Orde in de taken van de Orde: deel I. Behandeling van klachten

Niemand krijgt graag een brief van de Orde. Meestal betreft het een klacht tegen de arts, en alleen al de schok van het krijgen van de brief kan voor hypertensie en slapeloze nachten zorgen. Regelmatig krijg ik vragen van collegae die zo’n brief ontvingen, en vaak heeft het enkele dagen geduurd voor ze de moed hebben er met iemand over te praten terwijl er soms helemaal geen probleem hoeft te zijn.

Daarom hier een korte toelichting over wat de achtergrond is van zo’n brief en over de procedure die erop volgt.

Het K.B. van 10 november 1967 legt de bevoegdheid voor het bewaken van de naleving van de regelen van medische plichtenleer (= de deontologische code) bij de provinciale raad. De regels van de medische plichtenleer zijn sindsdien wel al een aantal keer aangepast en gemoderniseerd. Dat is maar goed ook want de veranderende maatschappelijke context vraagt om regelmatige aanpassingen, denk maar aan de toegenomen heterogeniteit in gezinssituaties. Het opstellen van de regels van de medische plichtenleer is de bevoegdheid van de nationale raad en de opgestelde adviezen over de meest uiteenlopende onderwerpen zijn terug te vinden op de website van de Orde (www.ordomedic.be).

Eén van de taken van de provinciale raad is te onderzoeken of een klacht tegen een arts indruist tegen de deontologische code en deze adviezen. Indien de klacht geen inbreuk tegen de medische plichtenleer betreft maar wel een andere inbreuk (bv. juridisch), zal de provinciale raad niet optreden.

Klachten kunnen uitgaan van patiënten, van derden, van collega’s, van het Openbaar Ministerie, van de overheid of ambtshalve door de nationale of provinciale raad zelf als die op een of andere manier weet van iets gekregen heeft, bv. vanuit de media. Elke klager heeft recht op een ernstige behandeling en elke klacht wordt dan ook onderzocht. Anonieme klachten vormen een uitzondering en worden in principe niet behandeld.

Als eerste stap in de procedure krijgt de arts tegen wie de klacht gericht is een brief met vraag om uitleg. De vraag om uitleg wordt standaard verstuurd en is bedoeld om meer zicht te krijgen op de achtergrond van de klacht en de versie van de arts. De inhoud van de klacht wordt ook meegestuurd zodat de arts over alle informatie beschikt en de arts mag ook informatie uit het medisch dossier gebruiken om zich te verdedigen. Zeer dikwijls zal de arts ook worden verzocht om het (stuk van het) medisch dossier dat verband houdt met de klacht mee te delen. Hoe vreemd of banaal een klacht ook klinkt, er wordt altijd de versie van de arts gevraagd want dat plaatst vaak de klacht in een ander daglicht.

De klacht wordt samen met het antwoord van de arts besproken op het bureau van de provinciale raad dat een summier onderzoek doet op basis van de schriftelijke versies van klager en arts. Als het bureau dit nodig acht, wordt het dossier verder behandeld via een mondeling onderzoek door de onderzoekscommissie.

Indien het bureau meent dat de zaak zonder gevolg kan worden gerangschikt, wordt dit verzonden naar de raad, die eventueel kan beslissen een zaak toch verder in onderzoek te stellen.

Indien beslist wordt om een klacht verder te onderzoeken, wordt de arts hiervan op de hoogte gebracht.

De arts wordt eerst uitgenodigd schriftelijk te reageren en vervolgens wordt de arts (fysiek) uitgenodigd op de onderzoekscommissie om mondeling zijn versie van de feiten toe te lichten.

De onderzoekscommissie kan ook beslissen om de klager te horen, getuigen op te roepen, documenten en stukken uit de dossiers op te vragen,… Een onderzoek houdt geen beschuldiging of oordeel in, maar betreft louter het voeren van het onderzoek. De arts mag zich laten bijstaan door een raadsman (advocaat) als hij dat wenst, maar dat hoeft zeker niet en de meeste artsen laten zich in deze fase niet bijstaan. Trouwens, de advocaat zal bij de onderzoekscommissie alleen mogen aanwezig zijn, maar niet tussenkomen in de ondervraging.

Het doel van dit gesprek is informatie vergaren in een kader van wederzijds respect. Hierbij wordt dan ook de medewerking van de arts verwacht en zal hij de gelegenheid krijgen om de nodige toelichting te geven.

Het is als arts op dat moment aangeraden om de relevante stukken bv. uit het patiëntendossier of de wachtregeling mee te brengen. Een magistraat-assessor is steeds aanwezig om ook juridisch de procedure te waarborgen en de rechten van de verdediging te bewaken en gebeurlijk nog een aantal toelichtingen te vragen. Het gesprek van de onderzoekscommissie wordt opgenomen zodat latere betwistingen nopens de inhoud van het gesprek steeds kunnen gecontroleerd worden, maar de opname wordt enkel gebruikt voor het opstellen van het verslag. De opname wordt na beëindiging van de procedure vernietigd. De arts in kwestie krijgt een kopie van het verslag en krijgt de kans om, indien nodig, te reageren. Het verslag wordt vervolgens bezorgd aan de voltallige raad.

Na afloop van het onderzoek brengt de onderzoekscommissie verslag uit aan de raad die een oordeel zal vellen: of de klacht wordt ongegrond verklaard; of de zaak is ernstig genoeg om een tuchtmaatregel te overwegen. De leden van de onderzoekscommissie zullen, na het uitbrengen van het verslag, niet deelnemen aan de beslissing om een arts al dan niet op te roepen voor de raad. De leden van de onderzoekscommissie worden ook niet betrokken bij de verdere behandeling van de zaak noch in de definitieve beslissing – dit alles om de rechten van de verdediging van de beklaagde te vrijwaren.

Indien de raad meent dat de zaak ernstig genoeg is om een tuchtmaatregel te overwegen, zal in de volgende stap de raad de arts ‘in betichting stellen’ en de arts uitnodigen om zich te verdedigen tegen de betichting. De arts zal op dat moment voor een tweede keer worden opgeroepen, ditmaal voor toelichting op de voltallige raad. De arts mag zich laten bijstaan door een raadsman (advocaat) en desgewenst ook door een deskundige. Na de arts en eventueel diens raadsman gehoord te hebben, beraadslaagt de raad en stemt over de schuldvraag en de eventuele sanctie.

Naast de vrijspraak bepaalt de wet als mogelijke sancties:

  • De kleine sancties: waarschuwing, censuur, berisping,
  • De grote sancties:
    • de schorsing van het recht de geneeskunde uit te oefenen gaande van 1 dag tot maximaal 2 jaar, of
    • de schrapping van de lijst.

Tegen de beslissing van de raad kan de arts beroep aantekenen. Het beroep is opschortend.

In sommige dossiers betreft het ook juridisch strafbare feiten. De procedure bij de provinciale raad wordt dan meestal onderbroken tot de rechtbank een uitspraak heeft gedaan. Wanneer een arts veroordeeld wordt door een rechtbank voor ernstige juridische feiten, zal vervolgens de provinciale raad hiervan op de hoogte worden gebracht waarop de procedure bij de provinciale raad zal hernemen en er zal bekeken worden of de juridische veroordeling ook een inbreuk op de medische deontologie betreft.

Op dit moment laat het tuchtrecht niet toe dat de klager geïnformeerd wordt over het eventuele gevolg dat er aan de klacht wordt gegeven. Dit stoot op veel onbegrip bij de klager en de bevolking in het algemeen. Het is dan ook mogelijk dat dit in de toekomst nog wordt aangepast.

Dan rest ons verder alleen u te wensen dat u deze informatie nooit nodig hebt. Maar mocht dit alsnog geval zijn, kan u hiernaar teruggrijpen en vinden wat u kan verwachten.

De Redactieraad