keyboard_arrow_right
Deontologie

Urinetest op drugs zonder medeweten van de patiënte, in geval van zwangerschap

De nationale raad heeft onderzocht of een arts een screening van de urine kan uitvoeren zonder uitdrukkelijke voorafgaande toestemming bij een zwangere patiënte indien er een sterk vermoeden is van middelenmisbruik.

Elke patiënt heeft het recht om geïnformeerd, voorafgaandelijk en vrij toe te stemmen in iedere tussenkomst van de beroepsbeoefenaar(1). De toestemming voor een medische tussenkomst wordt uitdrukkelijk gegeven(2), nadat de beroepsbeoefenaar hierover in duidelijke taal alle nodige informatie heeft meegedeeld(3).

Het recht om toe te stemmen voor een medische handeling is een persoonlijkheidsrecht. Dit betekent dat enkel de patiënt zelf, of zijn vertegenwoordiger, kan beslissen al dan niet in te stemmen met een medisch onderzoek of behandeling. Een medisch onderzoek uitvoeren zonder vrije en geïnformeerde toestemming houdt een schending in van het recht op privacy en het zelfbeschikkingsrecht van de patiënt.

De deontologische zorgvuldigheidsplicht vereist dat de arts de patiënte alle negatieve gevolgen van middelenmisbruik tijdens de zwangerschap uitlegt en de patiënte tracht te overtuigen een medisch onderzoek te ondergaan en indien nodig een behandeling te volgen.


(1) Art. 8, § 1, wet betreffende de rechten van de patiënt

(2) Art. 8, § 1, wet betreffende de rechten van de patiënt

(3) art. 7, §§ 1 en 2, wet betreffende de rechten van de patiënt