Code van medische deontologie

Hoofdstuk 4: De professionele samenwerking tussen artsen

print
16/03/2002
Artikel 164

De middelenvennootschap

§1. Artsen kunnen in het kader van hun professionele samenwerking overgaan tot de oprichting van een middelenvennootschap met rechtspersoonlijkheid, indien wordt voldaan aan de voorwaarden voorzien in de hierna volgende paragrafen 2 tot en met 7.

§2. Het maatschappelijk doel van de middelenvennootschap is door een pooling van kosten en/of een gemeenschappelijke inbreng van de vereiste middelen de uitoefening van de geneeskunde voor haar vennoten te vergemakkelijken en te bevorderen.

§3. De vennoten van een middelenvennootschap kunnen individuele artsen zijn, alsook professionele (eenpersoons)vennootschappen van artsen met rechtspersoonlijkheid of vzw's van artsen.

§4. Middelenvennootschappen kunnen zowel in het kader van een patiëntgerichte samenwerking als buiten elke vorm van patiëntgerichte samenwerking opgericht worden.

§5. Alle inkomsten die voortvloeien uit de medische activiteit waarbij gebruik wordt gemaakt van de door de vennootschap verstrekte middelen, blijven buiten de middelenvennootschap die losstaat van de beroepsuitoefening zelf.

De middelenvennootschap mag geen enkele vermenging noch verwarring doen ontstaan tussen de vennootschap en haar leden vennoten. Aldus mogen onder meer de maatschappelijke naam, de statuten, het briefpapier of andere documenten, en de activiteiten van de middelenvennootschap, dergelijke vermenging of verwarring niet in de hand werken.

§6. Artsen kunnen enkel tot de oprichting van een middelenvennootschap overgaan, indien wordt voldaan aan alle bepalingen van de artikelen 159 en 162, §5, a tot i.

Bij de verdeling van de deelbewijzen tussen de vennoten dient een evenwichtige verhouding nagestreefd te worden tussen de verrichte prestaties en het ingebrachte kapitaal.

§7. Zoals bepaald in artikel 159, §4, dienen alle stukken betreffende een dergelijke vennootschap ter goedkeuring voorgelegd te worden aan de provinciale raad.

In het bijzonder zal de provinciale raad nagaan of de berekening van de kosten en de verdeling ervan tussen de vennoten in overeenstemming met de regelen van de medische deontologie geschieden.

Oudere versies
24/10/1998

De middelenvennootschap

§1. Deelbewijzen moeten op naam zijn en mogen enkel worden toegekend aan artsen die in het kader van de vennootschap hun beroep uitoefenen of zullen uitoefenen.

§2. Uit het aantal van de deelbewijzen in een middelenvennootschap moet blijken dat het om een reële gemeenschappelijke inbreng gaat.

§3. De verdeling van de deelbewijzen onder de artsen-vennoten van een professionele vennootschap mag niet beletten dat een arts-vennoot een normale vergoeding krijgt voor het gepresteerde werk.

§4. De overeenkomst, de statuten en het huishoudelijk reglement bepalen:

  • de voorwaarden waaronder deelbewijzen onder vennoten kunnen worden overgedragen;
  • de bestemming van de deelbewijzen van de vennoot die overlijdt, uittreedt of uitgesloten wordt evenals een passende vergoeding voor de vennoot of zijn nabestaanden;
  • de wijze van vereffening;
  • de toelatingsvoorwaarden voor een nieuwe vennoot en de wijze waarop de deelbewijzen aan hem worden overgedragen.

§5. In een professionele vennootschap is het unaniem akkoord van de vennoten vereist voor het toetreden van een nieuwe vennoot.

In een middelenvennootschap kan een gekwalificeerde meerderheid, bepaald in het huishoudelijk reglement, volstaan.

Elke afwijking op deze regels vereist de goedkeuring van de Provinciale Raad.

§6. De bestuursfuncties moeten door artsen-vennoten worden waargenomen.
Deze functies zijn van welbepaalde duur; herverkiezing is mogelijk.

23/08/1997

De middelenvennootschap

§1. Deelbewijzen moeten op naam zijn en mogen enkel worden toegekend aan artsen die in het kader van de vennootschap hun beroep uitoefenen of zullen uitoefenen.

§2. Uit het aantal van de deelbewijzen in een middelenvennootschap moet blijken dat het om een reële gemeenschappelijke inbreng gaat.

§3. De verdeling van de deelbewijzen onder de artsen-vennoten van een professionele vennootschap mag niet beletten dat een arts-vennoot een normale vergoeding krijgt voor het gepresteerde werk.

§4. De overeenkomst, de statuten en het huishoudelijk reglement bepalen:

  • de voorwaarden waaronder deelbewijzen onder vennoten kunnen worden overgedragen;
  • de bestemming van de deelbewijzen van de vennoot die overlijdt, uittreedt of uitgesloten wordt evenals een passende vergoeding voor de vennoot of zijn nabestaanden;
  • de wijze van vereffening;
  • de toelatingsvoorwaarden voor een nieuwe vennoot en de wijze waarop de deelbewijzen aan hem worden overgedragen.

§5. In een professionele vennootschap is het unaniem akkoord van de vennoten vereist voor het toetreden van een nieuwe vennoot.

In een middelenvennootschap kan een gekwalificeerde meerderheid, bepaald in het huishoudelijk reglement, volstaan.

Elke afwijking op deze regels vereist de goedkeuring van de Provinciale Raad.

§6. De bestuursfuncties moeten door artsen-vennoten worden waargenomen. Deze functies zijn van welbepaalde duur en onbezoldigd. Alleen een vergoeding voor kosten en vacaties is toegelaten. Herverkiezing is mogelijk.

19/01/1991

De middelenvennootschap

§1. Deelbewijzen moeten op naam zijn en mogen enkel worden toegekend aan artsen die in het kader van de vennootschap hun beroep uitoefenen of zullen uitoefenen.

§2. Uit het aantal van de deelbewijzen in een middelenvennootschap moet blijken dat het om een reële gemeenschappelijke inbreng gaat.

§3. De verdeling van de deelbewijzen onder de artsen-vennoten van een professionele vennootschap mag niet beletten dat een arts-vennoot een normale vergoeding krijgt voor het gepresteerde werk.

§4. De overeenkomst, de statuten en het huishoudelijk reglement bepalen:

  • de voorwaarden waaronder deelbewijzen onder vennoten kunnen worden overgedragen;
  • de bestemming van de deelbewijzen van de vennoot die overlijdt, uittreedt of uitgesloten wordt evenals een passende vergoeding voor de vennoot of zijn nabestaanden;
  • de wijze van vereffening;
  • de toelatingsvoorwaarden voor een nieuwe vennoot en de wijze waarop de deelbewijzen aan hem worden overgedragen.

§5. In de professionele vennootschap is het unaniem akkoord van de vennoten vereist voor het toetreden van een nieuwe vennoot.

In de middelenvennootschap kan een gekwalificieerde meerderheid, bepaald in het huishoudelijk reglement, volstaan.

§6. De bestuursfuncties moeten door artsen-vennoten worden waargenomen. Deze functies zijn van welbepaalde duur en onbezoldigd. Alleen een vergoeding voor kosten en vacaties is toegelaten. Herverkiezing is mogelijk.

20/06/1987

De middelenvennootschap

§1. Deelbewijzen moeten op naam zijn en mogen enkel worden toegekend aan artsen die in het kader van de vennootschap hun beroep uitoefenen of zullen uitoefenen.

§2. Uit het aantal van de deelbewijzen in een middelenvennootschap moet blijken dat het om een reële gemeenschappelijke inbreng gaat.

§3. De verdeling van de deelbewijzen onder de artsen vennoten van een professionele vennootschap mag niet beletten dat een arts vennoot een normale vergoeding krijgt voor het gepresteerde werk.

§4. De overeenkomst, de statuten en het huishoudelijk reglement bepalen:

  • de voorwaarden waaronder deelbewijzen onder vennoten kunnen worden overgedragen;
  • de bestemming van de deelbewijzen van de vennoot die overlijdt, uittreedt of uitgesloten wordt evenals een passende vergoeding voor de vennoot of zijn nabestaanden;
  • de wijze van vereffening;
  • de toelatingsvoorwaarden voor een nieuwe vennoot en de wijze waarop de deelbewijzen aan hem worden overgedragen.

§5. In de professionele vennootschap is het unaniem akkoord van de vennoten vereist voor het toetreden van een nieuwe vennoot.

In de middelenvennootschap kan een gekwalificeerde meerderheid, bepaald in het huishoudelijk reglement, volstaan.

§6. De bestuursfuncties moeten door artsen-vennoten worden waargenomen. Deze functies zijn van welbepaalde duur en onbezoldigd. Alleen een vergoeding voor kosten en vacaties is toegelaten. Herverkiezing is mogelijk.

01/01/1975

De middelenvennootschap

De arts mag slechts een normale intrest ontvangen voor de ingebrachte kapitalen. De nettowinst van de vereniging, na aftrek van bedoelde intrest, moet geherinvesteerd worden met het oog op de verwezenlijking van het maatschappelijk doel.