Code van medische deontologie

Hoofdstuk 4: De professionele samenwerking tussen artsen

print
02/06/2012
Artikel 163

De professionele eenpersoonsvennootschap

§1. Elke arts kan voor de uitoefening van zijn beroep overgaan tot de oprichting van een professionele eenpersoonsvennootschap, indien wordt voldaan aan de voorwaarden voorzien in de hierna volgende paragrafen 2 tot en met 6.

§2. De paragrafen 2, 3, 4 en 5 van artikel 162 zijn mutatis mutandis van toepassing.

§3. Wanneer een arts gebruik maakt van de in §1 geboden mogelijkheid blijven alle deontologische regelen die voor elke individuele arts gelden van toepassing.

§4. Bij het naar buiten treden wordt de rechtsvorm vermeld evenals de naam van de arts en het uitgeoefende specialisme.

§5.(Gewijzigd op 2 juni 2012) De eenpersoonsvennootschap kan zoals elke individuele arts toetreden tot een in dit hoofdstuk voorziene (kosten)associatie, een middelenvennootschap of een vzw, en dit met toepassing van respectievelijk de artikelen 160, 164 en 165. De vennoot stelt zijn provinciale raad daarvan in kennis en legt de nodige stukken ter goedkeuring voor.

§6. Wanneer een eenpersoonsvennootschap omgezet wordt in een professionele vennootschap van meerdere artsen, dienen alle op deze laatste vennootschapsvorm toepasselijke bepalingen nageleefd te worden. De vennoot stelt zijn provinciale raad van het voornemen tot omzetting in kennis en legt hem voorafgaandelijk alle stukken ter goedkeuring voor.

Oudere versies
16/03/2002

De professionele eenpersoonsvennootschap

§1. Elke arts kan voor de uitoefening van zijn beroep overgaan tot de oprichting van een professionele eenpersoonsvennootschap, indien wordt voldaan aan de voorwaarden voorzien in de hierna volgende paragrafen 2 tot en met 6.

§2. De paragrafen 2, 3, 4 en 5 van artikel 162 zijn mutatis mutandis van toepassing.

§3. Wanneer een arts gebruik maakt van de in §1 geboden mogelijkheid blijven alle deontologische regelen die voor elke individuele arts gelden van toepassing.

§4. Bij het naar buiten treden wordt de rechtsvorm vermeld evenals de naam van de arts en het uitgeoefende specialisme.

§5. De eenpersoonsvennootschap kan zoals elke individuele arts toetreden tot een in dit hoofdstuk voorziene (kosten)associatie, een professionele vennootschap met rechtspersoonlijkheid, een middelenvennootschap of een vzw, en dit met toepassing van respectievelijk de artikelen 160, 162, 164 en 165. De vennoot stelt zijn provinciale raad daarvan in kennis en legt de nodige stukken ter goedkeuring voor.

§6. Wanneer een eenpersoonsvennootschap omgezet wordt in een professionele vennootschap van meerdere artsen, dienen alle op deze laatste vennootschapsvorm toepasselijke bepalingen nageleefd te worden. De vennoot stelt zijn provinciale raad van het voornemen tot omzetting in kennis en legt hem voorafgaandelijk alle stukken ter goedkeuring voor.

24/10/1998

De professionele eenpersoonsvennootschap

§1. Het huishoudelijk reglement bepaalt de wijze van berekening van de onkostenstaten van de artsen.

In geval van een honorariumpool bepaalt het huishoudelijk reglement ook de verdeelsleutel en de werkverdeling.

In geval van een vennootschap met rechtspersoonlijkheid worden de werkverdeling, alle vergoedingen voor het gepresteerde werk – inclusief de eventuele bezoldigingen als bestuurder – en terugbetalingen van kosten en vacaties vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst die onderworpen is aan de bepalingen van artikel 161.

§2. De statuten bepalen de voorwaarden waaronder een reserve kan worden aangelegd.

§3. Een reserve kan enkel worden aangelegd met eenparig akkoord van de artsen-vennoten tenzij de provinciale raad een andere meerderheid aanvaardt.

De omvang van de reserve moet overeenstemmen met het maatschappelijk doel en mag geen speculatiedoeleinden verdoezelen noch de belangen van bepaalde vennoten in gevaar brengen.

20/03/1993

De professionele eenpersoonsvennootschap

  1. Het huishoudelijk reglement bepaalt de wijze van berekening van de onkostenstaten van de artsen.

    In geval van een honorariumpool bepaalt het huishoudelijk reglement ook de verdeelsleutel ervan en de werkverdeling.

    In geval van een vennootschap met rechtspersoonlijkheid wordt de werkverdeling en de vergoeding voor het gepresteerde werk vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst onderworpen aan de bepalingen van artikel 161.

  2. De statuten bepalen de voorwaarden waaronder een reserve kan worden aangelegd.
  3. Een reserve kan enkel worden aangelegd met eenparig akkoord van de artsen-vennoten tenzij de provinciale raad een andere meerderheid aanvaardt.

    De omvang van de reserve moet overeenstemmen met het maatschappelijk doel en mag geen speculatiedoeleinden verdoezelen noch de belangen van bepaalde vennoten in gevaar brengen.

19/01/1991

De professionele eenpersoonsvennootschap

§1. Het huishoudelijk reglement bepaalt de wijze van berekening van de onkostenstaten van de artsen.

In geval van een honorariumpool bepaalt het huishoudelijk reglement ook de verdeelsleutel ervan en de werkverdeling.

In geval van een vennootschap met rechtspersoonlijkheid wordt de werkverdeling en de vergoeding voor het gepresteerde werk vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst onderworpen aan de bepalingen van artikel 161.

§2. De statuten bepalen de voorwaarden waaronder een reserve kan worden aangelegd.

§3. Een reserve kan enkel worden aangelegd met eenparig akkoord van de artsen-vennoten tenzij de provinciale raad een andere meerderheid aanvaardt.

20/06/1987

De professionele eenpersoonsvennootschap

§1. Het huishoudelijk reglement bepaalt de wijze van berekening van de onkostenstaten van de artsen; voor de ingebrachte kapitalen mag enkel een normale intrest worden aangerekend.

In geval van een honorariumpool bepaalt het huishoudelijk reglement ook de verdeelsleutel en de werkverdeling. Dit alles wordt vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst tussen elke arts en de vennootschap.

§2. De statuten bepalen de voorwaarden waaronder een reserve kan worden aangelegd en hoeveel deze mag bedragen.

§3. Een reserve kan enkel worden aangelegd met eenparig akkoord van de artsen vennoten tenzij de provinciale raad een andere meerderheid aanvaardt.

01/01/1975

De professionele eenpersoonsvennootschap

§1. Ongeacht haar juridische vorm, moet de vereniging een voorwerp van burgerlijke aard hebben.

§2. De uitoefening van de geneeskunde mag niet het doel zijn van de vereniging of vennootschap.
De persoonlijke verantwoordelijkheid van de behandelende arts tegenover zijn patiënt moet gevrijwaard blijven ongeacht de vorm van de vennootschap.

§3. De kliënteel van één van de toekomstige vennoten mag niet als inbreng dienen.

§4. Het medisch geheim, de vrije keuze van de arts door de patiënt, de therapeutische vrijheid, de waardigheid en de onafhankelijkheid van het beroep moeten worden gewaarborgd.

§5. In de vennootschappen met aandelen of deelbewijzen moeten deze op naam zijn. Zij mogen slechts worden afgestaan aan artsen die in de vennootschap hun praktijk uitoefenen of zullen uitoefenen.

§6. In de persoonsvennootschappen met beperkte aansprakelijkheid, moet het mandaat van de zaakvoerder van welbepaalde duur zijn.

§7. De mandaten van beheerder of zaakgelastigde moeten kosteloos zijn behoudens een vergoeding voor kosten en vacaties.

§8. De artsen zijn op deontologisch gebied tegenover de Orde rekenschap verschuldigd voor de daden die zij als vertegenwoordigers van de vereniging stellen.