Ordomedic
Gerelateerde adviezen en nieuws
Medische controles via telegeneeskunde.
De nationale raad van de Orde der artsen heeft in zijn vergadering van 21 februari 2025 onderzocht of het vanuit deontologisch oogpunt is toegelaten dat een medische controle gebeurt via telegeneeskunde.
Onderstaand advies betreft de medische controles op zowel de werknemers die zich tijdens hun ziekte bevinden in België als deze in het buitenland.
Sinds de gewijzigde wetgeving[1] betreffende het recht van de werknemer op het behoud van zijn vakantiedagen die samenvallen met ziekte, is er een stijging naar de vraag voor het verrichten van medische controles via telegeneeskunde, omdat de werknemer zich tijdens zijn jaarlijkse vakantie vaak bevindt in het buitenland.
Hoewel de werkgever zijn recht op controle behoudt[2], blijkt het in de praktijk moeilijk te zijn om deze controle in het buitenland te organiseren.
Het advies van de nationale raad aangaande de deontologische regels voor teleconsultatie[3] bepaalt onder meer dat de arts over voldoende relevante en betrouwbare gegevens van de patiënt moet beschikken om een medisch verantwoord advies te kunnen geven via telegeneeskunde. Deze vereiste kan niet worden ingevuld bij een controleopdracht omdat de controlearts geen inzage mag nemen in het patiëntendossier, omwille van het gebrek aan een therapeutische relatie met de patiënt[4].
Bijgevolg kan bezwaarlijk een kwaliteitsvolle telecontrole worden gerealiseerd en volgt uit de aard van de opdracht dat telegeneeskunde in de regel geen geschikte methode is voor het verrichten van medische controles.
Uitzonderlijk kan van deze regel worden afgeweken, met name:
- Wanneer objectieve medische elementen de controle via telegeneeskunde mogelijk maken (te denken valt aan de interpretatie van een bloedonderzoek, een operatieverslag of medische beeldvorming);
- Wanneer het mogelijk is contact op te nemen met de behandelend arts, mits toestemming van de patiënt, en deze de noodzakelijke toelichting kan verstrekken bij de arbeidsongeschiktheid.
Binnen het specialisme van de controlegeneeskunde is het aangewezen wetenschappelijke krijtlijnen vast te leggen in welke gevallen medische controles kwalitatief kunnen gebeuren via telegeneeskunde.
[1] Wet van 17 juli 2023 tot wijziging van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten en de wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen met betrekking tot de samenloop van jaarlijkse vakantie en arbeidsongeschiktheid.
[2] Zie ook advies van de nationale raad van 10 juni 2023, “Deontologische regels bij het attesteren van een arbeidsongeschiktheid tijdens of na een vakantie in het buitenland”.
[3] Advies van de nationale raad van 18 juni 2022, “Teleconsultaties in het huidige zorglandschap – deontologische regels”.
De aandacht voor zorg in de gevangenis – de behandeling van hepatitis C.
De nationale raad van de Orde der artsen heeft in zijn vergadering van 21 februari 2025 de problematiek onderzocht met betrekking tot het gebrek aan behandeling van hepatitis C bij gedetineerden die voor een korte periode in de gevangenis verblijven.
Op heden wordt de behandeling van hepatitis C bij een gedetineerde slechts opgestart wanneer hij minimaal drie maanden in de gevangenis verblijft.
De keuze om uitsluitend gedetineerden te behandelen die gedurende het volledige behandeltraject in de gevangenis verblijven, is gebaseerd op een tekort aan middelen, de veronderstelling dat de behandeling na vrijlating niet wordt voortgezet en de niet-dringende aard van de pathologie.
Het onderscheid in behandeling naargelang de duur van de detentieperiode is vanuit deontologisch oogpunt onverdedigbaar. Overeenkomstig de Code van medische deontologie verzorgt de arts alle patiënten even gewetensvol en zonder discriminatie.[1]
Een verantwoord beheer van de middelen van de gemeenschap mag er niet toe leiden dat een bepaalde bevolkingsgroep geen toegang krijgt tot gezondheidszorg, te meer omdat de behandeling zeer toegankelijk is.
De behandeling van elke gedetineerde sluit bovendien aan bij de mondiale hepatitisstrategie van de Wereldgezondheidsorganisatie, die door België werd goedgekeurd en tot doel heeft het aantal nieuwe hepatitisinfecties tussen 2016 en 2030 met negentig procent te verminderen.[2]
Het behandelen van zoveel mogelijk gedetineerden is niet alleen van belang voor de gezondheid van de gedetineerde zelf, maar ook voor de samenleving. Een onbehandelde gedetineerde kan immers na vrijlating anderen besmetten buiten de gevangenismuren.
De gevangenisarts heeft de taak mee in te staan voor gezondheidspreventie, - bescherming en promotie.[3] Vroegtijdig testen en informeren over de besmettingsrisico’s maken deel uit van een zorgvuldig hepatitisbeleid.
Ten slotte is het ongerijmd om vooraf te veronderstellen dat de gedetineerde de behandeling na vrijlating niet zal voortzetten. De gevangenisarts speelt hierin een cruciale rol: hij moet de gedetineerde informeren over de risico's van de aandoening en, met het oog op de zorgcontinuïteit, de patiënt overtuigen de behandeling voort te zetten en hem of haar informeren over de centra die kunnen instaan voor de verdere zorg.
[1] Art. 30, lid 3, Code van medische deontologie.
[2]Elimination of hepatitis by 2030.
[3] Art. 5, Code van medische deontologie.
03/02/2025
Universitair Tandheelkundig Centrum (VUB): symposium Tandheelkunde-Innovatie - 27 februari 2025
Op donderdag 27 februari 2025 organiseert het Universitair Tandheelkundig Centrum van de Vrije Universiteit Brussel een symposium in het kader van Tandheelkunde-Innovatie met aansluitend een lezing voor artsen-tandartsen met een netwerkreceptie.
03/02/2025
Recrutement des patients - Stratégie multidisciplinaire du sevrage des IPP dans le traitement du reflux gastro-œsophagien non compliqué
Bonjour,
Pharmacienne depuis cinq ans et passionnée par la nutrition, j’ai repris des études en diététique.
Dans ce cadre, je réalise un travail de fin d’études (TFE) sur une problématique qui combine mes deux domaines d’expertise : « Stratégie multidisciplinaire du sevrage des IPP dans le traitement du reflux gastro-œsophagien non compliqué : la place centrale du diététicien ».
Comme vous le savez, les inhibiteurs de la pompe à protons (IPP) figurent parmi les médicaments les plus prescrits dans le cadre du reflux gastro-œsophagien (RGO). Cependant, leur utilisation prolongée est associée à divers effets indésirables (troubles de l'absorption, risque accru d'infections, ostéoporose, etc.), ce qui souligne la nécessité d’une réévaluation régulière et d’un sevrage progressif lorsque cela est possible.
Mon étude vise à démontrer l’importance d’une prise en charge diététique adaptée dans le cadre de ce sevrage, notamment pour prévenir une rechute et une reprise du traitement.
Pour mener à bien ce projet, je cherche à identifier et recruter des patients répondant à certains critères spécifiques: - Agées de plus de 18 ans - Souffrant initialement de reflux gastro-œsophagien non compliqué - Prenant un IPP depuis plus de 8 semaines - N’ayant plus d’indication médicale justifiant la poursuite du traitement.
Dans cette optique, je sollicite votre aide pour diffuser mon annonce auprès des médecins, en particulier à Bruxelles, afin de m’aider à élargir ma recherche de patients éligibles.
Pour toute question ou information complémentaire, vous pouvez me joindre par email à audrey.dewael@outlook.com.
Cordialement,
Audrey De Wael
03/02/2025
Odisee co-hogeschool : Opleiding voor administratieve medewerkers in de artsenpraktijk
De praktijkassistent in de zorg: wie zijn ze, wat doen ze,... maak kennis met dit nieuwe zorgberoep
Mailing naar alle huisartsen teneinde hun administratief personeel te informeren dat er vanaf 10 maart 2025 reeds 2 vakken gevolgd kunnen worden ter voorbereiding van het graduaat in de praktijkassistentie in de gezondheidszorg :
mailing.kuleuven.be/r-02982641fd92e1ff486b5cba7c598ed7f66900dc0e114b45
30/01/2025
Call for Intervention Following the Israeli Health Ministry and Medical Association's Conduct on Medical Care for Detained Palestinians
To whom it may concern,
I am writing on behalf of the Prisoners and Detainees Department at Physicians for Human RightsIsrael (PHRI). Established in 1988 during the first Intifada by Palestinian and Jewish physicians, PHRI has dedicated itself to upholding the right to health for all individuals living under Israeli control. Our department addresses hundreds of individual cases annually, using them as a basis to advocate for comprehensive systemic reforms in the health rights of incarcerated individuals. Since the start of the current war in Gaza, our primary focus has been on addressing the escalating violations of Palestinians' rights in Israeli prison facilities, which have reached an unprecedented low.
We are reaching out to raise a complaint against the Israeli Ministry of Health and the Israel Medical Association (IMA) for their failure to fulfill their responsibilities, lack of action, and, in some cases, direct involvement in severe breaches of their duty to provide appropriate medical care. These bodies have set inadequate and unethical standards for the treatment of detained persons and have failed to take responsibility or express proactive stances to meet their obligations toward Palestinians held in Israeli prisons, military detention facilities, and civilian hospitals.
We have previously contacted the World Medical Association multiple times to highlight severe human rights and medical ethics violations linked to Israel's apartheid regime. For instance, in June 2022, we requested information on the role of National Medical Associations (NMAs) regarding these issues. This letter specifically addresses violations related to the health of Palestinians in Israeli detention settings since October 2023.
The attached letter provides further details on the involvement of the Israeli Ministry of Health and the IMA in these violations, highlighting their ongoing failure to ensure the right to health for all individuals in Israeli custody, whether in civilian hospitals or detention facilities.
Since the beginning of the war, we have sent numerous communications to the Health Ministry and the IMA, urging them to take immediate action to address the violations occurring at the field hospital in the Sde Teiman detention facility, in civilian hospitals, and within the health services provided in Israeli prisons. Regrettably, none of these e orts have led to any meaningful response or action.
The Ministry of Health and the IMA have failed in their duty to ensure equal, adequate, and ethical medical care to all incarcerated individuals. Additionally, they have neglected their responsibility to protect the physicians they represent from becoming entangled in severe violations, even when these physicians sought help and reported ethical and professional breaches. As a result, we are forced to conclude that the Israeli Ministry of Health and the IMA are complicit in policies that violate human rights in general and the right to health in particular.
We believe that health organizations worldwide, especially physician associations, must take decisive action to address these conditions and prevent their continuation. This should involve direct appeals and public statements condemning Israel's policies of torture, abuse, neglect, and the endangerment of human lives.
We urge you to help hold Israel accountable and address these grave violations by taking the following actions:
1. Advocate for the entry of international organizations, such as the Red Cross, into Israeli prison facilities to document relevant incidents and provide medical care to incarcerated individuals.
2. Contact the IMA and the Israeli Ministry of Health privately and publicly to address their involvement in the abovementioned violations. It is unacceptable for an organization implicated in such abuses to be part of the global medical community.
3. Urge the WMA to evaluate whether the IMA adheres to its principles.
4. Call on relevant professional organizations to take action to end the systematic violations of Palestinian rights in Israeli prisons, including the participation of Israeli medical institutions in these abuses.
We remain available for any questions or clarifications and would be pleased to discuss the matter in more detail.
Kind regards,
Prisoners and Detainees Department
Physicians for Human Rights-Israel
28/01/2025
Uitnodiging 'Kunstmatige intelligentie, delen van gegevens en de Orde der artsen' - 1 april 2025
De attitude van plastische chirurgen bij de invulling van het wettelijk kader en de deontologische regels binnen hun praktijkvoering.
De nationale raad van de Orde der artsen bestudeerde in zijn vergadering van 24 januari 2025 de attitude van plastische chirurgen bij de invulling van het wettelijk kader en de deontologische regels binnen hun praktijkvoering. De aanleiding is de recente undercoverreportage van Testaankoop[1] waarin meerdere inbreuken werden vastgesteld.
De vastgestelde inbreuken betreffen: het geven van te beperkte informatie, in het bijzonder bij de bespreking van de risico’s en de nevenwerkingen; het niet respecteren van de wettelijke wachttermijn tussen de raadpleging en de ingreep; het vragen van voorschotten en het opleggen van hoge annuleringskosten; het negeren van het verbod op het afleveren van getuigschriften voor verstrekte hulp binnen deze context; het voeren van ongeoorloofde reclame en het schenken van te weinig aandacht aan de psychologische context. Bovendien maakten enkele collega’s ongepaste opmerkingen.
Op wettelijk vlak
De wet van 23 mei 2013 tot regeling van de vereiste kwalificaties om ingrepen van niet-heelkundige esthetische geneeskunde en esthetische heelkunde uit te voeren en tot regeling van de reclame en informatie betreffende die ingrepen is duidelijk over de modaliteiten van de informatieverstrekking en de toestemming (art. 18), de wachtperiode (art. 20) en het voeren van reclame en informatie (art. 20/1).
De beginselen van de wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt blijven als lex generalis onverminderd van toepassing tenzij deze lex specialis bepaalde thema’s anders bepaalt.
De nationale raad wijst de collega’s erop dat de wetgeving te allen tijde strikt moet worden gerespecteerd en herinnert hen aan de strafbepalingen die voorzien zijn in de wet.
Op deontologisch vlak
Op deontologisch vlak zijn enkele principes van primordiaal belang voor een goede vertrouwensband tussen de arts en de patiënt.
1. De geïnformeerde toestemming
De geïnformeerde toestemming is pas voldragen wanneer de patiënt uit de gegeven informatie een weloverwogen beslissing kan nemen. Informatiebrochures zijn sterk aanbevolen omdat ze de patiënt in staat stellen op een rustige wijze te reflecteren over hetgeen op de raadpleging besproken werd. Om impulsieve beslissingen het hoofd te bieden dient de arts de wettelijke wachtperiode van minstens vijftien dagen tussen het schriftelijk informatieverslag en de geplande ingreep te respecteren. Daarnaast dient de arts rekening te houden met de psychologische toestand van de patiënt.
2. Het financiële luik
Transparant informeren over de voorziene kostprijs en het hanteren van billijke tarieven versterken de vertrouwensrelatie tussen arts en patiënt en voorkomen latere geschillen.
In de wachtperiode mag de arts voor de esthetische ingreep geen enkele tegenprestatie of financieel engagement vragen of ontvangen, behalve de erelonen voor de raadplegingen die aan de ingreep voorafgaan.
Waar het vragen van voorschotten in principe wettelijk is verboden, is het op deontologisch vlak ontoelaatbaar. Het opleggen van disproportionele annuleringskosten beperkt de vrijheid van de patiënt om de ingreep af te wijzen en maakt misbruik van diens zwakke positie.
Het afleveren van getuigschriften van verstrekte hulp binnen deze context is frauduleus en komt neer op een oplichting van de maatschappij.
3. Het voeren van reclame en verschaffen van praktijkinformatie
De artsen dienen het artikel 37 van de Code van medische deontologie te respecteren. Dit artikel bepaalt dat de arts zijn medische activiteit mag kenbaar maken aan het publiek. De informatie, onder welke vorm ook, is waarheidsgetrouw, objectief, relevant, verifieerbaar, discreet en duidelijk. Zij is niet misleidend en zet niet aan tot overbodige medische prestaties.
De arts verzet zich tegen publiciteit die derden over zijn medische ingrepen verstrekken en die de bepalingen van het vorige lid niet respecteert.
De commentaar bij de Code vermeldt bovendien welke vormen van informatieverschaffing niet zijn toegelaten:
- - iedere vorm van misleidende publiciteit;
- - vergelijkende honorariatarieven (het toetredingsstatuut tot de nationale overeenkomst is echter een verplichte informatie, krachtens artikel 73, §1, lid 3 van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen);
- - het aanzetten tot overbodige onderzoeken of behandelingen;
- - publicaties, conferenties en andere mededelingen zonder wetenschappelijk nut of die een commercieel oogmerk hebben; publicatie van getuigenissen van patiënten; communicatie van gegevens gedekt door het medisch geheim;
- - gebruik van een instrument om de bezoekers van een website buiten hun medeweten te identificeren of te profileren;
- - commerciële promotie van geneesmiddelen of andere gezondheidszorgproducten.
Praktijkinformatie die tot doel heeft een gezondheidsbeoefenaar te laten kennen of informatie te verstrekken over de aard van zijn beroepspraktijk is toegelaten.
4. Empathie en respectvolle omgang met de patiënt
Artikel 16 van de Code van medische deontologie legt de arts de plicht op om in iedere situatie empathisch, attent en respectvol om te gaan met elke patiënt.
De nationale raad herinnert alle artsen eraan en in het bijzonder de plastische chirurgen de wettelijke en deontologische regelgeving strikt na te leven. Inbreuken hierop ondermijnen het vertrouwen in het artsenkorps, staan een goede arts-patiëntrelatie in de weg en kunnen tuchtrechtelijk gesanctioneerd worden.
Patiënten die menen dat de arts een deontologische inbreuk pleegt, kunnen dit melden bij de provinciale raad van inschrijving van de arts (Ordomedic | Contact).
[1]https://www.test-aankoop.be/gezond/gezondheidszorg/gezondheidsuitgaven-en-verzekeringen/nieuws/plastische-chirurgie