De arts informeert de patiënt correct over zijn beroepsbekwaamheid en beroepservaring. De arts die de patiënt verkeerdelijk informeert over zijn beroepstitels, schendt de medische deontologie.
De arts bepaalt zijn ereloon correct en op basis van de werkelijk geleverde prestaties (art. 33, Code van medische deontologie). Het ereloon wordt te goeder trouw bepaald en dient gematigd te zijn. De arts die diensten aanbiedt aan buitensporige tarieven, schendt de medische deontologie.
De arts mag geen geneesmiddelen of gezondheidsproducten verkopen, noch promoten. De arts die voedingssupplementen te koop aanbiedt, streeft een commercieel doel na, hetgeen in strijd is met de medische deontologie.
[Extract]
« (…)
Inzake:
Dr. X, wonende te (…).
Dr. X staat tuchtrechtelijk terecht wegens schending van de eer en de waardigheid van het beroep van arts te (…) minstens in de periode van dd. (…) tot dd. (…) wegens commerciële uitoefening van de geneeskunde onder de vorm van gezondheidscoaching en levensstijlbegeleiding en het hiervoor aanrekenen van buitensporig hoge erelonen door middel van abonnementen waarbij Dr. X zich als cardioloog voorstelt terwijl hij enkel als basisarts erkend is in België, alsook het verkopen van voedingssupplementen op de website (…), zoals verwoord in de klacht van Dr. DR per e-mail dd. (…) overgemaakt aan de Orde der artsen.
Gelet op de stukken van het tuchtdossier;
Gelet op de uitleg van Dr. X, hierin bijgestaan door zijn raadsman mr. AD op de zitting van de Raad van dd. (…), gehouden achter gesloten deuren;
I. FEITENRELAAS EN VOORGANDEN
1.
Op dd. (…) ontving de provinciale raad een vraag van dr. DR die bezorgd was omtrent de organisatie (…), die gezondheidscoaching biedt en waarvan dr. X deel uitmaakt. Zij wijst op de diensten die tegen zeer hoge prijzen worden aangeboden, waarbij dr. X op de website laat uitschijnen dat hij cardioloog is daar waar hij volgens de website van de Orde der artsen slechts als basisarts is erkend in België en waarbij hij diensten van lifestyle medicine voorstelt.
2.
In zijn schriftelijke versie van dd. (…) geeft dr. X aan dat hij ten opzichte van zijn cliënten transparant is omtrent zijn specialisaties die hij in Brazilië heeft voltooid, zonder erkenning hiervoor in België. Alle patiënten zouden hierover goed geïnformeerd zijn. Hij legt uit dat hij op het UZ van (…) gewerkt heeft en brengt een Postgraduaatcertificaat in Cardiale Elektrofysiologie en Pacing van de (…) bij. In het (…)-centrum voert hij zelf geen bloedtests, beeldvorming of andere testen uit. Hij stelt het voor als zijn wens en verlangen om zijn impact op de gezondheid van patiënten te vergroten, waarbij hij zijn expertise gebruikt om uitgebreide levensstijlbegeleiding te bieden. Deze benadering vereist langere consultperiodes van twee tot vier uur, zodat een diepgaande gezondheidsevaluatie mogelijk is en er een vertrouwensrelatie tussen patiënt en de arts kan ontstaan.
Hij voegt eraan toe dat hij gecertificeerd is in lifestylegeneeskunde door (…).
3.
Bij de Onderzoekscommissie van dd. (…) legt dr. X uit waarom hij in België zijn specialisatie als cardioloog nooit heeft beëindigd. Hij plaatste wel pacemakers in het UZ van (…) doch de vereisten van deelname aan wachten, het feit dat hij geen Frans sprak en dat hij nog een stageplan moest volgen van één jaar, waren te zwaar om de opleiding af te ronden. Binnen (…) heeft hij zich nooit voorgedaan als cardioloog, hoewel dit wel zo vermeld staat op de website. Dr. X laat weten dat de mental coaching binnen (…) niet winstgevend is en dat hij zijn activiteiten via een eenmanszaak zal verderzetten.
4.
Op de raadszitting van dd. (…) werd hij in betichting gesteld.
II. BEOORDELING
5.
Uit de elementen van het dossier, de schriftelijke en mondelinge toelichtingen van Dr. X op de onderzoekscommissie en de raadszitting blijkt duidelijk dat de arts heeft aanvaard om mee te stappen in een project van lifestyle medicine, coaching en mental wellness, onder de benaming (…), waarbij hij minstens op de website werd voorgesteld als cardioloog. Op deze website werd een “preventief screeningsplan voor Lifestyle medicine” aangeboden voor 499 euro en een vervolgplan voor 249 euro/maand. Daarnaast was er ook een mogelijkheid om online voedingssupplementen aan te kopen.
Dokter X stelt ter zitting dat hij wel wist wat er op de website gepubliceerd stond, maar dat hij hier niet echt achterstond. Anderzijds was hij er zich naar eigen zeggen niet van bewust dat hij hiermee de deontologie schond. Ten gevolge van deze procedure heeft hij beslist geen deel meer uit te maken van (…) en zich op zelfstandige basis te vestigen. Hij maakt geen reclame meer voor zijn diensten in lifestyle medicine en werkt voornamelijk op basis van mond aan mondreclame. Hij rekent geen consultaties aan waarvoor een tussenkomst van het RIZIV wordt voorzien. Ter zitting laat dr. X uitschijnen niet te weten wat hij precies van plan is in de toekomst (toch zijn opleiding als cardioloog vervolledigen, naar het buitenland verhuizen, …).
6.
Er dient herinnerd te worden aan artikel 33 CMD: “De arts bepaalt zijn ereloon correct en op basis van de werkelijk geleverde prestaties. De arts informeert de patiënt vooraf duidelijk over de bepaling van zijn ereloon.”
En artikel 34 CMD bepaalt: “De arts stelt de belangen van de patiënt en van de maatschappij boven zijn eigen financiële belangen.
De arts verkoopt of produceert geen geneesmiddelen, behoudens eventuele wettelijke uitzonderingen. Hij verkoopt, verhuurt noch promoot medische hulpmiddelen of gezondheidsproducten.”
De Raad is van oordeel dat dr. X minstens zeer onvoorzichtig tewerk is gegaan bij het mede-oprichten van het project (…) waarbij hij, door een verkeerde voorstelling van zaken, minstens de indruk gewekt heeft dat hij cardioloog is.
De tarieven die er gehanteerd worden en de voedingssupplementen die te koop worden gesteld streven een commercieel doel na, hetgeen in strijd is met de deontologie. Dr. X ziet dit in.
Als erkend basisarts dient hij zich te houden aan de volgende beperkingen (www.inami.fgov.be/SiteCollectionDocuments/bevoegdheidscode_000_009.pdf) :
(…)
De raad meent dat een berisping een gepaste sanctie is voor de gepleegde feiten. Dr. X lijkt zich bewust van de beperkingen die de deontologie hem oplegt zolang hij ervoor kiest als arts erkend te blijven. Het inwinnen van advies bij de orde en/of zijn raadsman is hierbij raadzaam alvorens een nieuw project op te starten.
Gelet op de artt. 33 en 34 van Code van medische deontologie van 2018, de artt. 6.2, 16, 19, 20, 24 K.B. nr. 79 van 10.11.1967 en op de artt. 24, 5, 26, 28 van het K.B. van 6.02.1970;
OM DEZE REDENEN,
DE RAAD,
Na het woord voor het laatst aan beklaagde te hebben gegeven voor zijn verdediging en na te hebben beraadslaagd,
RECHTSPREKEND NA TEGENSPRAAK, met de vereiste meerderheid,
Spreekt een BERISPING uit ten aanzien van Dr. X ».