Code van medische deontologie
Hoofdstuk 2: Preventieve geneeskunde
01/01/1975
Artikel 104
Elke arts moet, ongeacht zijn medische activiteiten, naast het louter curatieve karakter ook rekening houden met het preventieve en educatieve aspect van zijn taak.
01/01/1975
Artikel 105
Binnen de in artikels 55 tot 70 vastgelegde grenzen van het beroepsgeheim moet de arts, in het belang van zijn patiënten, actief samenwerken met zijn collega's die aan preventieve geneeskunde doen en hun medewerkers.
01/01/1975
Artikel 106
Bij een medisch-sociale consultatie mag de behandelende arts met de toestemming van de betrokkene, aan de arbeidsgeneesheer of aan de arts van het medisch schooltoezicht, gegevens verstrekken die hij voor zijn patiënt nuttig acht.
01/01/1975
Artikel 107
Artsen werkzaam in centra of instellingen voor preventieve geneeskunde zijn gebonden door de bepalingen van onderhavige Code.
01/01/1975
Artikel 108
De arts, werkzaam in een centrum voor preventieve geneeskunde, of de arbeidsgeneesheer moeten alle nuttige resultaten overhandigen aan de arts aangeduid door de betrokkene; wanneer het een kind of een onbekwame persoon betreft, aan de arts aangeduid door de wettelijke vertegenwoordigers.
01/01/1975
Artikel 109
De arts van een centrum of een instelling voor preventieve geneeskunde mag slechts met de goedkeuring van de betrokken persoon en met inachtneming van het beroepsgeheim, een medisch dossier overmaken aan een verantwoordelijke practicus van een ander centrum voor preventieve geneeskunde.
01/01/1975
Artikel 110
De arts, werkzaam in een centrum of een instelling voor preventieve geneeskunde mag, behoudens hoogdringende gevallen, geen zorgen toedienen in het kader van deze activiteiten. Wanneer hij een ziekte vaststelt, verzoekt hij de zieke beroep te doen op zijn huisarts of raadt hij hem aan een huisarts te kiezen.
01/01/1975
Artikel 111
De arts verbonden aan een centrum of instelling voor preventieve geneeskunde mag van deze functie geen gebruik maken om zijn persoonlijk cliënteel of dat van één of andere verzorgingsinstelling uit te breiden.
01/01/1975
Artikel 112
Overeenkomstig de beschikkingen van artikels 13 en 15, moeten de artsen betrokken bij de preventieve geneeskunde, ervoor waken dat de noodzakelijk verstrekte informatie nooit de indruk wekt als zouden de centra of instellingen voor preventieve geneeskunde over uitsluitende bevoegdheden en rechten beschikken op gebied van de één of andere tak van de geneeskunde.