Wanneer deze artsen menen een diagnose te moeten stellen of een prognose te moeten maken, mogen zij slechts besluiten formuleren nadat zij de patiënt hebben gezien en persoonlijk hebben ondervraagd, zelfs indien zij gespecialiseerde onderzoekingen hebben laten uitvoeren of over elementen beschikken die hen door andere artsen werden medegedeeld.
Code van medische deontologie
Hoofdstuk 4: De arts als adviseur, controleur, deskundige of ambtenaar