Code van medische deontologie

Hoofdstuk 2: Professionaliteit

print
30/06/2024
Artikel 8

De arts organiseert zijn praktijk zodanig dat hij zijn beroep kwalitatief hoogstaand en veilig uitoefent, de continuïteit van de zorg verzekert en de waardigheid en de intimiteit van de patiënt eerbiedigt.

1. Algemeen

Met het oog op de zorgkwaliteit en de veiligheid van de patiënt moet het geneeskundig kabinet logistiek, technisch en hygiënisch aangepast zijn aan de praktijkvoering van de arts, rekening houdend met de aard van de handelingen die hij verricht. De arts heeft aandacht voor de aanbevelingen inzake goede praktijkvoering en voor de wetenschappelijke ontwikkelingen in verband met deze aspecten.

De arts vrijwaart de intimiteit van de patiënt en beveiligt de toegang tot de medische dossiers. Wanneer zijn activiteiten over verschillende plaatsen verspreid zijn, zorgt de arts ervoor dat deze afstand de continuïteit van de zorg niet in de weg staat.

De arts heeft voor de spreiding van zijn activiteiten geen voorafgaand akkoord nodig van de provinciale raad van inschrijving, maar moet deze de plaats(en) waar hij zijn beroepsactiviteiten uitoefent, meedelen.

De artikelen 42 en 43, Kwaliteitswet, betreffen de samenstelling van een register van praktijken door het Directoraat-generaal Gezondheidszorg van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu bepalen. Overeenkomstig artikel 42 doet de gezondheidszorgbeoefenaar mededeling van een algemene omschrijving van de door hem verstrekte gezondheidszorg, het al dan niet uitoefenen in het kader van een samenwerking met andere gezondheidszorgbeoefenaars en de locatie waar hij bedoelde gezondheidszorg verstrekt.

De arts omringt zich met bekwame medewerkers die aandacht besteden aan hun continue opleiding en op de hoogte zijn van hun beroepsverplichtingen, onder meer op het vlak van de eerbiediging van het beroepsgeheim.

Multidisciplinaire samenwerkingen buiten het ziekenhuismilieu, tussen huisartsen en specialisten en ook tussen artsen en andere zorgverleners, zowel in eerste als in tweede lijn, kunnen een meerwaarde betekenen zowel voor de arts als voor de patiënt.

De teleconsultatie die tot doel heeft een diagnose te stellen en een behandeling voor te stellen kan de klassieke face-to-face raadpleging vervangen in bijzondere situaties indien deze een voordeel oplevert voor de gezondheid en de veiligheid van de patiënt en van de arts. De teleconsultatie vereist dat de arts de patiënt kent, toegang heeft tot de hem betreffende medische informatie (patiëntendossier) en de continuïteit van de zorg kan waarborgen. De arts beslist in volle professionele onafhankelijkheid of een teleconsultatie wenselijk is. Hij is zich bewust van de beperkingen ervan en is alert voor signalen die een onmiddellijke doorverwijzing vereisen naar een raadpleging in aanwezigheid van een arts. Hij gebruikt materiaal dat kwaliteits-, veiligheids- en vertrouwelijkheidswaarborgen biedt op technisch en functioneel gebied.

De opleiding van studenten geneeskunde en van jonge artsen is een deontologische plicht. Een niet-vestigingsbeding in opleidingsovereenkomsten moet worden vermeden.

2. Adviezen van de nationale raad

3. Wettelijke bepalingen

4. Informatie - Documentatie - Links

• Statement of the European Council of Medical Orders on Telemedicine, adopted on the 13th of June 2014

5. Trefwoorden

continuïteit van de zorg - intimiteit van de patiënt - instrumentarium - kwaliteit van de zorg - medewerkers van de arts - praktijk(ruimte) - spreiding van beroepsactiviteiten - telegeneeskunde (- telebewaking - teleassistentie - tele-expertise - telemonitoring) - veiligheid van de patiënt - waardigheid van de patiënt

Oudere versies