Code van medische deontologie

Hoofdstuk 5: Verantwoordelijkheid

print
30/06/2022
Artikel 40

De arts gebruikt de toegangsplatformen voor medische gegevens ter beschikking gesteld of gevalideerd door de publieke overheid.

1. Algemeen

De inzage door de arts in de bijgewerkte gezondheidsgegevens van de patiënt die verzameld zijn door hemzelf en door de andere collega's en gezondheidszorgberoepsbeoefenaars die de patiënt behandelen, is de hoeksteen van een kwaliteitsvolle zorgverstrekking. Het is de plicht van de arts het dossier van de patiënt te raadplegen indien hij er toegang toe heeft.

De terbeschikkingstelling van deze gegevens zorgt ervoor dat onderzoeken niet onnodig worden herhaald.

Deze inzage vergt het bestaan van een therapeutische relatie tussen de patiënt en de arts die onder meer de evenredigheids- en finaliteitsbeginselen dient te eerbiedigen telkens wanneer hij de gezondheidsgegevens van zijn patiënt gebruikt.

Het beschikbaar stellen van gezondheidsgegevens gebeurt in overleg met de patiënt. De patiënt heeft het recht te weten wie zijn gezondheidsgegevens kan inzien.

Het verzet van de patiënt tegen het delen van zijn bijgewerkte, noodzakelijke en relevante gezondheidsgegevens kan de zorgkwaliteit en de bescherming van de volksgezondheid in het gedrang brengen. Er moet samen met de patiënt worden gezocht naar een evenwicht tussen enerzijds de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer en van het beroepsgeheim en anderzijds de zorgkwaliteit en de bescherming van de volksgezondheid.

Het delen van de gegevens vergt het gebruik van een correct beveiligd platform dat de traceerbaarheid van de inzage mogelijk maakt.

2. Adviezen van de nationale raad

3. Wettelijke bepalingen

4. Informatie - Documentatie - Links

5. Trefwoorden

beroepsgeheim - beschikbaarheid gezondheidsgegevens - consent (informed-) - e-health-platform - m-health

Oudere versies