De vinger aan de pols...

Geen covid, veel covid, weinig covid, wel covid, toch nog covid?

Tot februari 2020 leefden we in een covidvrije wereld. Sindsdien hebben we een aantal hoogtes en laagtes gekend, met afwisselende periodes van veel covid, minder covid, weinig covid, bijna geen covid, opnieuw meer covid. Permanent leefden we mee met curves die ofwel stegen ofwel daalden, maar nooit een stabiel plateau leken te bereiken. Dat plateau lijkt op termijn nochtans waarschijnlijk maar we moeten intussen nog wat hobbeltjes door. We moeten ons ook niet de illusie maken dat het virus helemaal zal verdwijnen, voorlopig toch niet. Misschien zal het beestje tot op de achtergrond zakken waarbij we er niet meer aan denken, zoals we ook niet meer stil staan bij risico’s van mazelen, tetanus, of rubella, maar af en toe zullen we worden verrast door een uitbraak.

Niet helemaal tegelijk, maar toch in parallel met de stijging van het virus ontstonden er maatregelen. Deze maatregelen werden onze houvast om ons veilig te voelen in een bedreigende nieuwe wereld. Zeker in de ziekenhuizen en WZC, die het hardst werden geconfronteerd met de gevolgen van het nieuwe virus, zijn er strenge maatregelen ingevoerd die we ons intussen eigen gemaakt hebben. We weten dat het virus nog niet weg is en houden ons vast aan de regels, niet alleen omdat het nu eenmaal moet en we onze patiënten moeten beschermen, maar ook omdat we nog niet klaar zijn de veiligheid die ze voor onszelf betekenen los te laten. Maar als we ’s avonds thuiskomen en gaan winkelen, zijn er amper nog mondmaskers te zien en bij de ingang van de winkel spat de alcoholgel op onze schoenen omdat de teut half verstopt zit. In de scholen is alcoholgel geen beschermmiddel meer, maar eerder een gevaar door de combinatie alcoholgel, pubers en vuur (ik heb er een gevolg van thuis rondlopen). Onze patiënten en families begrijpen de strengheid van onze regels niet meer, en de discussies bij de gatekeepers of bij het bezoek op de afdelingen, liegen er niet om. We worstelen allemaal met het evenwicht tussen loslaten en vasthouden, alleen ligt dit evenwicht buiten onze muren elders dan erbinnen.

We hebben intussen de wereld ingedeeld in twee soorten mensen, met en zonder vaccin. Dat opdelen is menselijk, maar leidt ook tot radicale en veroordelende uitspraken, en af en toe zelfs een steekpartij. De situatie in Brussel doet onze wenkbrauwen fronsen en we zetten onze verdedigingsstekels op telkens een ‘patiënt uit het Brusselse’ de flow op ‘onze’ intensieve dreigt te blokkeren. Het legt het scherpste bloot van een verdeeld land waarin niet alleen de gezondheidszorg een andere taal spreekt, maar ook de gezondheid van de bewoners een verschillende weg volgt. Nochtans zijn we allen gezamenlijk, eensgezind, over de taalgrenzen en al klappend aan deze crisis begonnen.

Misschien moeten we gewoon even stil staan en simpelweg gelukkig zijn met hetgeen we nu hebben. De huidige situatie weinig covid-veel vaccins is een combinatie waar we een jaar geleden alleen over konden dromen. Al klinkt het applaus niet meer door de straat, het is een verwezenlijking van de hele zorgsector waar we terecht trots op mogen zijn. Af en toe verdienen we het om voor onszelf te klappen, want één ding is zeker: we hebben het verdiend.

Namens de redactieraad.