Plechtige eedaflegging en huldiging van de jubilarissen op 04/11/2023 : verslag

Inleiding – prof. dr. An Sermon.

Goedemiddag iedereen

Geachte promovendi

Geachte jubilarissen

Geachte prominenten:

  • Dhr. Maffei, plaatsvervangend voorzitter van de nationale raad van de Orde der artsen
  • Prof. Deneyer, ondervoorzitter van de nationale raad van de Orde der artsen
  • Prof. Herijgers en prof. Devroey, respectievelijke decanen van de faculteiten Geneeskunde van de Katholieke Universiteit Leuven en van de Vrije Universiteit Brussel
  • Dr. Wostyn, voorzitter van de provinciale raad van West-Vlaanderen
  • Dr. Weckx en dr. Robertz, respectievelijke leden van de provinciale raden van Limburg en Luxemburg

Beste collega’s

Beste vrienden

Het is mij een waar genoegen u hier allen welkom te mogen heten op deze plechtige zitting.

Het is telkens een mooi moment om zowel de jonge artsen die aan het begin van hun carrière staan als de jubilarissen die reeds 50 jaar arts zijn, samen te brengen.
Toch zijn het vandaag de dag geen gemakkelijke tijden: de terreurdreiging brengt de gezondheidszorg op verschillende plaatsen in de wereld in gevaar en maakt ze soms zelfs schier onmogelijk: we denken hierbij aan Oekraïne en Israël.

Ook dichter bij huis zien we nieuwe problemen ontstaan: er is het tekort aan huisartsen in Vlaanderen en in het bijzonder in de Brusselse rand. Daarnaast is er ook nood aan meer specialisten. Bij beide groepen collega’s zien we immers een evolutie ontstaan van permanente beschikbaarheid en een hoog aantal arbeidsuren naar een normaler werkregime. Deze artsentekorten geven aanleiding tot patiëntenstops en lange wachttijden voor de patiënten. Voor de artsen blijft het momenteel dan ook moeilijk om een evenwicht te vinden tussen enerzijds het nastreven van een betere balans tussen werk en privéleven en anderzijds een nog steeds erg hoge arbeidsbelasting. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat de cijfers van burn-out bij artsen hoog zijn en blijven.

Dit alles zijn eigenlijk allemaal onheilspellende berichten.

Toch kiezen jullie vandaag voor het beroep van arts.
En jullie hebben gelijk: jullie kiezen immers voor het mooiste beroep van de wereld.

Voor de jonge dokters hier aanwezig is vandaag een belangrijk moment: zij zullen samen de eed van Hippocrates uitspreken. Deze eed werd omstreeks 400 voor Christus voor het eerst afgelegd door de leerlingen van Hippocrates. De tekst werd in 2017 nog aangepast door de nationale raad van de Orde der artsen in het licht van de Verklaring van Genève. Jullie zullen zien dat elke passage vandaag nog steeds brandend actueel is.

Onze jonge collega’s zullen de artseneed uitspreken in aanwezigheid van de jubilarissen die vandaag hun 50 jaar arts-zijn vieren en die we hiervoor graag eens in de bloemetjes zetten.

Jong en oud mogen samenbrengen is steeds een mooie opdracht.

Aan iedereen hier aanwezig wil ik dan ook graag toewensen: geniet van deze namiddag!

Prof. dr. An sermon.

Toespraak tot de Eedaflegging – prof. dr. Frank Van Calenbergh.

Geachte Decanen van de faculteiten Geneeskunde van de VUB en de KUL,

Geachte collega’s en vrienden,

Beste jonge artsen,

De uitoefening van het beroep van arts heeft heel ingrijpende implicaties op ethisch vlak. Dit wisten veel beschavingen uit de Oudheid. Artsen kunnen heel veel fout doen tijdens hun professionele activiteit: dit beperkt zich niet tot het verkopen van wonderelixirs aan naïeve patiënten of het verrichten van onnodige en gevaarlijke operaties. Artsen zouden ook intieme geheimen die ze vernemen tijdens hun praktijk, kunnen verklappen aan derden of aan de overheid. En we herinneren ons natuurlijk de beruchte namen van ‘collega’s’ die hebben meegewerkt aan folteringen.

De artsen hebben daarom voor zichzelf regels opgesteld, al van in de Oudheid en later, op vele momenten van de geschiedenis. Deze regels vormen de basis van de deontologie. De opleiding tot arts eindigde daarom traditioneel niet alleen met een diploma maar ook met het afleggen van een eed of belofte.

Hippokrates was een Griekse arts die leefde in de vijfde eeuw voor onze tijdrekening, op het Ionische eiland Kos. De Hippokratische artsenopleiding was gebaseerd op Asklepiaanse beginselen over evenwichten, en ook op de meer rationele wetenschap waarvoor Pythagoras een leidende figuur was. Ik zal hier niet verder over uitweiden maar verwijs naar de mooie tekst hierover op de website van de nationale raad.

Veel clausules die in de Eed van Hippokrates vermeld worden, zijn zo belangrijk voor een kwalitatieve, humane geneeskunde, dat ze nu nog steeds herhaald worden, weliswaar in wat gemoderniseerde vorm, in de artseneed die de jonge artsen straks zullen afleggen.

De aanroeping van de goden waarmee de eed begint: “ὄμνυμι Ἀπόλλωνα ἰητρὸν καὶἈσκληπιὸν καὶ Ὑγείαν καὶ Πανάκειαν καὶ θεοὺς πάντας τε καὶ πάσας” lijkt op het eerste gezicht een ver-van-ons-bed show in deze seculiere wereld. We zullen het nooit echt weten, maar waarschijnlijk beschouwden intellectuele Grieken van de vijfde eeuw hun goden eerder als een personificatie van menselijke waarden en deugden dan als mythische wezens. Dan klinkt het heel begrijpelijk dat artsen een groot belang toedichten aan het licht van de Zon (Apollo), de Hygiëne (Hygieia) en de Zorg (Panakeia).

Op de tweede plaats, na de goden maar vóór de patiënt, komt de leermeester. Het artsenberoep was, zoals veel beroepen in die tijd, hiërarchisch georganiseerd als een gilde. Dat wij, als arts en zeker ook als Orde, corporatistisch zijn, werd ons regelmatig verweten. Dit aspect wordt in de moderne artseneed niet helemaal vergeten. Collegialiteit blijft een voorname plicht. Alleen is het belang van de patiënt meer naar voor geplaatst.

Daarna komen een aantal regels over de verhouding tot de patiënt: het Primum non Nocere, het niet buiten eigen competenties gaan, een verbod op grensoverschrijdend gedrag en de plicht tot geheimhouding. Er zijn ook richtlijnen over vergiftiging en abortus. De juiste interpretatie van die teksten is nog steeds voer voor discussie voor filologen en ethici.

Deze ethische waarden werden in de huidige maatschappij gedeeltelijk omgezet in wetten, waarbij de Wet betreffende de Rechten van de Patiënt de belangrijkste is. De deontologische implicaties werden beschreven in een Code. De recente versie hiervan, uit 2018, bevat 45 artikelen, die vermoedelijk heel lange tijd onveranderd zullen standhouden, met commentaren die deze artikelen interpreteren en aanpassen aan de concrete situaties.

Ik ben 40 jaar geleden afgestudeerd. Wij stonden toen ook voor uitdagingen, maar we leefden in een wereld waarin alles beter leek te worden. Niet alles was goed, maar we zouden het wel kunnen oplossen. Ik heb de indruk dat de jonge mensen van nu, en de artsen in het bijzonder, voor grotere uitdagingen staan. Deze uitdagingen zijn gedeeltelijk van algemene aard (klimaatopwarming, pandemie, oorlog en toenemend populisme) maar ook meer specifiek voor de uitoefening van de geneeskunde: patiëntencontact via een schermpje, artificiële intelligentie, toenemende tekorten in de zorg (bedden, personeel, backorders van eenvoudige geneesmiddelen terwijl peperdure -inibs en -mabs wel beschikbaar zijn) en evolutie in de richting van geneeskunde met twee snelheden.

Ik heb echter veel studenten en assistenten in opleiding weten passeren en leren kennen als waardevolle jonge mensen. Ik ben er zeker van dat jullie, door jullie persoonlijke inzet en door de gedegen opleiding, even goed op de uitdagingen van deze tijd zullen reageren als mijn en vorige generaties dat hebben gedaan.

Om samen de Eed af te leggen, roep ik nu de decanen prof. Devroey en prof. Herijgers, als vertegenwoordigers van jullie opleiders, naar het podium, en ook een aangeduide vrijwilliger van de jonge artsen, Shaman Ambalyia. Na de eedaflegging zal Shaman ons toespreken. Maar eerst zal ik alle promovendi alfabetisch afroepen. Mag ik vragen om op te staan als je je naam hoort en te blijven staan tot na de eedaflegging. We zullen deze in koor uitspreken.

Prof. dr. Frank Van Calenbergh

Toespraak in naam van de promovendi – dr.Shaman Ambaliya

Geachte voorzitter en leden van de Orde der artsen
Geachte professoren en jubilarissen
Waarde promovendi, familie en vrienden

Er wordt mij vandaag op deze koude herfstdag in november kort het woord verleend om jullie allemaal even toe te spreken. Ik zou graag willen beginnen met eerst en vooral al mijn jaargenoten te feliciteren. Te feliciteren omdat we na 6 lange jaren hard werken uiteindelijk toch in deze mooie Pieter De Somer aula zijn beland en die eed hebben afgelegd.
Een Eed waarvan de eerste versie lang geleden gedurende de klassieke oudheid in de vijfde eeuw voor Christus geschreven is geweest en sindsdien de basis vormt voor het moreel kompas dat we in onze dagdagelijkse praktijk als arts gebruiken.
Een Eed die de jubilarissen die hier vandaag aanwezig zijn, 50 jaar geleden hebben afgelegd. Om meer exact te zijn in het jaar 1973, een jaar dat onder andere bekend staat voor de oliecrisis die tot op de dag van vandaag er nog steeds toe leidt dat we onze klok een uurtje terug draaien tijdens het laatste weekend van oktober. 1973 is ook het jaar waarin de eerste mobiele telefoon door motorola is geproduceerd, de eerste Belgische harttransplantatie is uitgevoerd in Brussel door Dokter Wellens en Dokter Primo en het jaar waarin Club Brugge verrassend genoeg ook voor de tweede keer de Belgische landstitel heeft gepakt. Kortom toch wel een bewogen jaar als we hierop terugblikken.
Als we onze aandacht dan weer even weerleggen naar het traject dat wij als promovendi hebben afgelegd om hier te geraken in deze aula dan is dit natuurlijk ook niet mis. Beginnende met een ingangsexamen gevolgd door jaren harde labeur met verwerken van vakken zoals celbiologie, fysiologie, al die tekeningen neuroanatomie, de dissectielessen in het vesaliusinstituut met de formolgeur die je nooit meer in je leven gaat vergeten en ga zo maar door. En omdat het leven nog niet hectisch genoeg was, kwam dan ook nog eens die beruchte pandemie er bij kijken.
Kortom theorie, theorie,corona, nog meer theorie gevolgd door een rigoureus stagejaar en coassistentschap dat zowel fysiek maar voornamelijk ook mentaal zoveel van ons heeft geëist. Ik denk dat de aanwezige familie en vrienden dit ongetwijfeld zullen kunnen bevestigen.
Ondanks dat ik het zo doe blijken, waren de voorbije 6 jaar gelukkig niet één en al miserie. Denk bijvoorbeeld maar eens terug aan al die keren uitgaan in Leuven waarvan je sommige beter herinnert dan anderen, je eerste 24 urenloop, voor sommigen de eerste liefde die ze hier in deze mooie stad tegen zijn gekomen. Ik denk dat ik wel een tijdje kan door gaan maar misschien is het best dat ik deze opsomming beëindig met wat volgens mij toch wel het grootste geluk is dat ik en waarschijnlijk ook vele anderen onder ons aan deze voorbije 6 jaar hebben mogen overhouden. Namelijk onze vriendengroepen. Shaman stop met melig en cliché doen hoor ik jullie denken. Wel ik denk dat ik dat advies maar zal opvolgen om zo de focus weer te weerleggen naar wat er ons nog te wachten staat.
Nu dat we die eed hebben afgelegd en die befaamde beroepstitel van arts in onze broekzak hebben steken, moeten we ook de nodige verantwoordelijkheden die daarbij horen op ons nemen. Meer bepaald betekent dit het leveren van hoog kwaliteitsvolle geneeskunde door het kloppen van lange dagen met drukke wachten en nog grotere hopen administratie; Om zorg te dragen voor onze patiënten die tegenwoordig vaker wel dan niet gewapend met informatie van dokter google op onze raadplegingen verschijnen. Dit moeten we allemaal doen in een steeds complexer wordende wereld gevuld met allerhande conflicten en oorlogen die op één of andere manier toch een indirecte impact op onze praktijk hebben. Allemaal niet evident dus. Ah ja voor ik het vergeet moet je nog zien dat je een beetje een sociaal leven hebt tussen al deze chaos.
Om te voorkomen dat ik in een negatieve doomdenkende spiraal eindig, is het misschien belangrijk om te benadrukken dat hoe uitdagend dit ook klinkt; Het allemaal wel zal lukken en dat we er gelukkig niet helemaal alleen voor staan. Kijk gewoon maar eens naar links en naar rechts. Dan zie je dat we omringd zijn met een groep prachtige mensen bestaande uit ouders, broers, zussen, familie en vrienden die ons allemaal ongetwijfeld dag in dag uit zullen steunen wanneer we het even moeilijk krijgen in deze steeds uitdagendere tijden. De aanwezige professoren en jubilarissen zijn natuurlijk niet weg te denken uit dit verhaal, aangezien zij met hun brede waaier aan ervaring een belangrijke bron van kennis en kunde voor ons vormen.
Dit gezegd zijnde zou ik hierbij mijn voordracht willen afronden en al deze belangrijke mensen die ik zonet heb opgenoemd, uit het diepste van mijn hart willen bedanken. Bedankt aan alle mama’s, papa’s, broers en zussen! Zeker de mijne die daar op de tweede rij zitten! Bedankt aan alle aanwezige vrienden en familie. En ten slotte bedankt aan alle professoren en artsen die ons de voorbije jaren geholpen hebben. Zonder jullie zouden wij hier niet zijn geraakt.
Nogmaals een dikke proficiat aan alle promovendi!
En bedankt voor jullie aandacht.

Dr. Shaman Ambaliya

Viering van de jubilarissen – dr. Martine Huybrechts.

Geachte collegae, dames en heren,

We zijn aangekomen op een zeer bijzonder moment van deze feestzitting ! Want, misschien beseft u het nog niet helemaal maar de Orde viert vandaag twee maal feest ! We verwelkomen de jonge pas afgestudeerde collegae en willen de collegae die er 50 jaar dienst op hebben zitten, bedanken voor hun inzet gedurende zovele jaren. Door twee generaties artsen, met elk hun kennis en eigenheid samen te brengen, wil de Orde graag de continuïteit in de geneeskunde, in de ‘geneeskunst’ beklemtonen.

De eedaflegging van de jonge artsen is voor de jubilarissen ontegensprekelijk een moment waarop zij zelf ook eens even kunnen terugblikken op het begin van hun carrière want ook zij stonden hier, samen met hun familie en met 50 jaar verschil, als ‘ster van de dag’. En wat mij opgevallen is bij het plaats nemen in dit auditorium is dat onze ‘gouden’ jubilarissen er ieder jaar jonger en gezonder uitzien ! We rekenen op de nieuwe artsen om er voor te zorgen dat zij deze trend verder kunnen zetten.… … Want ja : mogelijk worden zij ooit jullie patiënten …

Beste nieuwe artsen, jullie zullen de fakkel overnemen van jullie leermeesters waarvan sommigen, hier aanwezig, een heel palmares aan verdiensten achter hun naam hebben staan. … En de ‘inhoud’ van deze fakkel wordt elk jaar groter… In de huidige maatschappij wordt van jullie veel verwacht op wetenschappelijk vlak, is er meer administratieve belasting en zijn de patiënten assertiever, maar helaas ook agressiever geworden. Maar dit mag jullie niet ontmoedigen en ik hoop dat jullie van mij deze raad zullen onthouden : als jullie de geneeskunde blijven uitoefenen vol dynamiek en passie, dan blijft ‘arts zijn’ het mooiste beroep ter wereld

En van dat laatste kunnen onze jubilarissen getuigen…

Zij legden hun Eed af in 1973. Op medisch vlak wil ik graag de aandacht trekken op twee belangrijke gebeurtenissen, die in het 2023 van vandaag misschien nog wel eens zo relevant zijn. Enerzijds werd in dat jaar door de American Psychiatric Association ‘homoseksualiteit’ uit de lijst van geestelijke afwijkingen geschrapt. Klinkt misschien banaal in de oren, maar in vele landen is dit zelfs vandaag de dag nog geen evidentie, u ziet de lijst van deze achterblijvers rechts op de slide.

Datzelfde jaar werd in het Brugmannziekenhuis door een team onder leiding van professor Primo de eerste geslaagde harttransplantatie in België uitgevoerd. Tot dit team behoorde ook een jonge assistent die ook tot de groep jubilarissen behoort die we vandaag in de bloemetjes zetten maar die helaas niet aanwezig kan zijn, dr. Francis Wellens.

Maar ook buiten de geneeskunde blijft de wereld draaien.

Keren we even terug naar die tijd : het geboortejaar van onze Koningin Mathilde. Het is het jaar waarop het Van Gogh Museum in Amsterdam geopend wordt alsook de Twin Towers in New York. En : in 1973 trad het Verenigd Koninkrijk, samen met Denemarken en Ierland toe tot de Europese Unie. Vandaag de dag geen Twin Towers meer, en over het Verenigd Koninkrijk en de EU begin ik zelfs niet.

We denken ook terug aan de eerste autoloze zondag op 18 november als gevolg van de olie-boycot. De huidige klimaatactivisten zouden hier blij mee geweest zijn.

En … niet onbelangrijk voor de toekomst : in 1973 wordt voor het eerst een mobiele telefoon in gebruik genomen. Eén volle kilogram woog hij en was nog niet voor iedereen beschikbaar maar zijn uitvinder, dhr. Martin Cooper zou ontegensprekelijk aan de wieg staan van de geboorte van de huidige GSM, smartphone,…

De eedaflegging was ook toen een feestelijke aangelegenheid, en bij een goed feestje hoorde uiteraard ook goede muziek. Daaraan geen gebrek in 1973, toen Pink Floyd The Dark Side of The Moon uitbracht, David Bowie Aladdin Sane, Mike Oldfield Tubular Bells en Stevie Wonder Innervisions – wie heeft er destijds niet staan dansen op Part-Time Lover? Jullie waren dus in goed gezelschap van een aantal muzikale klassiekers.

Of voor wie destijds de bioscoop verkoos boven de dansvloer, ook daar gebeurde wel het één en ander : zijn we niet allemaal naar Live and Let Die gaan kijken? Of misschien wel naar The Exorcist of Last Tango in Paris?

Maar, geachte collegae, de allerbelangrijkste gebeurtenis van 1973 is evenwel het afstuderen van een hele promotie artsen, destijds nog als ‘Doctor’, D-O-C-T-O-R in de genees- heel en verloskunde.

Vandaag mag ik u een hele rij jubilarissen voorstellen die 50 jaar lang voor hun patiënten paraat stonden - om het even welke loopbaan zij gevolgd hebben : wetenschapper, academicus, huisarts, specialist, schoolarts, bedrijfsarts,… Zij zijn een voorbeeld voor ons allen en vooral voor de jonge artsen die aan het begin van hun carrière staan. Onze jubilarissen legden hun Eed af in een heel andere medische wereld dan die van vandaag . Toen kende men de standaard radiologie en de opkomst van de echografie, nu hebben we allerlei soorten CT-scans, de NMR en allerlei beeldvormingstechnieken die driedimensionele en functionele beelden leveren - maar dit uiteraard met een totaal ander kostenplaatje… De kennis van talrijke ziekten is op belangrijke wijze uitgediept en op therapeutisch vlak was toen nog geen sprake van -nibs en mabs….

De enige constante in het hele verhaal is de patiënt zelf. Alle hoogtechnologische ontwikkelingen ten spijt, het ‘colloque singulier’ tussen arts en patiënt zal nooit verdwijnen en blijft de hoeksteen van een waardevolle arts-patiëntrelatie. Zij ligt aan de basis van een goede geneeskunde. Luister naar uw patiënt – hij/zij schrijft een verhaal neer.

En dat is precies waarom onze jubilarissen zo goed werk geleverd hebben. Luisteren naar een patiënt, trachten te achterhalen wat achter het gesproken woord verscholen ligt, meer nog : achterhalen wat achter de niet-uitgesproken zinnen vaak angstig en schroomvol verzwegen wordt. Dikwijls gaat het om de laatste woorden aan het einde van een raadpleging waarbij je met de deurklink al in je hand staat…. Labo, medische beeldvorming, doorverwijzing zijn slechts aanvullende instrumenten die bijkomend tot een diagnose zullen leiden. Onze jubilarissen gebruikten hun 5 zintuigen, misschien in mindere mate de smaak, een stetoscoop, …. En voor de rest : hun grijze cellen !

In die 50 jaar heeft de geneeskunde in vrijwel alle opzichten een andere dimensie aangenomen. De opleiding is veranderd. We dienen rekening te houden met vergrijzing, polypathologie, diversiteit, multiculturele en multiraciale gemeenschap, sociale ongelijkheden, etnische minderheden, allochtonen, migranten, asielzoekers, vluchtelingen, de problemen met de taalbarrière… Dit alles ligt aan de basis van een andere soort communicatie met de patiënt. Maar het is juist die communicatie die zo belangrijk is, die een gunstig effect heeft op de gezondheid van de patiënt en vooral op zijn therapietrouw. We zijn geëvolueerd van een éénrichtingscommunicatie naar een tweerichtingscommunicatie, waarbij de patiënt betrokken wordt bij de beslissingen die we dan samen nemen. Het begrip ‘patient empowerment’ zal u niet onbekend zijn.

Naar de huisarts op raadpleging gaan en in de wachtzaal je beurt afwachten heeft nu vrijwel overal plaats gemaakt voor raadplegingen op afspraak waarbij heel vaak de afspraak gemaakt wordt via een ‘online’ agenda.. Het papieren dossier wordt vervangen door een elektronisch dossier met een veel grotere opslagcapaciteit, een verhoogde snelheid waarmee resultaten binnenkomen en een betere communicatie met de andere gezondheidswerkers – dit althans in theorie want deze technologie is nog in volle evolutie en wordt gelukkig stilaan gebruiksvriendelijk.

En daarnaast : 50 jaar geleden leefden onze collegae voor de geneeskunde en werd hun gezin en sociale leven vaak naar de achtergrond geschoven. Terecht is hier verandering in gekomen, want leven is meer dan werken. Alleen is het zo dat ‘arts zijn’ geen zwart-wit verhaal is, geen 9-to-5 job. Vandaar dat er een logische evolutie gekomen is van de solo-praktijk naar samenwerkingsverbanden, wachtverdelingen, en andere middelen om tot een betere “work-life balance” te komen.

Geachte collegae,

Onze jubilarissen zijn er in geslaagd – met de destijds beschikbare middelen – goede zorg te verlenen aan talloze patiënten.

Dit jaar hebben we ook aan elk van de jubilarissen gevraagd om een boodschap neer te schrijven die ze willen meegeven aan de jonge collegae. Deze boodschappen zullen op het scherm verschijnen.

Ik trek er graag uw aandacht op dat sommige jubilarissen een lang academisch curriculum kunnen voorleggen, terwijl bij de huisartsen dit curriculum vaak in één zin samengevat wordt. Beiden hebben echter een even grote bijdrage tot de volksgezondheid geleverd, ieder op zijn niveau.

De aanwezigheid van de jubilarissen wordt alfabetisch voorgesteld. Mag ik hen vriendelijk vragen om tijdens de individuele laudatio even recht te staan.

Dr. Godelieve COENE

Dr. Johan COPPENS

Dr. Albert COPPIN

Dr. Marc DE CONINCK

Dr. Karel DE KOKER

Dr. Luc DE WOLF

Dr. Luc DEKEUKELAERE

Dr. Jean DEROOVER

Dr. Elsie FOOY

Dr. Etienne FRANCKEN

Dr. Stephan GORDTS

Dr. Benjamine HOFMAN

Dr. Franciscus KEUPPENS

Dr. Anita LEYS

Dr. Christian MICHOLT

Dr. Jack RAPPAPORT

Dr. Arlette RUELENS

Dr. Jan SCHELFAUT

Dr. Jos STUYCK

Dr. Robert VAN DEN OEVER

Dr. Monique VAN HERREWEGHE

Dr. Michael VAN PELT

Dr. Andreas VAN STEEN

Dr. Willem VANDER WAEREN

Dr. Dierik VERBEELEN

Dr. Jan WALRAET

Dr. Kristiaan WESTELINCK

Tot zover de huldiging van de jubilarissen maar :

Persoonlijk zou ik het niet correct vinden om niet even de aandacht trekken op de rol van de voltijds of deeltijds ‘meewerkende partner’ Als huisarts denk ik dan in het bijzonder aan de solo-werkende huisartsen, hetgeen vijftig jaar geleden de normale gang van zaken was voor een huisarts. Solo werken zonder GSM, zonder weekwacht, en een hele tijd zelfs zonder weekendwacht, zou nooit mogelijk geweest zijn zonder 24 uur op 24, 7 dagen op 7, de ondersteuning van een meewerkende partner, ongeacht of deze man of vrouw is

En dan is er ook nog het familiale staartje aan het verhaal : ‘kinderen maken” is best een ‘leuke’ bezigheid zou je zeggen maar je moet ze nog opvoeden ook. Dat is een taak die tevens in veel gevallen zondermeer toevertrouwd werd aan de partner, die daarnaast ook de opvang van de patiënten stroomlijnt.

Daarom : Beste partners van alle aanwezige artsen : zoals het spreekwoord zegt : ‘achter elke sterke man staat een nog sterkere vrouw’ ! En het omgekeerde is ook waar ! We kunnen jullie geen standbeeld geven maar wel een verdiend applaus !

Tot slot wil ik uit naam van de Provinciale Raad van de Orde van Vlaams Brabant en Brussel de jubilarissen nogmaals bedanken voor hun jarenlange inzet en puike prestaties en wens ik de jonge collegae toe, geluk en voldoening te halen uit het behandelen - en hopelijk meestal genezen van hun patiënten.

Ik sluit graag af met een uitspraak van Sir William Osler, één van de meest inspirerende artsen van zijn tijd wiens charisma moet verklaard worden uit de combinatie van enerzijds grote didactische gaven en anderzijds een innemende persoonlijkheid met een warme, ongeveinsde belangstelling voor patiënten, assistent-geneeskundigen en studenten : ‘the first step towards success in any occupation is to become interested in it. Learn to see, learn to hear, learn to feel, learn to smell, and know that by practice alone you can become expert’.

Dr. Martine Huybrechts.

Slotwoord van de Eedaflegging – Prof. dr. An Sermon.

Hiermee zijn we dan aan het einde gekomen van deze plechtige zitting.

Ik hoop dat u er even erg van genoten hebt als ikzelf.

In eerste instantie zou ik graag enkele mensen bedanken:

  • De collega’s van onze Provinciale Raad die instonden voor de organisatie: prof. Frank Van Calenbergh voor de begeleiding van de eedaflegging en dr. Martine Huybrechts voor de hulde aan de jubilarissen.
  • Verder wil ik ook graag dr. Shaman Ambaliya bedanken voor zijn mooie woorden,
  • De muzikanten voor de prachtige intermezzo’s en
  • U allen om hier aanwezig te zijn.
  • Tenslotte wil ik graag de medewerkers van ons secretariaat bedanken voor de praktische organisatie van deze middag: dankuwel Kristel, Li-Yu en Kristof.
  • Eén iemand van hen wil ik vandaag in het bijzonder danken: Hilde Somers. Zij is sinds 39 jaar werkzaam op ons secretariaat en zal haar taak volgend jaar beëindigen. Ze heeft me verklapt dat dit de 38e en laatste eedaflegging was die zij organiseerde. Hilde, wij willen je graag bedanken voor je carrière en inzet in onze Raad. Geef haar hiervoor alstublieft een hartelijk applaus!

Ik was deze middag begonnen met een opsomming van eerder slecht nieuws. Maar als we eens goed naar de geschiedenis kijken: heeft niet iedere tijd zijn problemen?

En is het niet minstens zo belangrijk om de opportuniteiten van vandaag te zien? Er is de impact van digitale technologieën op het onderwijs in en de uitvoering van de geneeskunde. Onze studenten kunnen oefenen op digitale patiënten en simulatietrainingen maken deel uit van de opleiding. Eens afgestudeerd kunnen artsen zich virtueel voorbereiden op een ingreep en deze beter uitvoeren met behulp van 3D-technologieën. Ook de geneeskunde op zich evolueert razendsnel en slaagt er meer en meer in een oplossing te bieden voor ziekten en aandoeningen die vroeger levensbedreigend waren.

Een goed jaar terug ben ik zelf na een leven als arts aan een leven als patiënt begonnen. Ik kan in alle eerlijkheid zeggen dat ik hier vandaag alleen maar sta dankzij mijn behandelende artsen, onderzoekers en collega’s.

Is het niet minstens even belangrijk om deze positieve evoluties te blijven zien?

Nu we echt aan het einde gekomen zijn van deze plechtige zitting, wil ik voor de jonge artsen nog een laatste keer herhalen: onze Raad is er voor jullie. Soms dient de Raad sanctionerend op te treden maar vergeet niet dat de Raad steeds voor jullie beschikbaar is voor het beantwoorden van deontologische vragen en het geven van advies. Aarzel dan ook niet om ons te contacteren. Wij geven graag advies en zullen bemiddeling organiseren zo nodig.

Tenslotte wil ik jullie allen van harte uitnodigen voor de receptie. Deze vindt plaats in de jubileumzaal van de universiteitshallen. We zullen ons hiervoor samen verplaatsen naar de Naamsestraat. Jullie zullen zien dat de politie zal zorgen voor de nodige begeleiding zodat we veilig de straat kunnen oversteken.

Vooraleer te vertrekken kunnen de jonge artsen hun gepersonaliseerde eed afhalen in de ontvangsthal van deze zaal. De eed zal jullie overhandigd worden door de medewerkers van ons secretariaat.

Zoals jullie gezien hebben is er vanmiddag ook een fotograaf aanwezig. We zullen de jonge artsen en de jubilarissen na afloop de link naar de foto’s bezorgen. Verder zullen we enkele sfeerbeelden gebruiken in onze nieuwsbrief en op de website. Ik zou willen vragen aan de mensen die niet wensen dat hun foto hiertoe gebruikt wordt om dit duidelijk door te geven aan onze secretariaatsmedewerkers.

Tenslotte wil ik namens al onze raadsleden de promovendi van harte feliciteren. We wensen jullie een boeiende carrière toe! Ook de jubilarissen willen we graag feliciteren en danken voor hun inzet.

En aan allen hier aanwezig: geniet van de receptie en maak er nog een mooie avond van!

Prof. dr. An Sermon.