Ordomedic

Gerelateerde adviezen en nieuws

Nieuws
28/01/2025
Uitnodiging 'Kunstmatige intelligentie, delen van gegevens en de Orde der artsen' - 1 april 2025
Geneeskunde (Esthetische)24/01/2025 Documentcode: a172001
De attitude van plastische chirurgen bij de invulling van het wettelijk kader en de deontologische regels binnen hun praktijkvoering.

De nationale raad van de Orde der artsen bestudeerde in zijn vergadering van 24 januari 2025 de attitude van plastische chirurgen bij de invulling van het wettelijk kader en de deontologische regels binnen hun praktijkvoering. De aanleiding is de recente undercoverreportage van Testaankoop[1] waarin meerdere inbreuken werden vastgesteld.

De vastgestelde inbreuken betreffen: het geven van te beperkte informatie, in het bijzonder bij de bespreking van de risico’s en de nevenwerkingen; het niet respecteren van de wettelijke wachttermijn tussen de raadpleging en de ingreep; het vragen van voorschotten en het opleggen van hoge annuleringskosten; het negeren van het verbod op het afleveren van getuigschriften voor verstrekte hulp binnen deze context; het voeren van ongeoorloofde reclame en het schenken van te weinig aandacht aan de psychologische context. Bovendien maakten enkele collega’s ongepaste opmerkingen.

Op wettelijk vlak

De wet van 23 mei 2013 tot regeling van de vereiste kwalificaties om ingrepen van niet-heelkundige esthetische geneeskunde en esthetische heelkunde uit te voeren en tot regeling van de reclame en informatie betreffende die ingrepen is duidelijk over de modaliteiten van de informatieverstrekking en de toestemming (art. 18), de wachtperiode (art. 20) en het voeren van reclame en informatie (art. 20/1).

De beginselen van de wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt blijven als lex generalis onverminderd van toepassing tenzij deze lex specialis bepaalde thema’s anders bepaalt.

De nationale raad wijst de collega’s erop dat de wetgeving te allen tijde strikt moet worden gerespecteerd en herinnert hen aan de strafbepalingen die voorzien zijn in de wet.

Op deontologisch vlak

Op deontologisch vlak zijn enkele principes van primordiaal belang voor een goede vertrouwensband tussen de arts en de patiënt.

1. De geïnformeerde toestemming

De geïnformeerde toestemming is pas voldragen wanneer de patiënt uit de gegeven informatie een weloverwogen beslissing kan nemen. Informatiebrochures zijn sterk aanbevolen omdat ze de patiënt in staat stellen op een rustige wijze te reflecteren over hetgeen op de raadpleging besproken werd. Om impulsieve beslissingen het hoofd te bieden dient de arts de wettelijke wachtperiode van minstens vijftien dagen tussen het schriftelijk informatieverslag en de geplande ingreep te respecteren. Daarnaast dient de arts rekening te houden met de psychologische toestand van de patiënt.

2. Het financiële luik

Transparant informeren over de voorziene kostprijs en het hanteren van billijke tarieven versterken de vertrouwensrelatie tussen arts en patiënt en voorkomen latere geschillen.

In de wachtperiode mag de arts voor de esthetische ingreep geen enkele tegenprestatie of financieel engagement vragen of ontvangen, behalve de erelonen voor de raadplegingen die aan de ingreep voorafgaan.

Waar het vragen van voorschotten in principe wettelijk is verboden, is het op deontologisch vlak ontoelaatbaar. Het opleggen van disproportionele annuleringskosten beperkt de vrijheid van de patiënt om de ingreep af te wijzen en maakt misbruik van diens zwakke positie.

Het afleveren van getuigschriften van verstrekte hulp binnen deze context is frauduleus en komt neer op een oplichting van de maatschappij.

3. Het voeren van reclame en verschaffen van praktijkinformatie

De artsen dienen het artikel 37 van de Code van medische deontologie te respecteren. Dit artikel bepaalt dat de arts zijn medische activiteit mag kenbaar maken aan het publiek. De informatie, onder welke vorm ook, is waarheidsgetrouw, objectief, relevant, verifieerbaar, discreet en duidelijk. Zij is niet misleidend en zet niet aan tot overbodige medische prestaties.

De arts verzet zich tegen publiciteit die derden over zijn medische ingrepen verstrekken en die de bepalingen van het vorige lid niet respecteert.

De commentaar bij de Code vermeldt bovendien welke vormen van informatieverschaffing niet zijn toegelaten:

  • - iedere vorm van misleidende publiciteit;
  • - vergelijkende honorariatarieven (het toetredingsstatuut tot de nationale overeenkomst is echter een verplichte informatie, krachtens artikel 73, §1, lid 3 van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen);
  • - het aanzetten tot overbodige onderzoeken of behandelingen;
  • - publicaties, conferenties en andere mededelingen zonder wetenschappelijk nut of die een commercieel oogmerk hebben; publicatie van getuigenissen van patiënten; communicatie van gegevens gedekt door het medisch geheim;
  • - gebruik van een instrument om de bezoekers van een website buiten hun medeweten te identificeren of te profileren;
  • - commerciële promotie van geneesmiddelen of andere gezondheidszorgproducten.

Praktijkinformatie die tot doel heeft een gezondheidsbeoefenaar te laten kennen of informatie te verstrekken over de aard van zijn beroepspraktijk is toegelaten.

4. Empathie en respectvolle omgang met de patiënt

Artikel 16 van de Code van medische deontologie legt de arts de plicht op om in iedere situatie empathisch, attent en respectvol om te gaan met elke patiënt.

De nationale raad herinnert alle artsen eraan en in het bijzonder de plastische chirurgen de wettelijke en deontologische regelgeving strikt na te leven. Inbreuken hierop ondermijnen het vertrouwen in het artsenkorps, staan een goede arts-patiëntrelatie in de weg en kunnen tuchtrechtelijk gesanctioneerd worden.

Patiënten die menen dat de arts een deontologische inbreuk pleegt, kunnen dit melden bij de provinciale raad van inschrijving van de arts (Ordomedic | Contact).


[1]https://www.test-aankoop.be/gezond/gezondheidszorg/gezondheidsuitgaven-en-verzekeringen/nieuws/plastische-chirurgie

Nieuws
13/01/2025
Appel à contribution - Etude relative aux pratiques, perceptions et obstacles rencontrés par les médecins généralistes dans la prise en charge des patients souffrant d’alcoolo-dépendance
Nieuws
13/12/2024
Federale Commissie inzake de rechten van de patiënt: Advies met betrekking tot het gebruik van taal als een essentieel element van wederzijds begrip tussen een patiënt en een zorgverlener
Nieuws
29/11/2024
Gegevensbeschermingsautoriteit - Oproep tot kandidaten voor de reserve van deskundigen

De Gegevensbeschermingsautoriteit vestigt de aandacht op de oproep tot kandidaten voor de reserve van deskundigen overeenkomstig artikel 18/1 van de wet van 3 december 2017 tot oprichting van de Gegevensbeschermingsautoriteit.

U vindt als bijlage het uittreksel ter zake uit het B.S. van 31 oktober 2024.

Het is de bedoeling dat de Gegevensbeschermingsautoriteit aan het federale parlement een lijst van deskundigen kan voorleggen met het oog op hun benoeming. Zodra de deskundigen door het parlement zijn benoemd, kan de Autoriteit in het kader van haar wettelijke taken op vrijwillige basis een beroep doen op hun expertise. De lijst van deskundigen zal worden gepubliceerd en de expertiseopdrachten zullen worden vergoed.

Nieuws
22/11/2024
Erasmushogeschool Brussel - Bij- en nascholing Juridische opleiding Gerechtsdeskundigen

Vanaf februari 2025 organiseert de Erasmushogeschool een nieuwe juridische navorming ‘Gerechtsdeskundigen’. Het programma werd uitgewerkt in samenwerking met de Vrije Universiteit Brussel.

Hieronder kan u de digitale flyer terugvinden.

Parketmagistraten kunnen enkel experten (zoals artsen) oproepen voor advies in een gerechtszaak indien zij opgenomen zijn in het nationaal register (en erkend als deskundige). Slagen voor onderstaande navorming geeft toelating om opgenomen te kunnen worden in het register.


digitale flyer:
Met deze opleiding stomen we je klaar om aan de slag te gaan als gerechtsdeskundige.

De wetgever heeft met de wet van 10 april 2014 een nationaal register van gerechtsdeskundigen ingesteld. De vereiste kennis werd in het KB van 30 maart 2018 bepaald.

De opleiding bestaat uit 6 modules.
Module 1 behandelt het deskundigenonderzoek in burgerlijke zaken. Het gaat hierbij om de algemene beginselen van het burgerlijk procesrecht en de algemene principes van het bewijsrecht.

In module 2 wordt dieper ingegaan op de aanstelling van een deskundige in burgerlijke zaken. Dit gaat over het verloop van het onderzoek, tussenkomst van een rechter en de kosten en erelonen in burgerlijke zaken.

Module 3 en module 4 spitsen zich toe op de strafzaken. Binnen deze modules worden de algemene principes rond vooronderzoek in strafzaken en algemene principes van het bewijsrecht in strafzaken besproken. Ook de beslissing tot aanstelling van een deskundige en de wettelijke vergoeding en tarifering van prestaties in strafzaken worden besproken. Arbitrage en bemiddeling worden ook toegelicht.

Module 5
handelt over de types deskundigenonderzoeken (eenzijdig-, minnelijk deskundigenonderzoek,…) en het nationaal register.

​Module 6 behandelt de aspecten rond de aansprakelijkheid, verzekering en deontologie van de gerechtsdeskundige.

Het volgen van deze juridische opleiding is de toelatingsvoorwaarde om opgenomen te worden in het nationaal register voor gerechtsdeskundigen.
De erkenningscommissie (FOD justitie) heeft (op 20 september 2024) bevestigd dat deze opleiding in haar geheel voldoet aan de voorwaarden vastgelegd in artikel 2 van het Koninklijk besluit van 30 maart 2018 betreffende de juridische opleiding zoals bedoeld in artikel 25 van de wet van 10 april 2014 en in artikel 555/8 van het Gerechtelijk Wetboek.


Doelgroep:
Iedereen die als deskundige in zijn/ haar vakgebied wenst opgenomen te worden in het register voor gerechtsdeskundigen.

Inschrijven en/of meer info hier.

Telefonisch advies15/11/2024 Documentcode: a171018
Het beheer door de arts van telefonische oproepen en berichten van patiënten

De nationale raad van de Orde der artsen wordt ondervraagd over de mentale overbelasting veroorzaakt door het beheren van de berichten en telefonische oproepen van patiënten.

Vaak zeggen confraters stress te ondervinden door de vrees belangrijke informatie niet juist te verwerken omdat ze verloren gaat in de massa berichten en telefoonoproepen die bovenop hun raadplegingen komen.

Een goede organisatie van de medische praktijk, met inbegrip van de communicatie tussen de arts en zijn patiënten, bevordert de kwaliteit en de veiligheid van de zorg maar ook het welzijn van de arts.

1. Het feit de communicatiekanalen te beperken, helpt de informatiestroom te beheersen. De arts bepaalt zelf langs welke kanalen zijn patiënten hem kunnen contacteren.

De specifieke technische kenmerken van de communicatiemiddelen moeten niet alleen de toegang tot de zorg en de continuïteit ervan mogelijk maken maar ook de veiligheid van de gegevens en de kwaliteit van de uitwisselingen.

De website eHealth geeft informatie over platformen aanbevolen voor de uitwisseling van berichten en bestanden, zoals siilo of helena (https://www.ehealth.fgov.be/nl/page/task-force-data-technology-against-corona ).

Voor uitwisselingen met confraters biedt het intranet van de website van de Orde der artsen (www.ordomedic.be, onderdeel ”aanmelden”) aan elke arts ingeschreven op de lijst een persoonlijke beveiligde berichtenbox (Transferbox). Hiermee kunnen documenten en berichten naar confraters worden gestuurd via een beveiligde en end – to - end gecodeerde verbinding. Deze module biedt de mogelijkheid berichten te sturen met een maximumcapaciteit van 250 MB. De individuele opslagcapaciteit is begrensd op 2 GB.

2. Het doel van de communicatiemiddelen moet duidelijk zijn. Zo nodig worden patiënten eraan herinnerd dat die communicatiemiddelen niet bedoeld zijn om een raadpleging te vervangen of een te lang geachte wachttijd te omzeilen voor persoonlijk gemak.

De arts licht zijn patiënten duidelijk in over zijn bereikbaarheid en de manier waarop hij de continuïteit van de zorg invult. Bij afwezigheid dient een bericht de patiënt door te verwijzen naar een confrater of een dienst die de continuïteit van de zorg verzekert. Het is raadzaam een mondelinge of schriftelijke waarschuwing “niet in noodgevallen” te plaatsen naast de communicatiemiddelen die niet bedoeld zijn voor een dringende vraag.

Indien de arts dit gepast vindt, kan hij ook aangeven langs welk kanaal hij kan worden gecontacteerd om een voorschrift te vernieuwen, een administratieve vraag te stellen, een afspraak af te zeggen, enz.

Om misverstanden en ontevredenheid te vermijden kan het nuttig zijn de antwoordtijden te vermelden, vooral in het weekend en tijdens de vakantie, via een automatisch of vooraf opgenomen bericht.

Het kan nodig zijn de patiënten bewust te maken van de veiligheidsregels die in acht moeten worden genomen bij het uitwisselen van gevoelige informatie of documenten, in het bijzonder de noodzaak hem te identificeren. Via gewone e-mail mogen geen medische gegevens worden uitgewisseld.

Al deze informatie kan worden gegeven via een vooraf ingesproken bericht of automatisch antwoord, een waarschuwing op de website, een affiche in het kabinet, wanneer de afspraak wordt bevestigd, enz.

3. Er dient een evenwicht te worden gevonden tussen de beschikbaarheid voor interactie en beschikbaarheid voor raadplegingen, die sereen moet verlopen met zo weinig mogelijk afleiding en onderbreking.

Tijdvensters reserveren specifiek gewijd aan het beantwoorden van gesproken en elektronische berichten bevordert de concentratie die nodig is voor elke taak.

4. Tot slot kan de ontwikkeling van openbare of private diensten die toegankelijk zijn via het internet ook rechtstreeks of onrechtstreeks bijdragen tot het structureren van de contacten tussen de arts en zijn patiënten.

De patiënt wordt aangemoedigd om zijn gegevens rechtstreeks via regionale uitwisselingsnetwerken te raadplegen (CoZo / Collaboratief Zorgplatform, Abrumet / Réseau Santé Bruxellois, RSW / Réseau Santé Wallon).

Een onlinesysteem voor het maken van afspraken, met de mogelijkheid voor de patiënten beschikbare tijdvensters te kiezen, vermindert het aantal telefoonoproepen.

5. Het is aangeraden om in het patiëntendossier de belangrijke gesprekken die buiten de raadpleging worden gevoerd bij te houden.

Geneeskunde (Sport-)15/11/2024 Documentcode: a171015
Sponsoring van een sportteam door een arts.

De nationale raad van de Orde der artsen wordt om advies verzocht over de mogelijkheid voor een arts om een sportteam te sponsoren.

De reden voor dit advies is niet de financiële steun die de arts biedt, maar de tegenprestatie die eruit voortvloeit in zijn voordeel, in dit geval het promoten van zijn beroepsactiviteit.

Volgens de Kwaliteitswet is praktijkinformatie iedere vorm van mededeling die rechtstreeks en specifiek, ongeacht de daartoe aangewende plaats, drager of aangewende technieken, tot doel heeft een gezondheidszorgbeoefenaar te laten kennen of informatie te verstrekken over de aard van zijn beroepspraktijk.

Indien de financiële steun die de arts biedt, bijvoorbeeld aan een sportteam, gepaard gaat met een communicatie die als doel heeft zich kenbaar te maken of informatie te verstrekken over zijn praktijk, moet deze gebeuren in overeenstemming met de deontologische en wettelijke vereisten in verband met de praktijkinformatie (artikel 31, §1, van de wet van 22 april 2019 inzake de kwaliteitsvolle praktijkvoering in de gezondheidszorg; artikel 37 van de Code van medische deontologie).

Het feit dat het promoten van zijn beroepsactiviteit niet de hoofdreden voor zijn financiële steun is, speelt geen rol in de toepassing van deze regels.

De praktijkinformatie moet, ongeacht de vorm ervan, waarheidsgetrouw, objectief, relevant, verifieerbaar, discreet en duidelijk zijn en ze moet wetenschappelijk onderbouwd zijn.

De verstrekte informatie mag niet misleidend zijn noch aanzetten tot overbodige geneeskundige verstrekkingen.

De arts verzet zich tegen elke vorm van publiciteit over zijn medische activiteit door de gesponsorde persoon of groep die de voornoemde regels niet respecteert.

Niet alleen dient de wet[1] nageleefd te worden, ook de eer en de waardigheid van het beroep mogen niet in het gedrang komen.

De beoordeling of de praktijkinformatie in overeenstemming is met de regels van medische deontologie gebeurt geval per geval (artikel 6, 2°, van het koninklijk besluit nr. 79 van 10 november 1967 betreffende de Orde der artsen).

Bij moeilijkheden staat de Orde klaar voor haar leden om hun vragen te beantwoorden.


[1] De publiciteit wordt eveneens geregeld door het Wetboek van economisch recht (art. I.8., VI.94, VI. 95 en VI. 97 à VI. 100) ; de wet van 22 april 2019 inzake de kwaliteitsvolle praktijkvoering in de gezondheidszorg (art. 31) ; de wet van 23 mei 2013 tot regeling van de vereiste kwalificaties om ingrepen van niet-heelkundige esthetische geneeskunde en esthetische heelkunde uit te voeren en tot regeling van de reclame en informatie betreffende die ingrepen ( art. 2, 8°, en 20/1) ; de wet van 25 maart 1964 betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik (art. 9, § 1) ; de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen (art. 127, § 2).