De arts die in rechte getuigt, kan enkel in het belang van zijn patiënt een zwijgrecht inroepen.
Code van medische deontologie
Hoofdstuk 3: Respect
1. Algemeen
De artsen voelen zich soms machteloos bij de vragen en de druk van de gerechtelijke overheden of van de politiediensten. De arts wordt geconfronteerd met een dilemma: mag of moet hij informatie over zijn patiënt meedelen of niet?
Een getuigenis in rechte is een verklaring, meestal mondeling, onder eed, voor een onderzoeksrechter of een rechter die uitspraak doet over de zaak zelf, waarin men vermeldt wat men heeft geconstateerd of wat men weet. De onderzoeksrechter kan, via een vordering, een politieagent belasten met het afnemen van een getuigenis in rechte.
In het stadium van het gerechtelijk onderzoek nemen de politiediensten of het parket (procureur des Konings) vaak verklaringen op, maar het gaat niet om "getuigenissen in rechte" in de betekenis van artikel 458 van het Strafwetboek. In dat geval primeert de geheimhoudingsplicht. Wanneer de oproeping gebeurt door een politieagent is het raadzaam om te vragen of de agent handelt op basis van een vordering van een onderzoeksrechter. Zo niet is er niet voldaan aan de voorwaarden van een getuigenis in rechte.
Artikel 458 van het Strafwetboek ontslaat de arts die geroepen wordt om in rechte te getuigen van zijn geheim.
De reden waarom het spreekrecht wordt bekrachtigd door de wet is te zoeken in de waarde die de samenleving hecht aan de goede rechtsbedeling; deze kan zwaarder doorwegen dan de waarde die wordt gehecht aan het medisch geheim. De rechtbanken hebben als taak de waarheid te zoeken. Zij mogen verwachten dat elke burger hieraan meewerkt.
De weigering om een getuigenis te komen afleggen wordt strafrechtelijk bestraft. De arts moet gehoor geven aan de oproeping en voor de rechter verschijnen en de eed afleggen, ook al wil hij het medisch geheim niet opheffen. Het staat hem vrij te spreken of te zwijgen. Artikel 929 van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt dat een getuige kan weigeren op grond van een wettige reden, waaronder het beroepsgeheim.
Indien de arts dient te getuigen in een zaak die hem niet aanbelangt, bijvoorbeeld wanneer een van zijn patiënten een verkeersmisdrijf heeft begaan en de rechter de geestestoestand van de persoon wenst na te gaan, heeft hij aldus recht om te spreken.
De keuze tussen zwijgen of spreken betreft het persoonlijke geweten. Bij het afwegen van het belang van de rechtsbedeling en het belang van de patiënt is het stilzwijgen van de arts die niet betrokken is bij de litigieuze feiten evenwel slechts gerechtvaardigd indien het belang van de patiënt volgens hem een beslissende rol speelt. Het is aan de rechter te beoordelen of het door de arts ingeroepen beroepsgeheim om niet te getuigen niet wordt gebruikt voor een ander doel.
Wanneer de arts wordt ondervraagd over feiten waarvan een patiënt het slachtoffer is, is het wenselijk dat hij voorafgaandelijk nagaat of de patiënt instemt met zijn getuigenis. De eventuele weigering van de patiënt mag niet worden genegeerd, tenzij de arts meent dat zijn patiënt ernstig gevaar loopt en dat zijn getuigenis hem kan helpen.
Wanneer de arts wordt ondervraagd over feiten die de patiënt ten laste worden gelegd, dient hij het geheim te eerbiedigen tenzij hij in geweten en rekening houdend met de ernst van de feiten meent te moeten getuigen om een hoger belang te beschermen.
De arts onthult enkel wat nodig is en verband houdt met het onderwerp van zijn verhoor. Hij moet de waarheid spreken. Zijn verklaringen moeten bedachtzaam en objectief zijn en duidelijk een onderscheid maken tussen wat hij zelf heeft vastgesteld en wat hem ter kennis werd gebracht.
Indien de arts wordt gehoord omdat hij persoonlijk voor het gerecht wordt gedaagd, bijvoorbeeld op grond van zijn medische aansprakelijkheid, liggen de zaken anders. Het recht op een eerlijk proces is een wezenlijke waarborg van de rechtsbedeling en het recht van verdediging van de arts rechtvaardigt dat hij alle gegevens waarover hij beschikt kan aanwenden om de beweringen van zijn tegenstander te weerleggen. De rechtspraak ontheft de arts van zijn beroepsgeheim, maar hij dient erop toe te zien vertrouwelijke gegevens slechts bekend te maken voor zover ze nodig zijn voor zijn verdediging.
2. Adviezen van de nationale raad
- Samenwerking tussen de politie, het openbaar ministerie en de ziekenhuizen, de huisartsenwachtposten en de artsenpraktijken – algemene beginselen (Advies NR 20 januari 2024, a171002)
- Overleden patiënt - Informatie aan de verzekeringsmaatschappij (Advies NR 17 maart 2023, a170008)
- De verwerking van gezondheidsgegevens in het kader van een tuchtprocedure (Advies NR 14 januari 2023, a170001) Dit advies vervangt de adviezen van de nationale raad van 9 februari 2013 (a140021-R) en 19 september 2020 (a167022-R)
- Slachtoffer van onwettig politiegeweld alsook de rol van het medisch attest inzake de bewijsvoering hiertegen (Advies NR 20 november 2021, a168022)
- Recht van de ziekenhuisarts toegang te hebben tot de persoonsgegevens opgenomen in het ziekenhuisdossier om zich te verdedigen in rechte (Advies NR 20 maart 2021, a168003)
- Samenwerking tussen de politie, het openbaar ministerie en de ziekenhuizen – Deontologische beginselen (Advies NR 27 juli 2020, a167039)
- Samenwerking tussen de politie, het openbaar ministerie en de ziekenhuizen - algemene beginselen (Advies NR 30 april 2020, a167013)
- Vordering van de onderzoeksrechter (Advies bureau 28 januari 2016, a152003-R)
- Eerbiediging van het medisch geheim wanneer de arts verneemt dat zijn patiënt het slachtoffer was van een misdrijf (Advies NR 4 april 2015, a150004)
- Beroepsgeheim - Inlichtingen aan de rechtbank i.v.m. overleden patiënt in het kader van een levensverzekering (Advies NR 26 november 2011, a136002-R)
- Medisch geheim tegenover de politiediensten in ziekenhuizen (Advies NR 8 mei 2010, a130014)
- Vermoeden van kindermoord - Beroepsgeheim (Advies NR 6 februari 2010, a129008)
3. Wettelijke bepalingen
- Art. 458, Strafwetboek
- Art. 929, Gerechtelijk Wetboek
4. Informatie - Documentatie - Links
5. Trefwoorden
beroepsaansprakelijkheid van de arts - beroepsgeheim - getuigenis in rechte - persoonlijke levenssfeer - politie - rechter - spreekplicht - zwijgrecht