De arts mag de kwaliteit van de zorg voor de patiënt niet laten afhangen van zijn persoonlijke overtuiging.
Code van medische deontologie
Hoofdstuk 4: Integriteit
1. Algemeen
De kwaliteit van en de toegang tot de zorg mogen niet lijden onder de persoonlijke opvattingen van de arts (in tegenstelling tot het professionele oordeel dat onder de therapeutische vrijheid valt)
De arts dient zich objectief, onbevooroordeeld en neutraal op te stellen. Enkel zo kan een vertrouwensrelatie ontstaan tussen hem en de patiënt, die fundamenteel is voor kwaliteitsvolle zorg.
Een gewetensbezwaar tegen het uitvoeren van bepaalde medische handelingen is slechts aanvaardbaar met eerbied voor de wet. In dat geval heeft de arts de professionele verantwoordelijkheid de patiënt op tijd in te lichten en hem te oriënteren naar een andere arts. In het kader van een multidisciplinaire behandeling dienen de medische medewerkers en de andere gezondheidszorgberoepsbeoefenaars eveneens tijdig te worden betrokken.
Twee situaties vereisen speciale aandacht.
De arts die weigert zijn medewerking te verlenen aan een vrijwillige zwangerschapsafbreking, heeft de wettelijke plicht de patiënt tijdens de eerste consultatie in kennis te stellen van deze weigering, de patiënt door te verwijzen naar een andere arts of een centrum voor zwangerschapsonderbreking en het patiëntendossier naar de andere arts door te sturen.
De arts die weigert het euthanasieverzoek toe te passen, heeft de wettelijke plicht dit tijdig aan de patiënt of de eventuele vertrouwenspersoon te laten weten waarbij hij de redenen van zijn weigering toelicht. Berust zijn weigering op een medische grond, dan wordt die in het patiëntendossier opgetekend. De weigerende arts heeft de deontologische plicht de patiënt door te verwijzen naar een andere arts. Hij deelt, op verzoek van de patiënt of de vertrouwenspersoon, het patiëntendossier mee aan de nieuwe arts.
2. Adviezen van de nationale raad
- Het optreden van een coördinerend en raadgevend arts van een woonzorgcentrum in het kader van een euthanasieprocedure van een bewoner (Advies NR 9 december 2023, a170020)
- Euthanasie in de woonzorgcentra (Advies NR 25 maart 2022, a169006)
- Deontologische richtlijnen voor de toepassing van euthanasie bij patiënten die psychisch lijden ten gevolge van een psychiatrische aandoening – Actualisering advies van de nationale raad van 27 april 2019 (Advies NR 19 februari 2022, a169002) Dit advies vervangt het advies van 27 april 2019 (a165002).
- Toepassing van euthanasie – Psychisch lijden ten gevolge van somatische aandoeningen of poly-pathologie (Advies NR 19 februari 2022, a169001)
- Maagdelijkheidstesten en -getuigschriften (Advies NR 16 februari 2019, a164002)
- Deontologische doorverwijsplicht bij weigering van toepassing van euthanasie (Advies NR 16 september 2017, a158004)
- Zwangerschapsafbreking - Toestemming van de wettelijke vertegenwoordigers (Advies NR 23 maart 2013, a141008-R)
- Registratie van wilsverklaring inzake euthanasie (Advies NR 6 maart 2010, a129021-R)
- Medisch advies bij een naderend levenseinde - Financiële tegemoetkoming (Advies NR 16 januari 2010, a129006-R)
- Euthanasiekit (Advies NR 4 juni 2005, a109012)
3. Wettelijke bepalingen
- Art. 9, Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM)
- Art. 11, Grondwet
- Art. 2, 7°, Wet van 15 oktober 2018 betreffende de vrijwillige zwangerschapsafbreking, tot opheffing van de artikelen 350 en 351 van het Strafwetboek, tot wijziging van de artikelen 352 en 383 van hetzelfde Wetboek en tot wijziging van diverse bepalingen, BS 29 oktober 2018
- Art. 5, Wet van 6 juli 2007 betreffende de medisch begeleide voortplanting en de bestemming van de overtallige embryo's en de gameten, BS 17 juli 2007
- Wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie, BS 30 mei 2007
- Wet van 14 juni 2002 betreffende de palliatieve zorg, BS 26 oktober 2002
- Art. 14, Wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie, BS 22 juni 2002
4. Informatie - Documentatie - Links
- Artseneed - Orde der artsen (België) (versie november 2021)
- Belgisch Raadgevend Comité voor Bio-ethiek, Advies nr. 73 van 11 september 2017 betreffende euthanasie in geval van niet-terminale patiënten, psychisch lijden en psychiatrische aandoeningen
5. Trefwoorden
abortus - continuïteit van de zorg - euthanasie - kwaliteit van de zorg - palliatieve zorg - persoonlijke overtuiging van de arts - zwangerschapsafbreking