Code van medische deontologie

Hoofdstuk 4: Integriteit

print
30/06/2022
Artikel 30

De arts handelt in zijn medische activiteit ethisch en met respect voor de patiënt, derden en de maatschappij.

De arts handelt niet tegen de menselijkheid.

De arts verzorgt alle patiënten even gewetensvol en zonder discriminatie.

1. Algemeen

Ethiek verwijst naar de begrippen goed en rechtvaardig. Ze gaat verder dan de moraal in die zin dat ze de regels toetst aan de situatie in haar geheel.

De ethische reflectie in de zorg steunt op de beginselen die het gedrag van de zorgverlener sturen. Er zijn er meerdere: de principes van autonomie, weldoen en geen kwaad doen, rechtvaardigheid en oprechtheid rekening houdend met kwetsbaarheid, alsook zinvolheid, eerbiedigen van de evenredigheid, voldoende afstand nemen en doeltreffend zijn. In de praktijkvoering van de arts kan er zich een conflict voordoen tussen het belang van een specifieke patiënt en de belangen van de maatschappij en van derden. Het is van belang dat de arts de ethische principes in overweging neemt bij de analyse en de beoordeling van de situatie.

Volgens de filosoof Immanuel Kant betekent het begrip menselijke waardigheid dat de mens niet moet worden gezien als een middel, maar als een doel op zich. De Verklaring van Helsinki, die werd opgesteld door de World Medical Association na de excessen van de Tweede Wereldoorlog, heeft het belang van het welzijn van de mens geïntroduceerd alsook van de doelstelling om te komen tot betere methodes voor de diagnose, de behandeling en de preventie in het medisch onderzoek met een nauwkeurige inschatting van de risico's.

De arts handelt niet tegen de menselijkheid.

Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens bepaalt dat niemand mag worden onderworpen aan folteringen of aan onmenselijke of vernederende behandelingen of bestraffingen. Eveneens kan een gebrek aan gepaste zorg in het geval een persoon lijdt aan een ernstige ziekte, in sommige omstandigheden neerkomen op een schending van artikel 3, EVRM.

De arts mag nooit martelingen of wrede, onmenselijke of vernederende daden dulden, wat ook de argumenten zijn, en dit in alle omstandigheden met inbegrip van burgerlijke of militaire conflicten. Hij mag er nooit bij aanwezig zijn, noch eraan deelnemen.

Eenieder heeft recht op menselijke waardigheid en integriteit. In het handvest van de grondrechten van de Europese Unie impliceert dit in de context van de geneeskunde dat de vrije en geïnformeerde toestemming van de betrokkene moet worden nageleefd, dat eugenetische praktijken verboden zijn, met name die welke selectie van personen tot doel hebben, dat het verboden is het menselijk lichaam aan te wenden als bron van financieel voordeel en dat het verboden is om mensen reproductief te klonen.

De arts mag niet handelen met therapeutische of diagnostische verbetenheid, maar dient er in alle omstandigheden voor te zorgen het lijden van zijn patiënten zo goed mogelijk te verzachten.

Hij behoedt zich ervoor de persoonlijke overtuigingen van zijn patiënten te kwetsen. Hij onthoudt zich van elke inmenging in familiale aangelegenheden, behalve wanneer dit noodzakelijk is voor de bescherming van kwetsbare personen.

Eenieder heeft recht op kwaliteitsvolle gezondheidszorg, met eerbiediging van zijn menselijke waardigheid en zijn zelfbeschikking en zonder enig onderscheid op welke grond ook. De arts mag derhalve niet discrimineren en heeft de plicht om iedere patiënt te verzorgen, zonder onderscheid van leeftijd of geslacht, van ideologische, filosofische of godsdienstige overtuigingen, van ras of geaardheid en zonder onderscheid van vermogenstoestand van de betrokkene.

Wanneer, bijvoorbeeld in het geval van een pandemie, de hulpvraag het hulpaanbod overstijgt, is het aangewezen dat het artsenteam op basis van objectieve parameters een beslissing neemt over de toewijzing van de schaarse middelen. Dit gebeurt op basis van daartoe opgestelde protocollen en in overleg met het ethisch comité.

Gezondheidszorg dient toegankelijk te zijn voor iedereen. Een patiënt die een arts raadpleegt, moet de garantie hebben dat de verstrekte zorg kwaliteitsvol is en zonder discriminatie.

2. Adviezen van de nationale raad

3. Wettelijke bepalingen

4. Informatie - Documentatie - Links

5. Trefwoorden

discriminatie - humane eugenese - humanitaire plichten - integriteit van de arts - medische ethiek - medisch-ethische reflectie - mensonterende praktijken – palliatieve zorg – therapeutische verbetenheid - vertrouwensrelatie arts-patiënt – voorrang bij zorgverlening - waardigheid van de patiënt - Verklaring van Helsinki

Oudere versies