"Factcheckers"

“Ontluisterende steekproef "Factcheckers": 14 van 20 bezochte dokters schrijven onterecht ziektebriefje voor 1 dag

Er worden jaarlijks ongeveer 3 miljoen ziektebriefjes voor een korte termijn voorgeschreven. Vandaag wordt bij meer dan 8 procent fraude vastgesteld door controleartsen. Dat zijn 240.000 onterechte ziektebriefjes per jaar, concludeert "Factcheckers".

Bron: https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2022/02/14/factcheckers-ziektebriefjes/


De media, alsook talrijke klachten van werkgevers naar de Orde toe, hebben ervoor gezorgd dat de nationale raad een advies[1] gepubliceerd heeft, waarbij een bestaand probleem van normvervaging, zowel bij een deel van het grote publiek als bij een beperkt aantal artsen, wordt aangekaart. Het feit dat de nationale raad de door het programma Factchecker aangetoonde valse attesten afkeurt is correct.

Ik kan aannemen dat sommigen dit als een terechtwijzing aanvoelen, maar het doel is vooral educatief. Aanvullend aan dit advies wil de provinciale raad een ondersteunende boodschap brengen hoe we dit probleem beter en samen efficiënter kunnen aanpakken. Artsen hebben daadwerkelijk steun nodig bij het uitoefenen van hun moeilijke taken en moeten handvaten verkrijgen in een maatschappij die de indruk geeft zijn verantwoordelijkheden af te schuiven op het artsenkorps.

Maar hoe kunnen we het best omgaan met deze mediaberichten? Zowel het toenemend aantal klachten over arbeidsongeschiktheidsattesten vanwege werkgevers, als negatieve beoordelingen van artsenpraktijken op sociale media, die bij de provinciale raad binnenstromen, nopen ons allen tot nadenken.

Wanneer patiënten bij banale klachten een huisarts, spoedarts of andere collega moeten raadplegen enkel om een attest te bekomen, kan de arts-zorgverstrekker dit aanvoelen als tijdsverspilling die onnodige kosten met zich meebrengt én waarbij ernstiger zorgnoden onnodig later of niet behandeld worden.

Laten we ons niet focussen op het “bestraffen”, dat eerder contraproductief werkt en het gevoel kan veroorzaken een “second victim” te zijn. Zorgverstrekkers moeten de waardering krijgen die ze verdienen, zeker na alle inspanningen die geleverd werden de laatste jaren.

Laten we dit eerder bekijken als “incidenten”, waaruit lessen kunnen getrokken worden om onze eigen organisatie en gespreksvaardigheden met de patiënt te optimaliseren. Enkel zo zullen we meer werkgenot ervaren en het gevoel respectvol te worden gewaardeerd door de maatschappij.

Artsen worden voor allerhande doeleinden onder druk gezet om alsmaar meer “briefjes” te overhandigen. Het opstellen van attesten is vaak niet gemakkelijk voor artsen. Het is niet onze corebusiness, en ook niet de reden waarvoor wat we voor dit vak gekozen hebben.

Voor velen is de maat vol. Dat de huidige tsunami van vragen omtrent het verkrijgen van al dan niet wettelijk verplichte medische attesten, die bepaalde voordelen moeten verschaffen aan de patiënt, uitmondt in fouten en in ernstige knelpunten op de werkvloer voor artsen is dus niet verwonderlijk. Bepaalde artsenorganisaties nemen dan ook acties om dit ‘attestenfestival’ te beperken tot de hoogst nodige.

Wat is eigenlijk een medisch attest?

In art.26 van de code van medische deontologie (CMD) lezen we:

“De arts bezorgt de patiënt de medische documenten die hij nodig heeft. De arts stelt deze documenten waarheidsgetrouw, objectief, voorzichtig en discreet op, met aandacht voor het vertrouwen dat de maatschappij in hem stelt. Hij vermeldt daarbij geen gegevens over derden.”[2]

Het advies van nationale raad van 28/07/2007 geeft een meer omschreven definitie:

Een medisch attest is een getuigschrift dat een feit van medische aard vaststelt en bevestigt op grond van eigen ondervraging en onderzoek. Het wordt afgeleverd door de arts die het feit zelf heeft vastgesteld. Het medisch attest dient vanzelfsprekend volledig waarheidsgetrouw te zijn en houdt alleen medische vaststellingen over de patiënt zelf in.”[3]

Hoe kan ik deze abstracte citaten in de dagdagelijkse artsenpraktijk het best pragmatisch integreren in het kader van de arbeidsongeschiktheid van een werknemer?

Wat is wettelijk vereist als attest voor een zieke werknemer?

Enerzijds moet je bewust zijn van wat wettelijk vereist is als arbeidsongeschiktheidsattest. Dit is niet in de CMD terug te vinden, wel in de arbeidsovereenkomstenwetgeving[4]:

“Art. 31, § 1. De onmogelijkheid voor de werknemer om zijn werk te verrichten ten gevolge van ziekte of ongeval, schorst de uitvoering van de overeenkomst.

§ 2. De werknemer is verplicht zijn werkgever onmiddellijk op de hoogte te brengen van zijn arbeidsongeschiktheid.

Indien een collectieve arbeidsovereenkomst of het arbeidsreglement dit voorschrijft of bij ontstentenis van dergelijk voorschrift, op verzoek van de werkgever, legt de werknemer aan deze laatste een geneeskundig getuigschrift voor. Het geneeskundig getuigschrift maakt melding van de arbeidsongeschiktheid, alsmede van de waarschijnlijke duur ervan, en of de werknemer zich met het oog op de controle al dan niet naar een andere plaats mag begeven.

Geneeskundig getuigschrift: melding van de arbeidsongeschiktheid.

Ondergetekende arts verklaart dat

Mv./Mh.

Arbeidsgongeschikt is

Vanaf met een waarschijnlijke duur:

Werknemer mag zich tot een andere plaats begeven: Ja / Nee

Datum:

Handtekening en RIZIV-nummer:


Volgend voorbeeld bevat alle elementen om aan deze wettelijke verplichting te voldoen (uiteraard werkt elk EMD/EPD zijn eigen lay-out uit):

Wat doen bij twijfels omtrent het schrijven van attesten?

Wat als er teveel repetitieve of langdurige attesten gevraagd worden? Wat als deze attesten gevraagd worden omdat er werkvloerconflicten zijn, of in de loop van een ontslagprocedure?

In dat geval kun je best met de betrokken collega arbeidsarts van de werknemer (die je vindt op: https://www.seed-connect.be/ ) samenwerken door je patiënt met een verwijsbrief bij hem/haar advies te laten vragen.[5] Deze collega zal de patiënt een “formulier voor de gezondheidsbeoordeling” geven, waarop je je, als behandelende arts, kan baseren voor het attesteren van een (verlenging van) arbeidsongeschiktheid of een progressieve hervatting van de arbeid, al dan niet met welomschreven aanpassingen.

In bepaalde omstandigheden kan het aangewezen zijn om de patiënt zo snel mogelijk (d.w.z. bij arbeidsongeschiktheid van minder dan 3 maanden[6]) via deze arbeidsgeneeskundige dienst te duiden op de mogelijkheid van een re-integratietraject.

Het dixit-attest !

Een dixit-attest is een attest dat louter en alleen gebaseerd is op de verklaring van de betrokkene en niet op een diagnose. Dergelijke verklaring heeft nooit het karakter van een medisch attest.” [7]

Dit attest wordt meestal gebruikt bij schoolafwezigheden en wordt veelal retrograad (en onterecht?) gevraagd. Het kan echter ook gebruikt worden om dwingende en eisende vragen naar retrograde of niet gerechtigde afwezigheidsattesten op de werkvloer te beantwoorden.

Uiteindelijk kan de behandelende arts ook duiden op de wetgeving betreffende de controlegeneeskunde. De arts kan namelijk wegens zijn beroepsgeheim enkel medische informatie communiceren (mondeling of zelfs via een verwijsnota) met een collega controle- en/of arbitragearts, en niet rechtstreeks met de werkgever.

Hierbij dienen geen ‘veldslagen’ te worden gevoerd tussen behandelende en controlerende artsen omtrent wie wel of niet gelijk heeft, maar kan er wel bemiddeld worden. Respect en begrip voor ieders werkveld is hier primordiaal en daarvoor hebben we ook in onze opleiding voldoende communicatievaardigheden aangeleerd.

Wat met al onze dagdagelijkse eindeloze administratieve taken?

In het persbericht van de nationale raad van 26/11/2020 “Covid-19 Steun aan artsen van de eerste lijn” staat te lezen:

“…. Er dienen doeltreffende maatregelen te worden genomen om de uitoefening van hun beroep te vergemakkelijken. De administratieve takenlast moet drastisch verminderen om tijd te maken voor een kwalitatieve zorg, hetgeen de eerste en fundamentele opdracht is van artsen.

Als er onvoldoende aandacht geschonken wordt aan het welzijn van artsen zullen op korte termijn meerdere collega's in een burn-out terechtkomen.

De huisartsen moeten ontlast worden van het opstellen van "nutteloze" getuigschriften. De overheid dient de omstandigheden waarin een medisch getuigschrift geëist kan worden van de behandelende arts te verduidelijken en in te perken. ….”

Ook de provinciale raad van Antwerpen is zich bewust van deze problematiek, en besteedt hieraan de nodige aandacht door overleg te plegen met beroepsverenigingen.

Eén project dat al enige tijd in de kijker staat en waarvoor talrijke collega’s waardering hebben getoond is het Project Kafka[8] , van Jong Domus.[9]. Meer info hierover is terug te vinden op volgende webpagina: https://www.domusmedica.be/pro...

Voor éénieder en voor mezelf is de tijd gekomen om zich te bezinnen over al deze attesten! Artsen (jongere én oudere) moeten ademruimte krijgen om de huidige gezondheidszorg te kunnen blijven handhaven.

Enkel samenwerken voor een betere toekomst maakt ons sterker. Zo bouwen we aan een wetenschappelijk hoog kwalitatieve gezondheidszorg, waarbij onze eed en deontologisch handelen hoog in het vaandel wordt gedragen en gerespecteerd.

[1]https://ordomedic.be/nl/adviezen/deontologie/discipline/beleidsvisie-inzake-wellwillendheidsattesten

Het is niet omdat een arts ‘ter verantwoording’ geroepen wordt in dit advies dat een disciplinaire sanctie automatisch zal volgen. Uiteindelijk is er een groot aantal problemen met attesten dat de provinciale raden trachten op te lossen door een gesprek (en uitleg) met het bureau van de raden.

[2]https://ordomedic.be/nl/code-2018

[3]https://ordomedic.be/nl/adviezen/attesten/getuigschrift/medische-attesten-dixit-attesten-en-geantedateerde-attesten

[4] Wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, SB 22/08/1978

[5] Bij schoolafwezigheden kun je hetzelfde doen met de CLB-arts

[6]Omdat de re-integratiekansen afnemen met de duur van de arbeidsongeschiktheid, is het van belang een aanvraag tot re-integratie niet uit te stellen tot wanneer het ziekteverzuim chronisch wordt (=vanaf 3 maanden arbeidsongeschiktheid). Uit de trajecten van 2017 blijkt echter dat dit in het merendeel van de trajecten wel het geval is. Uit ons onderzoek bij IDEWE blijkt dat 83% van aanvragen door de werknemer gebeurt in de chronische fase, bij aanvragen door de adviserend geneesheer zelfs in bijna 98%. Dat is dus veel te laat, in de wetenschap dat de kans op re-integratie afneemt tot de helft na 3-6 maanden, tot 20% na 1 jaar en tot 10% na > dan 1 jaar.” (Prof. Dr. Lode Godderis, IDEWE)

[7]https://ordomedic.be/nl/adviezen/attesten/getuigschrift/medische-attesten-dixit-attesten-en-geantedateerde-attesten

[8]http://www.zinloosattest.be/

[9]https://www.domusmedica.be/actueel/jonge-huisartsen-verenigen-zich-om-administratieve-overlast-aan-te-pakken