De vereniging zonder winstoogmerk
§1. In het kader van hun professionele samenwerking kunnen artsen overgaan tot de oprichting van een vzw. Hierbij dienen zij zich ervan te vergewissen dat de wettelijke regelen terzake, onder meer artikel 1 van de Wet van 27 juni 1921, nageleefd worden en dat voldaan wordt aan de voorwaarden voorzien in de hierna volgende paragrafen 2 en 3.
§2. Artikel 159, en in het bijzonder §1, laatste alinea, is onverminderd van toepassing.
In afwijking van artikel 159, §3, kan een vzw opgericht worden tussen artsen en professionele (eenpersoons)vennootschappen van artsen met rechtspersoonlijkheid.
§3. Artsen kunnen overgaan tot de oprichting van een vzw waarvan het statutair doel zich beperkt tot dienstverlening op het gebied van de organisatie en administratie van hun professionele activiteit.
Indien het statutair doel van een vzw erin bestaat om door een pooling van kosten en/of een gemeenschappelijke inbreng van de vereiste middelen de uitoefening van de geneeskunde voor haar leden te vergemakkelijken en te bevorderen, dienen mutatis mutandis de bepalingen van artikel 164 nageleefd te worden.
Indien het statutair doel van de vzw de uitoefening van de geneeskunde is door haar leden, dienen mutatis mutandis de bepalingen van artikel 162 nageleefd te worden.