Code van medische deontologie

Hoofdstuk 4: Integriteit

print
31/12/2024
Artikel 32

De arts die oordeelt dat hij een therapeutische relatie niet kan verderzetten of geen tussenkomst of behandeling kan verlenen, verwittigt de patiënt tijdig en organiseert de zorgcontinuïteit.

1. Algemeen

De arts oordeelt zelf of hij de therapeutische relatie kan verderzetten of geen nieuwe patiënten meer kan aanvaarden.

1.1. Einde van de therapeutische relatie

Respect is fundamenteel voor de therapeutische relatie tussen de arts en de patiënt. Het nieuwe artikel 4 van de wet betreffende de rechten van de patiënt onderstreept het belang van samenwerking en wederzijds respect tussen de arts en de patiënt. Een affiche in de wachtkamer is een manier om alle patiënten hiervan bewust te maken (cf. advies NR 13 september 2024, a171013).

Bij ongepast gedrag van een patiënt is het gerechtvaardigd dat de arts dit op een genuanceerde en gematigde manier aan de patiënt overbrengt. Hij geeft de grenzen aan en waarschuwt de patiënt voor de gevolgen voor de voortzetting van hun relatie.

Een geschil met de patiënt of het gebruik maken van zijn rechten mag niet worden bestraft met het stopzetten van de behandeling of het verbreken van de therapeutische relatie. De arts moet zijn beslissing gewetensvol, zorgvuldig en te gepasten tijde nemen aangezien de patiënt een nieuwe arts moet vinden.

Het gedrag van de patiënt, onder meer agressie of een gebrek aan constructieve medewerking en motivatie om zijn gezondheid te verzorgen, kan de arts ertoe aanzetten een therapeutische relatie stop te zetten.

Gepaste medische zorg is slechts mogelijk indien de patiënt zelf oprecht de vragen van de arts beantwoordt en hem op de hoogte brengt van de relevante elementen inzake zijn gezondheid en zijn levensgewoontes. De arts legt de patiënt uit dat een zorgrelatie een wederzijdse vertrouwensrelatie inhoudt die moeilijk op te bouwen is indien bewust informatie wordt achtergehouden.

Indien de omstandigheden of grensoverschrijdend gedrag doen vrezen voor de veiligheid en fysieke of psychische integriteit van de arts, is het gerechtvaardigd een relatie zonder uitstel te beëindigen. Dit kan onder meer het geval zijn wanneer de arts wordt aangevallen, bedreigd, ernstig belasterd op sociale netwerken of onder druk wordt gezet om onrechtmatige of zelfs illegale handelingen te verrichten.

Geweld tegen zorgverleners, in welke vorm dan ook, is onaanvaardbaar. Het is essentieel om de moeilijkheden van de artsen in kaart te brengen om de autoriteiten bewust te maken van dit maatschappelijke probleem. Dit kan door het agressieformulier in te vullen op de website van de Orde der artsen (https://ordomedic.be/nl/aanmel...).

Aanhoudend agressief gedrag, bedreigingen of belaging door de patiënt ten aanzien van de arts kunnen worden gemeld bij de politie of het parket. De arts vermeldt enkel de naam en de gepleegde feiten, maar geeft verder geen gezondheidsinformatie van de patiënt vrij.

De arts mag weigeren een patiënt verder te verzorgen na zich ervan te hebben vergewist dat de patiënt toegang heeft tot de urgente zorgverlening die hij nodig heeft. De arts dient te voldoen aan de voorwaarden die zijn beschreven in de Code van medische deontologie 2018. Dit betekent dat de arts dient te overleggen met de patiënt en eventueel ook met zijn naastbestaanden, dat hij dient in te staan voor de continuïteit van de zorg en alle nuttige inlichtingen verstrekt aan de arts die zijn taak overneemt. In de praktijk betekent dit ook dat de arts een aantal initiatieven dient te nemen en de verdere opvang, verzorging en behandeling dient te organiseren.

De arts die de therapeutische relatie verbreekt om redenen die te wijten zijn aan het gedrag van de patiënt laat dit weten aan de provinciale raad waarvan hij afhangt, met vermelding van deze redenen.

1.2. Aanvaarden van een therapeutische relatie of een patiëntenstop

De arts kan oordelen dat het voorgelegde medische probleem zijn bekwaamheid en zijn middelen overstijgt. In dit geval verwijst hij de patiënt door naar een collega of een meer gespecialiseerde dienst (cf. art. 6, CMD).

De arts kan worden geconfronteerd met tegenstrijdige eisen: het aantal hulpvragen van patiënten en de vrijwaring van zijn eigen gezondheid. Zoals bepaald in art. 10, CMD heeft de arts de deontologische plicht te streven naar een evenwicht tussen zijn beroepsactiviteiten en zijn privéleven. Een overbevraagde en overbelaste arts loopt risico op gezondheidsproblemen en een verminderde kwaliteit van de zorg die hij verstrekt. Persoonlijke redenen, praktijk gebonden redenen (uitval van personeel, stopzetten van activiteiten door collega's, uitvallen van overbelaste collega’s), lokale of regionale oorzaken (tekort aan huisartsen) kunnen aan de basis liggen van een werkoverbelasting.

Iedere arts dient zijn praktijk zo te organiseren dat de zorgcontinuïteit en de praktijkpermanentie verzekerd zijn, overeenkomstig de bepalingen van artikel 13, CMD, en dat de dringende aanvragen kunnen worden beantwoord. Indien beslist wordt de praktijk in te perken of nieuwe patiënten te weigeren, dienen deze laatste te worden doorverwezen volgens een vooraf vastgesteld plan en dienen de patiënten hiervan op passende wijze te worden geïnformeerd. Voor groepspraktijken en medische huizen kan deze doorverwijzing het best "intern" worden geregeld in de mate van het mogelijke.

De weigering patiënten te behandelen mag niet gebaseerd zijn op eisen in verband met de ereloonsupplementen, zoals herhaaldelijk werd benadrukt in de adviezen van de nationale raad.

Dit deontologisch standpunt verwoord in 2014 werd in 2016 wet. De wetgeving op de ziekenhuizen stelt uitdrukkelijk dat de patiënt altijd recht heeft op hetzelfde aanbod aan kwaliteitsvolle gezondheidszorg op het vlak van de aangeboden verstrekkingen, de termijn waarbinnen deze verstrekkingen worden aangeboden en de artsen die in het ziekenhuis werkzaam zijn, om het even of de patiënt kiest voor een opname in een individuele kamer, een tweepatiëntenkamer of een gemeenschappelijke kamer. De keuze van het type kamer komt uitsluitend toe aan de patiënt. De arts mag de patiënt niet beïnvloeden om hem financiële opnamevoorwaarden te doen aanvaarden die hij niet wenst. Artikel 30, CMD, draagt de arts op al zijn zieken even gewetensvol te verzorgen.

2. Adviezen van de nationale raad

3. Wettelijke bepalingen

4. Informatie - Documentatie - Links

5. Trefwoorden

continuïteit van de zorg - weigering medische tussenkomst door de arts - stopzetting arts-patiëntrelatie

Oudere versies