Code van medische deontologie

Hoofdstuk 1: Arts - patiëntverhouding

print
01/01/1975
Artikel 31

De arts, of hij nu vrij door de patiënt werd gekozen of aan de patiënt door een wet, een bestuurlijke verordening of bepaalde omstandigheden werd opgelegd, moet altijd correct zijn en begrip tonen; behalve in gevallen met een duidelijke therapeutische weerslag zal hij zich van inmenging in familiale aangelegenheden onthouden; hij zal er op bedacht zijn geen filosofische, godsdienstige of politieke overtuiging te kwetsen.

Oudere versies