Code van medische deontologie

Hoofdstuk 4: Integriteit

print
31/12/2022
Artikel 38

De arts die in het openbaar communiceert, doet dit objectief en met inachtneming van de deontologische regels.

De arts die samen met een patiënt publieke informatie verstrekt, zorgt ervoor dat de patiënt goed is geïnformeerd en vrij heeft toegestemd. Hij waakt over de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer en de waardigheid van de patiënt.

1. Algemeen

Aangezien medische informatie de bevolking voornamelijk bereikt via de media, is het aanbevolen dat het artsenkorps zijn medewerking verleent aan deze initiatieven. Het is wenselijk met de pers te spreken om informatie te verstrekken aan het publiek, maar men moet erop letten dat deze informatie waarheidsgetrouw, objectief, relevant, verifieerbaar, discreet en duidelijk is. Ze mag in geen geval misleidend zijn.

Wanneer patiënten samen met de arts betrokken zijn bij deze contacten met de media, dient de arts zich ervan te vergewissen dat deze patiënten nauwgezet werden ingelicht, dat zij hun toestemming gaven en dat hun waardigheid wordt geëerbiedigd.

Wanneer de arts deelneemt aan een tv-uitzending, dient hij het publiek met de nodige bescheidenheid, eerlijk, duidelijk en objectief te informeren. Hij zal zijn medewerking aan de media slechts verlenen onder de strikte voorwaarden van het eerbiedigen van het beroepsgeheim en zal erop toezien dat zijn tussenkomst geen eventuele raadpleging of persoonlijke reclame wordt.

Wat betreft de communicatie door de leden van de Orde heeft de nationale raad van de Orde der artsen gedragsregels vastgelegd in de omgang - publicatie of communicatie - met de media. De ondervoorzitters van de nationale raad zijn, elk in hun taal, de woordvoerders van deze raad wanneer ze onmiddellijk dienen te antwoorden op een vraag van de media.

Op het niveau van de provinciale raden, acht de nationale raad het aangewezen dat de voorzitter of, in zijn afwezigheid, de ondervoorzitter deze rol op zich neemt, met respect voor het beroepsgeheim. Ze gaan daarbij omzichtig te werk en geven verantwoording voor hun tussenkomst aan hun raad. De woordvoerders onthouden zich van iedere bemerking over een tuchtprocedure.

Voormalige leden van een orgaan van de Orde der artsen mogen zich enkel op persoonlijke titel uitspreken.

In zijn advies van 7 februari 2015 (a148006) heeft de nationale raad de deontologische regels uitgewerkt betreffende het gebruik van de nieuwe media.

Ze gaan meer bepaald in op:

  1. het beheer van websites door artsen;
  2. het gebruik van sociale media;
  3. het online patiënt-artscontact.

De nationale raad werkt aan een actualisering van dit advies.

2. Adviezen van de nationale raad

3. Wettelijke bepalingen

4. Informatie - Documentatie - Links

5. Trefwoorden

media - gezondheidspromotie - gezondheidsvoorlichting en -opvoeding - persoonlijke levenssfeer - publiciteit - reclame - volksgezondheid

Oudere versies