Code van medische deontologie

Hoofdstuk 6: Erelonen

print
19/01/1991
Artikel 71
Oudere versiesnavigate_next

De arts moet gematigd en bescheiden zijn bij het vaststellen van het ereloon betreffende zijn prestaties. Binnen deze perken mag hij rekening houden met de belangrijkheid van de geleverde prestaties, de economische toestand van de patiënt, zijn eigen faam en de eventuele bij¬zondere omstandigheden. Hij weigert niet aan de zieke of diens vertegenwoordigers uitleg te verstrekken omtrent het bedrag van het ereloon betreffende zijn prestaties.

19/01/1991
Artikel 72
Oudere versiesnavigate_next

Het ereloon is volkomen eigendom van de arts ongeacht of dit rechtstreeks of door bemiddeling van een gemachtigde wordt geïnd. Indien de arts werkzaam is in een instelling moet deze bepaling uitdrukkelijk worden vermeld in elk contract tussen de arts en die instelling.

Indien de arts zijn beroep uitoefent als vennoot in een professionele vennootschap met rechtspersoonlijkheid, wordt het ereloon betreffende zijn prestaties geïnd in naam en voor rekening van de vennootschap. Is de arts-vennoot werkzaam in een instelling, dan moet deze bepaling uitdrukkelijk worden vermeld in elk contract tussen die instelling en de vennootschap.

19/01/1991
Artikel 73
Oudere versiesnavigate_next

De arts moet in principe de ereloonnota's met betrekking tot door hem uitgevoerde prestaties persoonlijk opmaken.
Dit geldt ook voor consult onder artsen.

19/01/1991
Artikel 75
Oudere versiesnavigate_next

De ereloonstaat dient binnen het jaar na de prestatie te worden toegestuurd.

Bij het innen van erelonen dient elke handelwijze vermeden te worden die niet strookt met de vereiste waardigheid van de arts-patiëntverhouding.

19/01/1991
Artikel 76
Oudere versiesnavigate_next

In de gevallen waarin een gezamenlijke ereloonstaat wordt opgesteld, moet het voor de prestaties van elke arts aangerekend bedrag afzonderlijk worden vermeld.

19/01/1991
Artikel 77
Oudere versiesnavigate_next

Een schadeloosstelling mag gevraagd worden voor een nutteloos geworden huisbezoek of voor een verzuimde afspraak indien zij niet tijdig werden afgezegd.

19/01/1991
Artikel 78
Oudere versiesnavigate_next

Het vragen van honoraria die merkelijk te hoog liggen duidt op een gebrek aan eerlijkheid en bescheidenheid en kan, onverminderd de bevoegdheid van de provinciale raden om uitspraak te doen over ereloonbetwistingen, aanleiding geven tot tuchtmaatregelen.

Indien artsen bepaalde verbintenissen hebben aangegaan of handelen overeenkomstig plaatselijke gebruiken, mogen zij geen daden stellen die een misbruik zouden betekenen van het recht lagere erelonen te vragen en vooral geen cliënteel werven door, op welke wijze dan ook, van hun stelselmatig lagere erelonen melding te maken.

25/05/2013
Artikel 79
Oudere versiesnavigate_next

(Opgeheven op 25 mei 2013)

01/01/1975
Artikel 80

Ereloonverdeling tussen artsen is toegestaan wanneer zij betrekking heeft op een aan de zieke rechtstreeks of onrechtstreeks bewezen dienst in het kader van de groepsgeneeskunde. Behoudens deze gevallen, is het aanvaarden, het aanbieden of het vragen van een ereloonverdeling, zelfs zonder gevolg, een ernstige fout.

01/01/1975
Artikel 81

Elke ereloonverdeling tussen artsen en niet-artsen is verboden.

01/01/1975
Artikel 82

Wanneer de arts een forfaitaire vergoeding krijgt, mag zijn beroepsactiviteit daardoor niet ondergeschikt worden aan de financiële belangen van de natuurlijke of rechtspersonen die hem bezoldigen. Laatstgenoemden mogen geen enkel voordeel halen uit een mogelijk verschil tussen het ereloon dat zij innen als gemachtigden van de arts en zijn forfaitaire vergoeding.
Enkel de normale kosten die voortvloeien uit de medische activiteiten kunnen, indien zij door de arts gekend en goedgekeurd zijn, een dergelijk verschil rechtvaardigen. De forfaitaire vergoeding mag niet lager liggen dan het overeenkomstige inkomen van een arts die voor gelijkwaardige activiteiten per prestatie wordt vergoed.
Elk contract of statuut, dat in forfaitaire vergoeding van de arts voorziet, moet vóór de afsluiting of goedkeuring ervan door de arts, voor advies aan de bevoegde provinciale raad van de Orde worden voorgelegd.

01/01/1975
Artikel 83

Het is de arts verboden forfaitaire erelonen te aanvaarden die terzelfder tijd prestaties en leveringen van geneesmiddelen of prothesen dekken.

01/01/1975
Artikel 84

Wanneer na onderling overleg, een honorariumpool door een medische groep wordt ingesteld, mag deze laatste, onverminderd de beschikkingen van artikel 80, slechts bestaan uit actieve leden-artsen die allen aan de verzorging van de patiënten deelnemen.
Het associatiecontract moet vooraf aan de provinciale raad van de Orde worden voorgelegd. De raad moet nagaan of de regels van deontologie in het contract worden geëerbiedigd en zal er in het bijzonder voor waken dat de voorwaarden voor de vrije keuze van de patiënt en de onafhankelijkheid van de arts voldoende zijn gewaarborgd.
Hij zal verder nagaan of deze verenigingsvorm geen aanleiding kan geven tot de uitbuiting van de activiteiten van sommige leden van de pool door anderen of tot praktijken die misbruiken van de therapeutische en diagnostische vrijheid in de hand werken.

19/01/1991
Artikel 74
Oudere versiesnavigate_next

Indien hij daarvoor een beroep doet op administratief personeel of op een administratieve dienst, dan moet de arts controle uitoefenen en draagt hij de verantwoordelijkheid.