Raad de vraag of een minderjarige, i.c. een 14-jarige jongen, een medische ingreep kan aanvragen voor een probleem van transseksualiteit.

Kan deze jongen zelf beslissen over een medische behandeling?

Kunnen de ouders hem vertegenwoordigen en zijn verzoek ondersteunen?

Mag een arts-endocrinoloog maatregelen nemen om het optreden van secundaire geslachtskenmerken te blokkeren door de toediening van vrouwelijke hormonen?

Advies van de Nationale Raad:

Uw vraag dd 9 juni 1997 betreffende de toestemming van een minderjarige betreffende de medische behandeling "transseksualiteit" werd door de Nationale Raad in zijn vergadering van 23 augustus 1997 en 20 september 1997 onderzocht.

Vooreerst wordt gevraagd of een 14-jarige alleen kan beslissen tot een hormonale behandeling in het kader van transseksualiteit. Hierop kan geen algemeen geldend antwoord gegeven worden daar vanuit deontologisch oogpunt het bereikte niveau van het onderscheidingsvermogen van de 14-jarige (tot de jaren van verstand gekomen zijn) voor de wijze van behandeling van zijn verzoek bepalend zal zijn. De arts zal met voorzichtigheid en in geweten oordelen over de graad van mentale rijpheid van de minderjarige en dit in functie van de problematiek. Daar een hormonale behandeling van een transseksueel een ernstige ingreep is, kan daartoe slechts na multidisciplinair overleg besloten worden.

Vervolgens wordt gevraagd naar de rol van de ouders bij het gestelde probleem. Het is uitgesloten dat de ouders in de plaats van de minderjarige een dergelijke beslissing nemen. De minderjarige dient zelf volledig geïnformeerd te worden over de aard en de gevolgen van de behandeling en dient zijn volle toestemming te geven. Zo de medische indicatie zich stelt is het aan te bevelen zowel de toestemming van de minderjarige als de wettelijke vertegenwoordiger te bekomen. De voorgestelde behandeling instellen tegen de wil van de ouders is te ontraden zolang zij de wettelijke vertegenwoordiger van de 14-jarige zijn.

Ten slotte dient opgemerkt te worden dat elke behandeling van transseksualiteit conform de huidige stand van de medische wetenschap dient te zijn. Dit veronderstelt o.m. een voldoende lange observatieperiode en begeleiding door een multidisciplinair team alvorens met een hormonale behandeling wordt begonnen.