Code van medische deontologie

Hoofdstuk 2: Professionaliteit

print
30/06/2022
Artikel 13

De arts verzekert de continuïteit van de zorg.

De arts vervangt, in de mate van het mogelijke, een verhinderde collega, in het bijzonder in zijn dienst of zorginstelling. De vervangende arts heeft in principe dezelfde deskundigheid als de arts die hij vervangt.

De vervangende arts draagt bij aan een kwaliteitsvol patiëntendossier door na de vervanging aan deze collega alle nuttige inlichtingen over zijn tussenkomst over te dragen.

De arts neemt volgens zijn deskundigheid deel aan de medische permanentie of aan de wachtdienst, behalve in geval van een eventuele vrijstelling door de bevoegde overheid.

1. Algemeen

Zorgcontinuïteit betreft de opvolging van de behandelingen van de patiënten door de behandelende gezondheidszorgbeoefenaar of door een andere gezondheidszorgbeoefenaar wanneer de behandelende gezondheidszorgbeoefenaar zijn praktijk onderbreekt (art. 26, 4°, WUG).

Zorgcontinuïteit behoeft, naast de organisatie van een goed functionerende wachtdienst, pro activiteit en collegialiteit van alle artsen.

De arts mag een aan de gang zijnde behandeling van een patiënt niet bewust en zonder wettige reden onderbreken zonder vooraf alle voorzieningen te hebben getroffen om zorgcontinuïteit te garanderen (art. 27, § 1, eerste lid, WUG; art. 17, Wet van 19 april 2019 inzake de kwaliteitsvolle praktijkvoering in de gezondheidszorg, voorziene inwerkingtreding 1 juli 2021, uitgesteld tot 1 juli 2022).

Wanneer de arts de zorgverlening wenst te onderbreken, om professionele of persoonlijke redenen, dient hij tijdelijk de noodzakelijke zorg te verlenen, totdat een andere arts de zorgverlening kan verderzetten.

De arts stelt de patiënt op voorhand in kennis van de onderbreking van de behandeling en brengt de patiënt in contact met de arts waar de patiënt terecht kan voor de opvolging van de zorg.

Het patiëntendossier speelt een primordiale rol in een optimale zorgverlening en de continuïteit van de zorgverlening aan de patiënt. De arts-vervanger moet kennis kunnen nemen van alle relevante informatie omtrent de medische voorgeschiedenis, de huidige gezondheidstoestand van de patiënt, evenals de vroegere en huidige behandelingen. Hiervoor geeft de patiënt zijn voorafgaande en geïnformeerde toestemming.

Binnen de zorgcontinuïteit dient een onderscheid te worden gemaakt tussen ambulante zorg en intramurale zorg.

Binnen de ambulante zorg wordt de zorgcontinuïteit verzekerd door een andere beoefenaar die over dezelfde bijzondere beroepstitel beschikt, behalve tijdens het holst van de nacht (van 23:00 uur tot 8:00 uur). Dan kan de zorg worden toevertrouwd aan elke arts, behalve voor palliatieve zorgen en pijnbehandeling (art. 27, § 2, WUG).

Opmerking: artikel 70 van de wet van 22 april 2019 inzake kwaliteitsvolle praktijkvoering in de gezondheidszorg schrapt deze regel. De medische deontologie schrijft voor dat van geval tot geval moet bekeken worden of de vervangende arts bekwaam is om de behandeling verder te zetten. Dit artikel is in werking getreden op 1 januari 2022.

In ziekenhuizen moet op ieder ogenblik geëigend medisch-specialistisch optreden mogelijk zijn.

Tijdens de vervanging werft de arts niet actief onder de patiënten van de arts die hij vervangt en moedigt de patiënten niet aan verder naar zijn praktijk te komen.

Iedere arts dient deel te nemen aan de medische permanentie of aan de wachtdienst volgens zijn vakbekwaamheid en zijn statuut. Deze plicht tot deelname geldt voor de huisarts en voor de ziekenhuisarts. De arts-specialist die enkel een praktijk heeft buiten een ziekenhuis heeft de deontologische plicht om afspraken te maken met een collega of een zorgstructuur die zijn patiënten kan ontvangen tijdens zijn afwezigheid.

Er kunnen uitzonderingen toegestaan worden op grond van leeftijd, gezondheidstoestand, gezinssituatie of feitelijke uitoefening van het gezondheidszorgberoep, in overleg met de betrokken instelling (hoofdarts en/of diensthoofd) of de huisartsenkring. De arts dient zijn verzoek tot een tijdelijke of definitieve vrijstelling van deelname aan de permanentie te richten aan de Orde der artsen.

Opmerking: artikel 26 van de wet van 22 april 2019 inzake de kwaliteitsvolle praktijkvoering in de gezondheidszorg bepaalt dat deze vrijstelling wordt toegestaan door de Orde der artsen. Dit artikel is in werking getreden op 1 juli 2022.
De nationale raad van de Orde der artsen werkt de volgende maanden een procedure uit met betrekking tot deze nieuwe bevoegdheid wat betreft de vrijstellingen van deelname aan de permanentie (art. 26, Kwaliteitswet).

2. Adviezen van de nationale raad

3. Wettelijke bepalingen

4. Informatie - Documentatie - Links

  • Infobox RIZIV - Wegwijzer naar de reglementering voor de arts-specialist (mei 2018, derde editie) tijdelijk niet beschikbaar : actualisatie
  • Infobox RIZIV - Wegwijzer naar de reglementering voor de huisarts (januari 2019, zesde editie) tijdelijk niet beschikbaar : actualisatie

5. Trefwoorden

continuïteit van de zorg - huisartsenwachtpost - medische permanentie - plaatsvervangende arts - provinciale geneeskundige commissie - spoedgevallen - Toezichtcommissie - wachtdienst - urgentie

Oudere versies