De tuchtrechter is niet verplicht om de tuchtrechtelijk gesanctioneerde feiten in wettelijke bewoordingen of regels van de plichtenleer te omschrijven. Het volstaat dat hij de feiten zodanig preciseert dat kan worden nagegaan of de bestreden beslissing al dan niet uit die feiten heeft kunnen afleiden dat de tuchtrechtelijk gesanctioneerde beroepsbeoefenaar is tekortgekomen aan de eer of de waardigheid van zijn beroep.
Krachtens artikel 10.2 EVRM kan de uitoefening van de vrijheid van meningsuiting, die de vrijheid omvat een mening te koesteren en om inlichtingen of denkbeelden door te geven en plichten en verantwoordelijkheden met zich brengt, worden onderworpen worden aan bepaalde formaliteiten, voorwaarden, beperkingen of sancties, welke bij de wet worden bepaald, en die in een democratische samenleving nodig zijn, onder meer tot bescherming van de gezondheid of de goede naam of de rechten van anderen. Voor de toepassing van die bepaling wordt onder de term ‘wet’ verstaan elke, al dan niet geschreven regel van nationaal recht, zoals ze door de rechtspraak wordt geïnterpreteerd, mits die regel toegankelijk is voor de betrokken personen en in nauwkeurige bewoordingen is gesteld.
Een beperking van de vrijheid van meningsuiting is nodig in een democratische samenleving wanneer zij beantwoordt aan een dwingende sociale noodwendigheid, op voorwaarde dat de evenredigheid wordt geëerbiedigd tussen het aangewende middel en het beoogde doel en de beperking verantwoord is op grond van relevante en toereikende motieven. Uit de beslissing van de rechter moet niet alleen blijken dat hij het recht op vrije meningsuiting heeft afgewogen tegen de andere rechten bedoeld in artikel 10.2 EVRM, zoals de bescherming van de gezondheid of het recht op de goede naam, maar ook dat de opgelegde beperking, in acht genomen de context waarin de mening werd geuit, de hoedanigheid van de partijen en de overige bijzondere omstandigheden van de zaak, beantwoordt aan een dwingende sociale noodwendigheid en pertinent is en dat door de opgelegde beperking de evenredigheid wordt geëerbiedigd tussen het aangewende middel en het beoogde doel.