keyboard_arrow_right
Deontologie

Gender en gezondheidszorg

In zijn vergadering van 16 oktober 2021 heeft de nationale raad van de Orde der artsen de ontvangst en de behandeling van LGBT+-patiënten door artsen besproken.

Stereotypen en vooroordelen die worden geuit door de arts over genderrollen, genderidentiteit en seksualiteit zetten een rem op de toegang tot en de kwaliteit van de zorg.

Deze brengen bij de patiënt het gevoel teweeg uitgesloten of niet gerespecteerd te worden, hetgeen in strijd is met de Hippocratische waarden.

Deze stereotypen en vooroordelen leiden ertoe dat de patiënt zich in zichzelf keert, het gevoel heeft onzichtbaar te zijn, zorg vermijdt die nochtans noodzakelijk is en aan zelfcensuur doet door vrijwillig informatie te verzwijgen uit vrees voor vooroordelen. Daardoor wordt niet alleen het welzijn van het individu negatief beïnvloed maar krijgt hij ook niet de zorg die zijn toestand vergt.

Door gebruik te maken van een neutrale taal, niet-geslachtsgebonden formuleringen en open vragen met meer antwoordmogelijkheden, geeft de arts de patiënt de kans zich vrijer uit te drukken en toegang te krijgen tot zorg die aangepast is aan zijn persoonlijke situatie.

Tekenen van openheid zoals een brochure of een logo in de wachtkamer kunnen de patiënt vertrouwen geven dat de arts met hem begaan is.

De nationale raad spoort de universiteiten en artsen ertoe aan hun kennis te ontwikkelen en te onderhouden met oog voor de diversiteit van genderidentiteiten en seksuele geaardheden.

Twijfels over genderidentiteit of seksualiteit, in het bijzonder bij adolescenten, het worstelen met de identiteit en de stress en het psychisch lijden in verband met het verzwijgen zijn gezondheidskwesties die meer aandacht moeten krijgen van artsen, vooral in de eerstelijnszorg.