De arts, werkzaam in een centrum of een instelling voor preventieve geneeskunde mag, behoudens hoogdringende gevallen, geen zorgen toedienen in het kader van deze activiteiten. Wanneer hij een ziekte vaststelt, verzoekt hij de zieke beroep te doen op zijn huisarts of raadt hij hem aan een huisarts te kiezen.
Code van medische deontologie
Hoofdstuk 2: Preventieve geneeskunde