De arts die oordeelt dat hij een therapeutische relatie niet kan verderzetten of geen tussenkomst of behandeling kan verlenen, verwittigt de patiënt tijdig en organiseert de zorgcontinuïteit.
Code van medische deontologie
Hoofdstuk 4: Integriteit
1. Algemeen
De arts oordeelt zelf of hij de therapeutische relatie kan verderzetten of geen nieuwe patiënten meer kan aanvaarden. Hij kan eveneens oordelen dat het probleem dat hem wordt voorgelegd zijn bekwaamheid en zijn middelen overstijgt. In dit geval moet hij voorstellen de patiënt door te verwijzen naar een collega of een gespecialiseerde en meer aangepaste dienst (cf. art. 6, CMD 2018).
Ook het gedrag van de patiënt, onder meer agressie of een gebrek aan welwillendheid, kan de arts ertoe aanzetten een therapeutische relatie stop te zetten.
De arts mag weigeren een patiënt verder te verzorgen na zich ervan te hebben vergewist dat er geen hoogdringende pathologie aanwezig is. Er dient in dergelijke situaties steeds in eer en geweten te worden geoordeeld, rekening houdend met de globale context. Het spreekt vanzelf dat de arts dient te voldoen aan de voorwaarden die zijn beschreven in de CMD 2018. Dit betekent dat de arts dient te overleggen met de patiënt en eventueel ook met zijn naastbestaanden, dat hij dient in te staan voor de continuïteit van de zorg en alle nuttige inlichtingen dient te verstrekken aan de arts die zijn taak overneemt. In de praktijk betekent dit ook dat de arts een aantal initiatieven dient te nemen en de verdere opvang, verzorging en behandeling dient te organiseren.
De arts kan worden geconfronteerd met tegenstrijdige eisen: het aantal hulpvragen van patiënten en de vrijwaring van zijn eigen gezondheid. Zoals bepaald is in art. 10, CMD 2018 heeft de arts de deontologische plicht te streven naar een evenwicht tussen zijn beroepsactiviteiten en zijn privéleven. Een overbevraagde en overbelaste arts stelt zich bloot aan gezondheidsproblemen en aan een achteruitgang van de kwaliteit van de zorg die hij verstrekt. Wanneer de werkdruk groter wordt dan de draagkracht bestaat het gevaar van overbelasting. Persoonlijke redenen, praktijkgebonden redenen (uitval van personeel, stopzetten van activiteiten door collega's bv.), lokale of regionale oorzaken (tekort aan huisartsen) kunnen aan de basis liggen van een werkoverbelasting. Het uitvallen van overbelaste artsen verhoogt bovendien de werkdruk op collega's. Iedere arts dient zijn praktijk zo te organiseren dat de zorgcontinuïteit en de praktijkpermanentie verzekerd zijn en dat de vooraf getrieerde dringende aanvragen kunnen worden beantwoord. Indien beslist wordt de praktijk in te perken of nieuwe patiënten te weigeren, dienen deze laatste te worden doorverwezen volgens een vooraf vastgesteld plan. Voor groepspraktijken kan deze doorverwijzing het best "intern" worden geregeld indien mogelijk. Volgens art. 13, CMD 2018, dient elke arts, in de mate van het mogelijke, een verhinderde collega te vervangen. De patiënten dienen op passende wijze te worden geïnformeerd, zowel over de inperking van de praktijk en de weigering van nieuwe patiënten als over de mogelijkheden tot doorverwijzing (art. 32, CMD 2018).
Deze weigering patiënten te behandelen mag daarentegen niet gebaseerd zijn op eisen in verband met de ereloonsupplementen, zoals dit herhaaldelijk werd benadrukt in de adviezen van de nationale raad. Dit deontologisch standpunt verwoord in 2014 werd in 2016 wet. De wetgeving op de ziekenhuizen stelt uitdrukkelijk dat de patiënt altijd recht heeft op hetzelfde aanbod aan kwaliteitsvolle gezondheidszorg op het vlak van de aangeboden verstrekkingen, de termijn waarbinnen deze verstrekkingen worden aangeboden en de artsen die in het ziekenhuis werkzaam zijn, om het even of de patiënt kiest voor een opname in een individuele kamer, een tweepatiëntenkamer of een gemeenschappelijke kamer. De keuze van het type kamer komt uitsluitend toe aan de patiënt. De arts mag de patiënt niet beïnvloeden om hem financiële opnamevoorwaarden te doen aanvaarden die hij niet wenst. Artikel 30, CMD 2018, draagt de arts op al zijn zieken even gewetensvol te verzorgen.
2. Adviezen van de nationale raad
- Het optreden van een coördinerend en raadgevend arts van een woonzorgcentrum in het kader van een euthanasieprocedure van een bewoner (Advies NR 9 december 2023, a170020)
- Geluidsopname van raadplegingen (Advies NR 16 september 2023, a170016)
- Het tekort aan artsen en de weerslag hiervan op de gezondheidszorg (Advies NR 10 juni 2023, a170010)
- Agressie tegen artsen (Advies NR 25 februari 2023, a170004)
- Deontologische aspecten van de zorgrelatie tussen een arts en een patiënt die tevens een naaste of een vriend is (Advies NR 18 juni 2022, a169014)
- Huisbezoeken bij mobiele patiënten (Advies NR 23 april 2022, a169010)
- Wet van 22 april 2019 inzake de kwaliteitsvolle praktijkvoering in de gezondheidszorg – Deontologische knelpunten en bekommernissen (Advies NR 23 april 2022, a169009)
- De ontoelaatbaarheid van een algemene weigering zorg te verstrekken aan niet-gevaccineerde patiënten tegen Covid-19 (Advies NR 20 november 2021, a168025)
- Organisatie van de medische praktijk van de arts-specialist (Advies NR 19 oktober 2019, a166017)
- Voorwaarden voor een patiëntenstop in de huisartsgeneeskunde (Advies NR 20 oktober 2018, a163003)
- Stopzetting van praktijk - Bewaren en doorgeven van dossiers van een huisarts (Advies NR 15 september 2018, a162007)
- Aanvaarding door een arts van een schenking van een patiënt (Advies NR 24 februari 2018, a160006)
- Weigeren van zorg voor een patiënt enkel omdat deze geen individuele kamer kiest (Advies NR 24 februari 2018, a160008)
- Stopzetting van werkzaamheden in ziekenhuis - Mededeling van gegevens uit het ziekenhuisdossier aan de arts (Advies NR 19 november 2016, a155002)
- Handelwijze van bepaalde artsen die aan een patiënt opdringen een eenpersoonskamer te kiezen als voorwaarde om door hen in behandeling genomen te worden tijdens een ziekenhuisopname (Advies NR 20 februari 2016, a152004)
- Weigering van verdere medische zorg door spoedarts (Advies NR 12 mei 2007, a117005)
3. Wettelijke bepalingen
- Artt. 17 tot 20, Wet van 22 april 2019 inzake de kwaliteitsvolle praktijkvoering in de gezondheidszorg, BS 14 mei 2019. Het artikel 20 is in werking getreden op 1 juli 2022. De artikelen 17 tot 19 zijn in werking getreden op 1 januari 2022.
- Artt. 29/1 en 128, Gecoördineerde wet van 10 juli 2008 op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, BS 7 november 2008
4. Informatie - Documentatie - Links
- FAQ 3.4. Diefstal of vervalsing van een medisch document – Hoe reageren? - 09/05/2022
- Deontological Guidelines - Refusal of Treatment - Conseil européen des Ordres des médecins (CEOM)
5. Trefwoorden
continuïteit van de zorg - weigering medische tussenkomst door de arts - stopzetting arts-patiëntrelatie