Deontologische casuistiek
Mag je een bevriende arts morfine voorschrijven?
Deze casus werd door de orde behandeld. Hij is geanonimiseerd zonder te raken aan de essentie van de zaak.
Dr. Deslicker neemt al jaren hoge dosissen morfine voor zijn chronische pijn. Hij is hier verslaafd aan geraakt. Dit werd opgemerkt door de Toezichtcommissie.
De Toezichtcommissie is een federale overheidsinstelling. Ze heeft als opdracht toezicht te houden op zorgverleners : nagaan of ze fysiek en psychisch geschikt zijn voor hun job en of ze de wet naleven.
Omwille van zijn verslaving kreeg dr. Deslicker van de Toezichtcommissie voorwaarden opgelegd en mag hij zijn beroep als arts enkel uitoefenen op voorwaarde dat hij geen voorschriften schrijft voor zichzelf.
Dr. Deschreiver is de collega van dr. Deslicker. Beide zijn huisarts in dezelfde groepspraktijk. Dr. Deschreiver werd door de groepspraktijk aangesteld als de behandelende en voorschrijvende arts van dr. Deslicker.
De orde ontvangt een waarschuwing van het RIZIV (Dienst voor Geneeskundige Evaluatie en Controle - DGEC) over het voorschrijfgedrag van dr. Deschreiver.
De Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle ziet er op toe dat zorgverleners en zorginstellingen het budget van de ziekteverzekering zo goed mogelijk gebruiken. Zo blijft kwaliteitsvolle zorgverlening toegankelijk voor iedereen. Eén van de manieren waarop ze werken, is de analyse van het voorschrijf- of aanrekengedrag van zorgverleners.
Dr. Deschreiver schreef 1,5 jaar lang hoge dosissen morfine voor aan zijn collega, dr. Deslicker.
Deze waarschuwing wordt door de orde behandeld als een klacht tegen dr. Deschreiver. Er wordt een onderzoek opgestart en dr. Deschreiver wordt gehoord.