De 10 provinciale raden bestaan elk uit:
- een even, door de Koning vast te stellen aantal gewone en plaatsvervangende leden, verkozen voor een periode van 6 jaar. Verkiesbaar zijn de artsen van Belgische nationaliteit die op het ogenblik van de verkiezing sedert ten minste 1 jaar zijn ingeschreven op de lijst van de betrokken provinciale raad en sedert ten minste 10 jaar op één van de provinciale lijsten. Kiesgerechtigd zijn de artsen die op de lijst van de betrokken provinciale raad zijn ingeschreven. Een arts die werd geschorst in het recht de geneeskunde uit te oefenen verliest voor de duur van de schorsing het recht deel te nemen aan de verkiezingen van de provinciale raden en verliest voorgoed zijn recht van verkiesbaarheid. Stemming bij de verkiezing van de leden van de provinciale raden is verplicht. Wie zonder wettige reden niet stemt, kan een tuchtsanctie oplopen;
- een gewone en een plaatsvervangende bijzitter, die een werkende of eremagistraat is van een rechtbank van eerste aanleg en die door de Koning benoemd wordt voor een periode van 6 jaar.
Het gewoon of plaatsvervangend lid van de Nationale Raad, dat door de provinciale raad werd verkozen, neemt van ambtswege deel aan de zittingen van de provinciale raad.
De bijzitter en het lid van de Nationale Raad, indien dit verkozen is buiten de provinciale raad, hebben een raadgevende stem.
De provinciale raden hebben "gezag en rechtsmacht" over de artsen die op de lijst van de Orde van die provincie ingeschreven zijn en over de artsen die in een andere lidstaat van de Europese Unie als arts gevestigd zijn maar een dienstverrichting uitoefenen in het ambtsgebied van de provinciale raad.
Concreet zijn de provinciale raden bevoegd om:
de lijst van de Orde op te maken.
De inschrijving kan geweigerd of uitgesteld worden, onder meer wanneer de aanvrager zich schuldig heeft gemaakt aan een zo zwaarwichtig feit dat het voor een lid van de Orde de schrapping van de lijst tot gevolg zou hebben of wanneer hij een zware fout heeft begaan die afbreuk doet aan de eer of de waardigheid van het beroep.
De inschrijving op de lijst wordt beëindigd door schrapping van de betrokken arts of door weglating van de naam van de arts op zijn verzoek of wanneer de provinciale geneeskundige commissie het visum heeft ingetrokken omdat de arts lichamelijk of geestelijk niet meer in staat is het beroep zonder risico's uit te oefenen.
Beslissingen tot weigering, uitstel, weglating of behoud van de inschrijving onder beperkende voorwaarden moeten gemotiveerd zijn;
te waken over de naleving van de regels van de medische deontologie en over de handhaving van de eer, de bescheidenheid, de eerlijkheid en de waardigheid van de leden van de Orde. Dit is de tuchtrechtelijke bevoegdheid van de provinciale raden omdat zij tuchtsancties kunnen opleggen aan artsen die fouten begaan hebben in de uitoefening van hun beroep of naar aanleiding ervan, of die zware fouten begaan hebben buiten hun beroepsactiviteiten. Vereist is dat die fouten de eer of de waardigheid van het beroep kunnen aantasten;
op eigen initiatief of op verzoek van de artsen ingeschreven op hun lijst adviezen te verstrekken over vragen van medische plichtenleer. Deze adviezen worden voorafgaandelijk ter goedkeuring voorgelegd aan de nationale raad;
de bevoegde overheden in kennis te stellen van gevallen van onwettige uitoefening van de geneeskunde;
in laatste aanleg, d.w.z. zonder dat hoger beroep mogelijk is bij de raad van beroep, en op verzoek van de belanghebbenden, te beslissen over honorariumbetwistingen tussen arts en patiënt;
gevolg te geven aan elke adviesaanvraag van de hoven en rechtbanken over honorariumbetwistingen;
jaarlijks de bijdrage te bepalen die ieder ingeschreven lid aan de Orde verschuldigd is, met inbegrip van het bedrag dat toekomt aan de nationale raad.