2.2. Getuigenis in rechte

geactualiseerde versie 08/08/2024

De arts die moet getuigen in rechte mag het medisch geheim doorbreken (artikel 458 van het Strafwetboek).

De arts die in rechte getuigt, kan enkel in het belang van zijn patiënt een zwijgrecht inroepen (artikel 28 van de Code van medische deontologie).

Voor meer informatie, raadpleeg: Medisch geheim en justitie

Wat valt onder het medisch geheim?

Het medisch geheim beschermt niet alleen de toevertrouwde geheimen van de patiënt, maar alle inlichtingen die ter kennis worden gebracht van de arts tijdens of bij gelegenheid van de uitoefening van zijn beroep (artikel 25 van de Code van medische deontologie).

Wat is een getuigenis in rechte?

De getuigenis in rechte is een schriftelijke of mondelinge verklaring, onder eed, op verzoek van en voor een onderzoeksrechter of een rechter. De onderzoeksrechter kan, via een vordering, een politieagent belasten met het afnemen van een getuigenis in rechte.

Het verhoor in het kader van een opsporingsonderzoek door de procureur des Konings of, onder leiding van deze laatste, door de politie, is geen getuigenis in rechte.

Wanneer de oproeping gebeurt door een politieagent is het bijgevolg raadzaam om de agent te vragen of hij handelt op basis van een vordering van een onderzoeksrechter. Zo niet, dan is er niet voldaan aan de voorwaarden om te spreken van een getuigenis in rechte.

Is de arts verplicht om te getuigen?

De arts die wordt gedagvaard, moet verschijnen en de eed afleggen maar het staat hem vervolgens vrij te spreken of te zwijgen.

Wanneer hij als getuige wordt ondervraagd door een rechter of op vordering van deze laatste, mag de arts informatie onthullen die hem ter kennis werd gebracht tijdens of bij gelegenheid van de uitoefening van zijn beroep, zonder de bepalingen van artikel 458 van het Strafwetboek te schenden.

Hij heeft eveneens het recht zich te verschuilen achter het beroepsgeheim. Artikel 929 van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt immers dat een getuige kan weigeren te getuigen op grond van een wettige reden, waaronder het beroepsgeheim.

De beoordelingsbevoegdheid ligt bij de arts en hij dient in geweten te beslissen of hij een verklaring moet afleggen over feiten die hem ter kennis werden gebracht tijdens of bij gelegenheid van de uitoefening van zijn beroep.

De medische deontologie raadt aan dat de arts zich bij zijn beslissing laat leiden door het belang van de patiënt ( artikelen 25 en 28 van de Code van medische deontologie 2018).

Het is aan de rechter te boordelen of het door de arts ingeroepen beroepsgeheim om niet te getuigen niet wordt gebruikt voor een ander doel.

Is de toestemming van de patiënt nodig om te getuigen?

Wanneer de arts wordt ondervraagd over feiten waarvan een patiënt het slachtoffer is, is het wenselijk dat hij voorafgaandelijk met hem probeert te spreken om na te gaan of de patiënt instemt met zijn getuigenis. De eventuele weigering van de patiënt mag niet worden genegeerd, tenzij de arts meent dat zijn patiënt ernstig gevaar loopt en dat zijn getuigenis hem kan helpen.

Wanneer de patiënt zich in een kwetsbare situatie bevindt wegens leeftijd, ziekte, gebrekkigheid of lichamelijke of geestelijke handicap waardoor hij zijn belangen niet kan verdedigen, is het gerechtvaardigd het medisch geheim te doorbreken ter bescherming van de integriteit van de kwetsbare persoon.

Wanneer de arts wordt ondervraagd over feiten die de patiënt ten laste worden gelegd, dient hij het geheim te eerbiedigen tenzij hij in geweten en rekening houdend met de ernst van de feiten meent te moeten getuigen om een hoger belang te beschermen.

Wat moet worden onthuld?

De arts onthult enkel wat nodig is en verband houdt met het onderwerp van zijn verhoor.

Hij moet natuurlijk de waarheid spreken. Zijn verklaringen moeten bedachtzaam en objectief zijn en duidelijk een onderscheid maken tussen wat hij zelf heeft vastgesteld en wat hem ter kennis werd gebracht.