keyboard_arrow_right
Deontologie

Toediening van vaccins

Toediening van vaccins*

Een provinciale raad verzoekt de Nationale Raad om toelichting van zijn advies van 20 januari 1996 betreffende de toediening van vaccins door een verpleegkundige.

Antwoord van de Nationale Raad :

In antwoord op uw brief van 26 augustus 1996, ref. : JF/BP/96/936, betreffende het advies van de Nationale Raad inzake de toediening van vaccins door een verpleegkundige, bevestigt de Nationale Raad zijn advies van 20 januari 1996, verschenen in het Tijdschrift nr. 72 van de maand juni 1996.

Meer bepaald wat betreft de aanwezigheid of de nabijheid van een geneesheer bij het toedienen van een vaccin door een verpleegkundige, herinnert de Nationale Raad eraan dat het eenvoudige feit een behandelend geneesheer te kunnen contacteren in geval van ongeluk, niet kan geassimileerd worden met de notie van nabijheid zoals beschreven in het advies.

Advies van de Nationale Raad van 20 januari 1996 :

De Nationale Raad heeft in zijn vergadering van 20 januari 1996 kennis genomen van uw brief van 12 oktober 1995 betreffende de toediening van vaccins.

De Nationale Raad heeft in zijn vergadering van 20 januari 1996 kennis genomen van uw brief van 12 oktober 1995 betreffende de toediening van vaccins.

De toediening van een vaccin door een verpleegkundige is evenwel mogelijk op grond van het koninklijk besluit houdende vaststelling van de toevertrouwde handelingen en op voorwaarde dat:

  • het vaccin voorgeschreven is door een arts
  • het vaccin toegediend wordt volgens een nauwkeurig beschreven procedure
  • het vaccin toegediend wordt in aanwezigheid of in de nabijheid van een arts*.

* Sedertdien stelde het koninklijk besluit van 6 juni 1997 de aanwezigheid van een arts bij de toediening van een vaccin verplicht.