Attesten
- Kan de arts een attest opstellen na een teleconsultatie en een vermoeden van besmetting met COVID-19?(bijgewerkt op 11 mei 2020)
(Onze ref.: 99381)
Indien de arts meent dat een telefonisch advies volstaat om de risico's voor de patiënt, het medisch personeel en de gemeenschap te beoordelen en indien hij ernstige redenen heeft om aan te nemen dat het volstaat dat de patiënt zich thuis verzorgt, kan hij hem, gedurende de periode van uitzonderlijke maatregelen in verband met deze pandemie, een getuigschrift verstrekken op basis van de telefonische anamnese en niet noodzakelijk van een fysiek onderzoek (wat gepreciseerd dient te worden in het getuigschrift). In dit getuigschrift attesteert de arts dat hij de patiënt aangeraden heeft de woning niet te verlaten om reden van vermoeden van besmetting met COVID-19.
De arts noteert in het dossier van de patiënt dat hij telefonisch contact gehad heeft met de patiënt, de raadgevingen die hij hem verstrekt heeft en de eventuele afgifte van een getuigschrift.
Sciensano spoort de huisartsen ertoe aan gebruik te maken van teleconsultatie voor patiënten die mogelijk besmet zijn met COVID-19. De volgende gegevens vloeien voort uit de aanbevelingen van Sciensano (https://covid-19.sciensano.be/sites/default/files/Covid19/COVID-19_procedure_GP_NL.pdf).
Patiënten die voldoen aan de definitie van een mogelijk geval, (zie de aanbevelingen voor de definitie van dit begrip) nemen telefonisch contact op met de huisarts.
Indien de huisarts op basis van de telefonische anamnese oordeelt dat een ziekenhuisopname noodzakelijk is, verwijst hij de patiënt naar het ziekenhuis.
Indien de huisarts op basis van de telefonische anamnese oordeelt dat de patiënt lichte of matige symptomen vertoont die voldoen aan de criteria van een mogelijk COVID-19-geval, dient een klinisch onderzoek en een test uitgevoerd te worden. Testen en klinisch onderzoek van mogelijke met COVID-19 besmette patiënten wordt preferentieel in een test/triagepost gedaan en kan enkel in het eigen kabinet gebeuren indien aan strikte voorwaarden voldaan is (deze voorwaarden zijn vastgelegd in de aanbeveling).
De patiënt moet zich isoleren tot het resultaat van de test bekend is. Er wordt hem een getuigschrift van arbeidsongeschiktheid overhandigd. Bij een sterk vermoeden van COVID-19 moeten ook de huisgenoten zich isoleren. Er wordt hun een getuigschrift van arbeidsongeschiktheid verstrekt.
Bij een positief resultaat en thuis-isolatie wordt een getuigschrift van arbeidsongeschiktheid voor 7 dagen voorgeschreven; het huis verlaten is niet toegestaan.
De patiënt moet gevraagd worden opnieuw telefonisch contact op te nemen met de huisarts indien de symptomen verergeren, indien er nieuwe symptomen optreden en op het einde van de periode van arbeidsongeschiktheid om na te gaan dat de patiënt geen symptomen meer vertoont en te beslissen over de opheffing van de isolatie.
Bij een negatief resultaat, indien de huisarts op basis van de klinische inschatting oordeelt dat een vals-negatief resultaat waarschijnlijk is (bv. aard en evolutie van de symptomen, mogelijke blootstelling aan bevestigd geval, geen andere meer waarschijnlijke etiologie, laboparameters...) gelden dezelfde maatregelen als voor een bevestigd geval.
In haar aanbevelingen betreffende de procedure voor de ambulante zorgverstrekking in een privépraktijk (https://covid-19.sciensano.be/sites/default/files/Covid19/COVID19_procedure_out%20patients_NL.pdf), raadt Sciensano aan bij mogelijke of bevestigde COVID-19-patiënten in thuisisolatie de raadpleging indien mogelijk uit te stellen tot de isolatiemaatregelen opgeheven kunnen worden.
(Mogelijke) COVID-19patiënten die toch dringend op raadpleging moeten komen, moeten strikt gescheiden worden van patiënten zonder COVID-19-symptomen.
Voor de COVID-19-periode stelt het RIZIV modellen van geneeskundige getuigschriften voor (https://www.inami.fgov.be/nl/covid19/Paginas/medische-getuigschriften-veranderingen-gedurende-covid19.aspx).
- het getuigschrift van arbeidsongeschiktheid bestemd voor de werkgever van de patiënt / voor de patiënt die zelfstandig is
- het getuigschrift van "quarantaine" bestemd voor de werkgever van de patiënt / voor de patiënt die zelfstandig is
Dit zogenaamd "quarantainegetuigschrift" wordt afgeleverd aan een werknemer die arbeidsgeschikt is, maar die zich niet naar zijn werkplek kan begeven, meer bepaald als hij in nauw contact is geweest met een geïnfecteerde persoon, als hij zelf besmet is terwijl hij geen symptomen vertoont of als zijn medische situatie een risico is (bijvoorbeeld als zijn immuun-/afweersysteem verzwakt is).
Een patiënt die een quarantainegetuigschrift ontvangt, mag in het algemeen de woning niet verlaten.
Toch zal de arts elke individuele situatie beoordelen en zijn patiënt informeren over de essentiële afwijkingen die toegestaan blijven, zoals essentiële medische afspraken die niet kunnen worden uitgesteld tot na de quarantaineperiode en, als de patiënt geen ander alternatief heeft, voor de bevoorrading van geneesmiddelen en voedsel.
- de arbeidsongeschiktheidsgetuigschriften bestemd voor het ziekenfonds.
Het RIZIV heeft het gebruik van de verschillende modellen van arbeidsongeschiktheidsgetuigschriften verduidelijkt in de tabel die geraadpleegd kan worden via de link https://www.inami.fgov.be/SiteCollectionDocuments/tabel_getuigschrift_arbeidsongeschiktheid_telefoon_covid19.docx.
- Hoe geraakt het getuigschrift na een teleconsultatie tot bij de patiënt? (bijgewerkt op 11 mei 2020)
(Onze ref.: 99421)
De nationale raad verwijst hiervoor naar de aanbevelingen van het RIZIV: https://www.inami.fgov.be/nl/covid19/Paginas/medische-getuigschriften-veranderingen-gedurende-covid19.aspx
Het geneeskundig getuigschrift wordt door de huisarts aan de patiënt toegestuurd per post of elektronisch.
De getuigschriften moeten niet door de arts worden ondertekend indien ze elektronisch worden meegedeeld, maar moeten een identificatie van de arts bevatten (naam, voornaam, RIZIV-nummer).
De patiënten moeten die getuigschriften zelf aan de bestemmeling ervan bezorgen.
- Mag een arts in de huidige COVID-19-pandemiecontext een getuigschrift van arbeidsongeschiktheid afleveren na teleconsultatie voor andere motieven dan COVID-19? (bijgewerkt op 11 mei 2020)
(Onze ref.: 99484)
Indien het gaat over de verlenging van een getuigschrift van arbeidsongeschiktheid is het deontologisch gezien denkbaar dat, indien de arts de patiënt kent en hij het initiële getuigschrift van arbeidsongeschiktheid opgesteld heeft, gewetensvol beslist dit te verlengen op grond van de telefonisch verkregen informatie, van de gegevens in zijn medisch dossier en van andere objectieve gegevens waarover hij beschikt. De arts dient op het getuigschrift te vermelden dat hij de patiënt niet fysiek onderzocht heeft.
Indien het gaat over de initiële afgifte van een getuigschrift van arbeidsongeschiktheid zonder klinisch onderzoek van de patiënt is dit deontologisch gezien slechts uitzonderlijk mogelijk, met name voor een patiënt die de arts goed kent, in wiens medisch dossier hij inzage heeft en die typische tekenen vertoont van een aandoening die behandeld kan worden zonder klinisch onderzoek maar arbeidsongeschiktheid vereist (bijvoorbeeld een acute exacerbatie van een chronische obstructieve longziekte (COPD), een seizoensgebonden exacerbatie van een gekende allergische astma, etc..) . De arts dient desgevallend op het getuigschrift te vermelden dat hij de patiënt niet onderzocht heeft.
Indien het gaat om de afgifte van een getuigschrift van arbeidsongeschiktheid zonder voorafgaand klinisch onderzoek bij een patiënt die van tevoren niet gekend is bij de arts, vergt dit nog meer voorzichtigheid van de arts. Dit is alleen aanvaardbaar wanneer de ziekte geen fysieke raadpleging vraagt, bijvoorbeeld na een ongeval met breuk die niet geconsolideerd is (de arts kan dit verifiëren door de beelden via PACS on WEB te bekijken) of wanneer de patiënt in revalidatie is na een hartaanval of een cerebrovasculair accident. De arts moet toegang hebben tot het medisch dossier of, zoals eerder gezegd, de antecedenten en de medische situatie van de patiënt kunnen begrijpen door een zorgvuldige en volledige anamnese af te nemen die vooral betrekking heeft op de huidige medicamenteuze behandelingen.
De arts moet voorzichtig en uiterst nauwkeurig te werk gaan bij het verzamelen en analyseren van de elementen maar ook bij het bepalen van de duur van de arbeidsongeschiktheid. Het getuigschrift dient uitdrukkelijk weer te geven of het gebaseerd is op de anamnese door de arts of op medische documenten (medisch dossier), of zelfs op de verklaringen van de patiënt. Er dient expliciet vermeld te worden dat er geen rechtstreeks contact noch klinisch onderzoek heeft plaatsgevonden ten gevolge van de uitzonderlijke omstandigheden.
In de huidige omstandigheden draagt iedereen de verantwoordelijkheid om verstandig en voorzichtig te werk te gaan in het belang van de gezondheid van de patiënt, die gewetens- en kwaliteitsvol verzorgd dient te worden, en van de gemeenschap.
Het bureau wijst erop dat hij van de algemeen directeur van het directoraat-generaal Gezondheidszorg van de FOD Volksgezondheid een brief ontvangen heeft waarin arbeidsongeschiktheidsattesten aan de kaak gesteld worden die als abusief beschouwd worden en die met name de goede werking van zorginstellingen in het gedrang brengen.
Voor de COVID-19-periode stelt het RIZIV modellen van geneeskundige getuigschriften voor (https://www.inami.fgov.be/nl/covid19/Paginas/medische-getuigschriften-veranderingen-gedurende-covid19.aspx).
- het getuigschrift van arbeidsongeschiktheid bestemd voor de werkgever van de patiënt / voor de patiënt die zelfstandig is
- het getuigschrift van "quarantaine" bestemd voor de werkgever van de patiënt / voor de patiënt die zelfstandig is
Het RIZIV heeft het gebruik van de verschillende modellen van arbeidsongeschiktheidsgetuigschriften verduidelijkt in de tabel die geraadpleegd kan worden via de link https://www.inami.fgov.be/SiteCollectionDocuments/tabel_getuigschrift_arbeidsongeschiktheid_telefoon_covid19.docx.
- Vraag van de heer Pedro Facon, Directeur-generaal Gezondheidszorg FOD Volksgezondheid, om artsen, met respect voor de therapeutische vrijheid, op te roepen zich te houden aan de aanbevelingen van Sciensano (https://epidemio.wiv-isp.be/ID/Pages/2019-nCoV.aspx) in verband met de duur van arbeidsongeschiktheid. (27 maart 2020)
(Onze ref.: 99482)
Het bureau van de nationale raad van de Orde der artsen onderzocht de vraag dat de Orde de artsen zou oproepen zich te houden aan de aanbevelingen van Sciensano voor de afgifte en de duur van de getuigschriften van arbeidsongeschiktheid bij vermoeden van besmetting met COVID-19, in het bijzonder wanneer deze bestemd zijn voor verzorgend personeel in ziekenhuizen en zorginstellingen.
Het bureau zal hierop toezien, met name via de huisartsenverenigingen.
- Kan de arts een attest afleveren waarin wordt aangegeven dat een aanpassing van de arbeidsomstandigheden (telewerk) zich opdringt omdat de patiënt, gezien zijn medische toestand, een risicopatiënt is in de context van de pandemie COVID-19? (bijgewerkt op 11 mei 2020)
(Onze ref.: 99512)
Op deontologisch vlak heeft het bureau geen bezwaar dat de arts een attest aflevert aan patiënten wiens gezondheidstoestand dit rechtvaardigt, bevestigend dat in de context van de COVID-19-pandemie hun gezondheidstoestand de afzondering oplegt. Dit vereist dat hij toegang heeft tot hun medisch dossier.
Er dient trouwens op gewezen te worden dat sinds 18 maart 2020 om 12 uur, terwijl bepaalde ondernemingen verder moeten blijven draaien om de bescherming van de vitale behoeften van de Natie en van de noden van de bevolking (bv. gezondheidszorg, …) te waarborgen, andere moeten sluiten (handelszaken en winkels behalve voedingswinkels, apotheken, boekenwinkels, tankstations en brandstofleveranciers).
Bepaalde ondernemingen moeten hun werknemers verplicht toestaan thuis te werken (telewerk thuis).
De nuttige informatie is beschikbaar via de volgende link: https://werk.belgie.be/nl/nieuws/update-coronavirus-preventiemaatregelen-en-arbeidsrechtelijke-gevolgen
Tot slot, indien de behandelende arts eraan denkt de arbeidsarts te contacteren, vestigt het bureau de aandacht op de noodzaak vooraf de toestemming van de patiënt hierover te bekomen.
Het RIZIV stelt een model van geneeskundig getuigschrift van "quarantaine" voor dat bestemd is voor de werkgever van de patiënt / voor de patiënt die zelfstandig is (https://www.inami.fgov.be/nl/covid19/Paginas/medische-getuigschriften-veranderingen-gedurende-covid19.aspx).
Dit zogenaamd "quarantainegetuigschrift" wordt afgeleverd aan een werknemer die arbeidsgeschikt is, maar die zich niet naar zijn werkplek kan begeven, meer bepaald als hij in nauw contact is geweest met een geïnfecteerde persoon, als hij zelf besmet is terwijl hij geen symptomen vertoont of als zijn medische situatie een risico is (bijvoorbeeld als zijn immuun-/afweersysteem verzwakt is).
Een patiënt die een quarantainegetuigschrift ontvangt, mag in het algemeen de woning niet verlaten.
Toch zal de arts elke individuele situatie beoordelen en zijn patiënt informeren over de essentiële afwijkingen die toegestaan blijven, zoals essentiële medische afspraken die niet kunnen worden uitgesteld tot na de quarantaineperiode en, als de patiënt geen ander alternatief heeft, voor de bevoorrading van geneesmiddelen en voedsel.
- Heeft de patiënt ten aanzien van de politiediensten een attest nodig ter legitimatie van zijn verplaatsing voor een consultatie bij een arts? (3 april 2020)
(Onze ref.: 99534)
Artikel 8 van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken bepaalt het volgende:
“De personen zijn ertoe gehouden thuis te blijven. Het is verboden om zich op de openbare weg en in openbare plaatsen te bevinden, behalve in geval van noodzakelijkheid en omwille van dringende redenen zoals: (…) toegang te hebben tot medische zorgen; (…)”
De bevoegde instanties raden evenwel aan om niet-dringende medische consultaties, onderzoeken en ingrepen uit te stellen.
Het spreekt voor zich dat de arts de zorgcontinuïteit dient te verzekeren voor patiënten met een chronische ziekte, in het bijzonder indien de opvolging cruciaal is voor de patiënt.
De patiënt heeft in principe geen attest of bewijs nodig om de reden van zijn verplaatsing aan te tonen. Het erewoord zou moeten volstaan, al is het niet uitgesloten dat de politie ter controle contact opneemt met de betrokken arts.
- Mag een arts in de huidige COVID-19-pandemiecontext een medisch attest afleveren ter rechtvaardiging van een verblijf in een tweede woonplaats? (3 april 2020)
(Onze ref.: 99575)
Het bureau van de nationale raad van de Orde der artsen heeft vernomen dat artsen medische attesten opmaken ter rechtvaardiging van het overtreden van de dringende maatregelen genomen door de bevoegde overheidsinstanties ter voorkoming van de verdere verspreiding van de ziekte COVID-19, bijvoorbeeld ter rechtvaardiging van een verblijf in een tweede woonplaats.
Het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, bepaalt dat personen ertoe gehouden zijn thuis te blijven, behalve in geval van noodzakelijkheid en omwille van dringende redenen, zoals bepaald in artikel 8.1
Personen dienen te verblijven op het adres waar ze gedomicilieerd zijn. Het is niet toegelaten zich te begeven naar een tweede verblijf in de Ardennen of aan de kust.2
De arts mag nooit een medisch attest opmaken, louter op vraag van de patiënt, ter rechtvaardiging van het overtreden van voornoemde maatregelen. Een medisch attest is een getuigschrift dat een feit van medische aard vaststelt en bevestigt op grond van eigen ondervraging of onderzoek.3
Elk medisch attest moet, op de eer en onder de verantwoordelijkheid van de arts, volledig waarheidsgetrouw en gewetensvol worden opgemaakt.4
Slechts in geval van strikte medische noodzakelijkheid, kan een overtreding van de maatregelen om medische redenen worden gerechtvaardigd.
De politionele diensten die twijfelen aan de waarheidsgetrouwheid van een medisch attest, kunnen hiertegen klacht indienen bij de bevoegde provinciale raden van de Orde der artsen. Wanneer zou blijken uit het onderzoek dat het opgemaakte attest vals is, louter gebaseerd op de wens van de patiënt om zich te begeven naar een tweede verblijf, kan de arts tuchtrechtelijk worden gesanctioneerd. Bovendien kan een dergelijk gedrag ook het voorwerp uitmaken van een gemeentelijke administratieve sanctie of een strafrechtelijke sanctie.